Ga naar de hoofdcontent

Ontmoeting tussen Afrika en westerse klassieken


Zangeres Angélique Kidjo zingt over scheppingsmythen uit Benin in haar moedertaal Yoruba op muziek van minimal-componist Philip Glass. Een avond die muziekstijlen en culturen bij elkaar brengt.


Zijn samenwerking met Angélique Kidjo besloot Philip Glass met de woorden: ‘Angélique, samen hebben we een brug gebouwd die nog niemand eerder heeft begaan.’


Ifé is ook de titel van het avondprogramma dat Holland Festival in samenwerking met Amsterdam Sinfonietta en Angélique Kidjo ontwikkelde rondom dit baanbrekende werk, waarin nog veel meer grenzen worden overbrugd. Componiste Errollyn Wallen, geboren in Belize, mengt in Concerto Grosso oud en nieuw: van barok tot jazz en minimal. En Tunde Jegede, kora-speler, cellist, en componist met Nigeriaanse roots, bewerkt speciaal voor vanavond het werk Exile & Return voor West-Afrikaanse kora en strijkorkest, waarin hij zelf als solist zal optreden.

De Japanse pianiste Maki Namekawa werkte eerder met Philip Glass. Zij is deze avond te horen in verschillende onderdelen, van Ifé tot Young Apollo van componist Benjamin Britten – een oude bekende van het Holland Festival. Kidjo sluit de avond zingend af. Samen met Amsterdam Sinfonietta brengt ze haar dierbaarste Franse chansons in verrassende arrangementen, ze zingt een klassiek lied van Erik Satie, om te eindigen met enkele van haar eigen populairste nummers.


Programma


Tunde Jegede (1972)

Still Moment (1996) kora solo


Benjamin Britten (1913-1976)

Young Apollo (1939) voor piano, strijkkwartet en strijkorkest


Errollyn Wallen (1958)

Concerto Grosso (2008) voor piano, viool, contrabas en strijkers

Allegro – Larghetto – Allegro – Grave - Faster, with a groove

Solisten: Maki Namekawa, piano - Tomo Keller, viool – Ying Lai Green, contrabas


Philip Glass (1937)

Ifé (2014) – Drie Yorùbá Songs (arr. voor zang, piano en strijkers door Michael Riesman)

'Olodumare' – 'Yemandja' – 'Oshumare'



pauze


Tunde Jegede (1972)

Exile & Return (2007) voor kora en strijkers


Erik Satie (1866-1925)

Gymnopédie no. 3 (1888) voor piano


Erik Satie (1866-1925)

Je te veux (1902) voor zang en strijkers (arr. Wijnand van Klaveren)


Édith Piaf (1915-1963)

La Foule (1957) voor zang, piano en strijkers (arr. Wijnand van Klaveren)


Georges Brassens (1921-1981)

Il n’y a pas d’amour heureux (1953) voor zang en kora (arr. Tunde Jegede)


Édith Piaf (1915-1963)

Padam Padam (1951) voor zang, piano en strijkers (arr. Leonard Evers)


Angélique Kidjo (1960)

Malaïka (1993) voor zang en strijkers (arr. Hugo Bouma)


Angélique Kidjo (1960)

Kelele (2010) voor zang, piano en strijkers (arr. Michael P. Atkinson)

Lees minder

Toelichting

De Afrikaanse zangeres Angélique Kidjo bouwt bruggen met haar muziek. Bruggen tussen mensen. Tussen verschillende muzikale genres. Tussen werelddelen. In het programma Ifé draait alles om het leggen van verbindingen. Afrikaaans, jazz, chansons en klassiek staan vanavond schouder aan schouder. Vanuit de drie liederen die minimal music componist Philip Glass voor haar schreef, lopen lijnen in uiteenlopende richtingen. Naar componisten met roots in Afrika en de Caraïben, naar Franse chansons en naar muzikale kamelon en voorloper van de minimal music, Erik Satie. Naast Kidjo zijn de strijkers te horen van Amsterdam Sinfonietta, pianiste Maki Namekawa en Tunde Jegede. Hij bespeelt de kora, een helder tinkelend instrument met meer dan twintig snaren dat je kunt omschrijven als een harp met een halfronde kalebas als klankkast.


Tunde Jegede, Still Moment

Het concert opent met Still Moment. Tunde Jegede schreef het in 1996, en voert het zelf uit op de kora. Geboren in Londen reisde hij op tienjarige leeftijd naar Gambia om daar de kora te leren bespelen. In Still Moment reikt hij naar ogenblikken van rust en stilte in muziek die grote schoonheid en diepgang heeft. In zijn ogen bezit deze muziek de mogelijkheid en de kracht om emoties ten goede te keren, en om te genezen. Still Moment is bedoeld om het publiek te betoveren door een diepe, rustige sfeer te creëren, die hen de alledaagse werkelijkheid even doet vergeten en de geest opent voor wat er gaat komen. Hoewel Jegede ook de snel klaterende cascades van tonen gebruikt, die gebruikelijk zijn in het traditionele, West-Afrikaanse repertoire, roept het stuk eerder associaties op met verstilde, meditatieve Japanse muziek.


Benjamin Britten, Young Apollo

Young Apollo voor piano en strijkorkest, uitgevoerd door Maki Namekawa en Amsterdam Sinfonietta, is aan het programma toegevoegd als eerbetoon aan de componist Benjamin Britten die in 1948 al bij de eerste editie van het Holland Festival vertegenwoordigd was met zijn muziek. Daarna was hij jarenlang een regelmatig terugkerende gast op het nu 75 jarige festival. Britten schreef Young Apollo toen hij in 1939 met zijn partner Peter Pears voor drie jaar in de Verenigde Staten verbleef. Als uitgangspunt gebruikte hij de laatste regels van het gedicht Hyperion van John Keats, waarin deze de gouden lokken en hemelse ledematen van de jonge Apollo beschrijft. De compositie roept met zijn virtuoze pianomelodie het beeld van deze god op, geïnspireerd ook op Brittens eerste liefde, Wolfgang Scherchen.


Errollyn Wallen, Concerto Grosso

In haar Concerto Grosso uit 2008 springt Errollyn Wallen heen en weer tussen de barok, jazz en de klank waar Benjamin Britten mee speelde in bekende composities als Simple Symphony en Variations on a Theme of Frank Bridge, maar ook in Young Apollo. De vorm van de concerto grosso, met meerdere solisten tegenover een orkest, is ontstaan in de barok. De solisten nemen vaak het muzikale materiaal van elkaar over, alsof ze elkaar de bal toespelen. Met bas en piano als solo-instrumenten geeft Wallen de muziek een jazzy atmosfeer. Die versterkt ze nog door met dansende ritmes te werken, zoals in het laatste deel van het stuk en in momenten waarop ze de drie solisten als trio laat spelen zonder begeleiding van het orkest. Ook geeft ze de viool uitgesproken lyrische melodieën. Wallen werd geboren in het Centraal-Amerikaanse Belize. Ze was de eerste zwarte vrouw van wie een werk gespeeld werd in de Proms-serie en ze schreef de muziek voor de openingsceremonie van de Paralympische Spelen in Londen in 2012. Tegenwoordig woont en werkt ze in een vuurtoren in Schotland.


Philip Glass, Ifé: Three Yorùbá Songs

‘Olodumare’ – ‘Yemandja’ – ‘Oshumare’

Deze samenwerking van Philip Glass en Angélique Kidjo vormt het centrale stuk van het programma. Glass kende Kidjo al meer dan twaalf jaar toen ze hem vroeg om muziek voor haar te schrijven. Glass: 'Ik heb met haar samengewerkt in concerten waar ze zowel haar eigen muziek uitvoerde als korte stukken waarin we samen speelden. In de loop van de tijd heb ik een grote bewondering gekregen voor haar authentieke en krachtige muzikale persoonlijkheid als maker en als performer. Daarom was ik zeer geïnteresseerd toen ze me voorstelde een serie liederen voor haar te schrijven bij haar teksten in Yoruba, de taal van haar geboorteland Benin.'


Dit werd geen componeren zoals Glass dat gewend was: 'De uitdaging voor mij was allereerst om de beste ritmische en melodische vorm te vinden voor gedichten in een taal die mij tot dan toe compleet onbekend was. Ik heb Angélique gevraagd opnamen te maken van de gedichten. Het zijn drie scheppingsgedichten uit Ifé, een van de belangrijkste koninkrijken van de Yoruba en de plek waar volgens de inwoners de wereld geschapen werd.'

Glass maakte een uitgebreide analyse van de ritmiek en de melodische lijnen die eigen zijn aan de Yoruba-taal. Hij kwam erachter dat de tekst zelf, zoals Angélique die opgenomen had, bijzonder lyrisch was en vond die 'ongelofelijk mooi'. Daarna verliep het componeren van de muziek voor het orkest heel snel en gemakkelijk. 'Toen de noten op papier stonden, hebben Angélique en ik samen haar partij verfijnd om de klank van de Yoruba-taal zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen.'


Met deze liederen sloegen Glass en Kidjo een brug tussen Afrika en het westen, tussen Kidjo’s Afrikaanse pop en gecomponeerde muziek die door een klassiek orkest wordt uitgevoerd. De rol van Kidjo als bruggenbouwer krijgt in het programma Ifé, dat naar de drie liederen genoemd is, extra nadruk en glans. De bewerking voor zang, piano en strijkers door Michael Riesman in opdracht van het Holland Festival, is een wereldpremière.

Toelichting

De Afrikaanse zangeres Angélique Kidjo bouwt bruggen met haar muziek. Bruggen tussen mensen. Tussen verschillende muzikale genres. Tussen werelddelen. In het programma Ifé draait alles om het leggen van verbindingen. Afrikaaans, jazz, chansons en klassiek staan vanavond schouder aan schouder. Vanuit de drie liederen die minimal music componist Philip Glass voor haar schreef, lopen lijnen in uiteenlopende richtingen. Naar componisten met roots in Afrika en de Caraïben, naar Franse chansons en naar muzikale kamelon en voorloper van de minimal music, Erik Satie. Naast Kidjo zijn de strijkers te horen van Amsterdam Sinfonietta, pianiste Maki Namekawa en Tunde Jegede. Hij bespeelt de kora, een helder tinkelend instrument met meer dan twintig snaren dat je kunt omschrijven als een harp met een halfronde kalebas als klankkast.


Tunde Jegede, Still Moment

Het concert opent met Still Moment. Tunde Jegede schreef het in 1996, en voert het zelf uit op de kora. Geboren in Londen reisde hij op tienjarige leeftijd naar Gambia om daar de kora te leren bespelen. In Still Moment reikt hij naar ogenblikken van rust en stilte in muziek die grote schoonheid en diepgang heeft. In zijn ogen bezit deze muziek de mogelijkheid en de kracht om emoties ten goede te keren, en om te genezen. Still Moment is bedoeld om het publiek te betoveren door een diepe, rustige sfeer te creëren, die hen de alledaagse werkelijkheid even doet vergeten en de geest opent voor wat er gaat komen. Hoewel Jegede ook de snel klaterende cascades van tonen gebruikt, die gebruikelijk zijn in het traditionele, West-Afrikaanse repertoire, roept het stuk eerder associaties op met verstilde, meditatieve Japanse muziek.


Benjamin Britten, Young Apollo

Young Apollo voor piano en strijkorkest, uitgevoerd door Maki Namekawa en Amsterdam Sinfonietta, is aan het programma toegevoegd als eerbetoon aan de componist Benjamin Britten die in 1948 al bij de eerste editie van het Holland Festival vertegenwoordigd was met zijn muziek. Daarna was hij jarenlang een regelmatig terugkerende gast op het nu 75 jarige festival. Britten schreef Young Apollo toen hij in 1939 met zijn partner Peter Pears voor drie jaar in de Verenigde Staten verbleef. Als uitgangspunt gebruikte hij de laatste regels van het gedicht Hyperion van John Keats, waarin deze de gouden lokken en hemelse ledematen van de jonge Apollo beschrijft. De compositie roept met zijn virtuoze pianomelodie het beeld van deze god op, geïnspireerd ook op Brittens eerste liefde, Wolfgang Scherchen.


Errollyn Wallen, Concerto Grosso

In haar Concerto Grosso uit 2008 springt Errollyn Wallen heen en weer tussen de barok, jazz en de klank waar Benjamin Britten mee speelde in bekende composities als Simple Symphony en Variations on a Theme of Frank Bridge, maar ook in Young Apollo. De vorm van de concerto grosso, met meerdere solisten tegenover een orkest, is ontstaan in de barok. De solisten nemen vaak het muzikale materiaal van elkaar over, alsof ze elkaar de bal toespelen. Met bas en piano als solo-instrumenten geeft Wallen de muziek een jazzy atmosfeer. Die versterkt ze nog door met dansende ritmes te werken, zoals in het laatste deel van het stuk en in momenten waarop ze de drie solisten als trio laat spelen zonder begeleiding van het orkest. Ook geeft ze de viool uitgesproken lyrische melodieën. Wallen werd geboren in het Centraal-Amerikaanse Belize. Ze was de eerste zwarte vrouw van wie een werk gespeeld werd in de Proms-serie en ze schreef de muziek voor de openingsceremonie van de Paralympische Spelen in Londen in 2012. Tegenwoordig woont en werkt ze in een vuurtoren in Schotland.


Philip Glass, Ifé: Three Yorùbá Songs

‘Olodumare’ – ‘Yemandja’ – ‘Oshumare’

Deze samenwerking van Philip Glass en Angélique Kidjo vormt het centrale stuk van het programma. Glass kende Kidjo al meer dan twaalf jaar toen ze hem vroeg om muziek voor haar te schrijven. Glass: 'Ik heb met haar samengewerkt in concerten waar ze zowel haar eigen muziek uitvoerde als korte stukken waarin we samen speelden. In de loop van de tijd heb ik een grote bewondering gekregen voor haar authentieke en krachtige muzikale persoonlijkheid als maker en als performer. Daarom was ik zeer geïnteresseerd toen ze me voorstelde een serie liederen voor haar te schrijven bij haar teksten in Yoruba, de taal van haar geboorteland Benin.'


Dit werd geen componeren zoals Glass dat gewend was: 'De uitdaging voor mij was allereerst om de beste ritmische en melodische vorm te vinden voor gedichten in een taal die mij tot dan toe compleet onbekend was. Ik heb Angélique gevraagd opnamen te maken van de gedichten. Het zijn drie scheppingsgedichten uit Ifé, een van de belangrijkste koninkrijken van de Yoruba en de plek waar volgens de inwoners de wereld geschapen werd.'

Glass maakte een uitgebreide analyse van de ritmiek en de melodische lijnen die eigen zijn aan de Yoruba-taal. Hij kwam erachter dat de tekst zelf, zoals Angélique die opgenomen had, bijzonder lyrisch was en vond die 'ongelofelijk mooi'. Daarna verliep het componeren van de muziek voor het orkest heel snel en gemakkelijk. 'Toen de noten op papier stonden, hebben Angélique en ik samen haar partij verfijnd om de klank van de Yoruba-taal zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen.'


Met deze liederen sloegen Glass en Kidjo een brug tussen Afrika en het westen, tussen Kidjo’s Afrikaanse pop en gecomponeerde muziek die door een klassiek orkest wordt uitgevoerd. De rol van Kidjo als bruggenbouwer krijgt in het programma Ifé, dat naar de drie liederen genoemd is, extra nadruk en glans. De bewerking voor zang, piano en strijkers door Michael Riesman in opdracht van het Holland Festival, is een wereldpremière.

Tunde Jegede, Exile & Return

Na de pauze is het toneel opnieuw aan Tunde Jegede, nu met zijn compositie Exile & Return die hij samen met Amsterdam Sinfonietta speelt. Jegede schreef het in 2007 voor het Brodsky Quartet. Het is een intiem en persoonlijk stuk waarin hij het verlangen naar thuis wil uitdrukken. Hij werkt er thema’s in uit als ballingschap, ontheemding en de zoektocht naar een plek waarin een mens zich thuis kan voelen. Jegede schrijft: ‘Het is een lyrisch werk dat boven het alledaagse uitstijgt, en de werelden van de kora en het strijkkwartet samenbrengt in een heel eigen, samenhangende vorm. De muziek sluit aan bij zowel postmoderne als minimalistische klankwerelden en benadert van beide de kern.’ Tunde Jegede en het Brodsky Quartet brachten het werk in première tijdens het Cheltenham Music Festival in 2007. Ze hebben het sindsdien vaak samen uitgevoerd en ook opgenomen voor BBC Radio 3, het Britse equivalent van NPO Radio 4. De versie met Amsterdam Sinfonietta kwam in opdracht van het Holland Festival tot stand en krijgt hier zijn wereldpremière.


Erik Satie, Gymnopedie no. 3, Je te veux

De Franse componist Erik Satie had een bijzonder gevoel voor humor. Hij schreef een serie van drie stukken voor piano, die hij Trois Gymnopédies noemde. Die titel verwijst naar dansen die in de Griekse oudheid naakt werden uitgevoerd. Het zijn stukken met een rustig karakter. Ze lijken vooruit te wijzen naar de minimal music die een kleine eeuw later tot ontwikkeling kwam. Maar Satie schreef ook drie stukken in de vorm van een peer en muziek voor meubilair. Die was eerder bedoeld als behang dan als muziek om naar te luisteren. Daarmee was Satie een voorloper van Brian Eno’s ambient music. Het stuk wordt uitgevoerd door pianiste Maki Namekawa samen met de strijkers van Amsterdam Sinfonietta. Daarna gaat de muziek over in Je te veux, een liefdeslied met erotische strekking, gezongen door Angélique Kidjo met begeleiding van de strijkers.


Édith Piaf, La Foule

Georges Brassens, Il n’y a pas d’amour heureux

Édith Piaf, Padam Padam

In de rest van het concert staat Angélique Kidjo weer centraal. Eerst zingt ze drie Franse chansons, een genre waartoe ze zich aangetrokken voelt. Alle liederen hebben verloren liefde als onderwerp. La Foule gaat over een vrouw die tijdens een festival door bewegingen van een mensenmassa in de armen van een man terecht komt. Liefde vlamt op terwijl ze zich laten meedrijven in de menigte. Die drijft hen weer uit elkaar en ze realiseert zich dat ze hem nooit meer zal zien.


Brassens schreef Il n’y a pas d’amour heureux op een tekst van de surrealistische dichter Louis Aragon uit 1944. De dichter had toen een verhouding met Elsa Triolet die net als hij in het verzet tegen de Duitsers zat. Ze wilde hem verlaten, omdat het niet veilig was om samen te wonen in het geval een van hen gearresteerd zou worden.


In Padam Padam verbond Edith Piaf het ritme van haar hartslag met een melodie die ze maar niet kwijt kon raken. Die melodie herinnerde haar aan een verloren geliefde.


De liederen van Edith Piaf zingt Kidjo met begeleiding van Amsterdam Sinfonietta en Maki Namekawa. In het lied van Brassens wordt ze begeleid door de kora van Tunde Jegede.


Angélique Kidjo, Malaïka, Kelele

Angélique Kidjo sluit de avond af met twee liederen uit haar eigen repertoire. Het zijn nummers over onderwerpen die haar zeer ter harte gaan. Oorspronkelijk geschreven als popnummers heeft ze die in uiteenlopende settings uitgevoerd: met orkest, maar ook met begeleiding van een slagwerker en een gitarist. Malaïka is een lied waarin een man zich tegenover zijn geliefde verontschuldigt. Hij kan niet met haar trouwen omdat hij door grote tegenslagen geen geld heeft. Hij is verslagen door het lot, klaagt hij. In Kelele bezingt ze het belang van educatie. Die is net zo belangrijk als gezondheid, zingt ze. Door opleiding krijg je een beter leiderschap is de verwachting en de hoop die ze in dit lied uitspreekt. Het is een eerbetoon aan haar ouders die haar ontwikkeling altijd gestimuleerd hebben.

Lees minder
  • Ifé - Tunde Jegede

    © Yoshitaka Kono (Tunde Yegede)

  • Maki Namekawa

    © Andreas H. Bitesnich (Maki Namekawa)

  • Ifé - Amsterdam Sinfonietta © Marco Borggreve

    © Marco Borggreve (Amsterdam Sinfonietta)

Credits

muziek Benjamin Britten, Philip Glass, Errollyn Wallen, Tunde Jegede zang Angélique Kidjo piano Maki Namekawa kora Tunde Jegede orkest Amsterdam Sinfonietta 1e viool Tomo Keller, Nicoline van Santen, Ingrid van Dingstee, Lena ter Schegget, Ruña 't Hart 2e viool Jacobien Rozemond, Petra Griffioen, Charlotte Basalo Vazquez, Olivia Scheepers, Julia Kleinsmann altviool Georgy Kovalev, Anne-Bartje Fontein, Javier Rodas Sanchez, Kaija Lukas cello Tim Posner, Örs Köszeghy, Kalle de Bie, Honorine Schaeffer contrabas Ying Lai Green, Servaas Jessen

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door

Ontmoet Angélique Kidjo

Ontmoet Angélique Kidjo

Ontmoet Angélique Kidjo

De Frans-Beninse zangeres Angélique Kidjo is dit jaar samen met theaterregisseur Nicolas Stemann associate artist. Tijdens het festival in juni zijn haar voorstellingen Mother NatureYemandja en Ifé te bezoeken.

Bekijk hier het In Conversation With interview met Angélique en lees hier een gesprek over haar werk en drijfveren.