Ga naar de hoofdcontent

Kwam Pierre Boulez' dirigentschap enkele jaren geleden in een nieuwe stroomversnelling terecht (hetgeen culmineerde in een reeks concerten met de Wiener Philharmoniker tijdens de Salzburger Festspiele), nu lijkt ook de waardering voor de componist Boulez een nieuwe impuls te krijgen.

Het verschijnen van ...explosante-fixe... op cd in 1995 was weinig minder dan een sensatie. En een uitvoering van het orkestwerk Notations I-IV door het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van de componist zelf maakte vorig jaar oktober enthousiaste bijval los, bij pers èn publiek. Men leek zich met een schok te realiseren dat Boulez' muziek zeker niet de 'onnavolgbare heksenketel van klanken' is waarvoor zij lange tijd werd uitgemaakt, maar dat zij een grote klankschoonheid bezit en wel degelijk emotionele zeggingskracht heeft. Iets wat in feite al veel eerder bekend had kunnen zijn. Immers, al veertig jaar geleden, met Le marteau sans maître (1953-'55) en het omvangrijke Pli selon pli (1958-) toonde Boulez zich een meester in het creëren van fonkelende klankspectra en magische timbres, al met Rituel (1974-75) schiep hij voor zijn gestorven vriend Bruno Madema een memoriam van een grote indringendheid.


Het omvangrijke retrospectief van het Holland Festival brengt Boulez' hele scheppingsperiode in kaart. Kern vormt de complete muziek voor (twee) piano('s), 'gelardeerd' met composities van componisten die hem wezenlijk beïnvloed hebben: zijn leermeester Messiaen, Debussy en Bartók. In het kader van de Ensemble Parade worden uitgevoerd ...explosante-fixe ..., het zeer zelden gespeelde e.e. cummings ist der Dichter, Eclat/Multiples, Livre pour quartor en Anthèmes pour violon seul.


De composities voor één en twee piano's dateren vrijwel alle uit de periode 1946-'61. Naast het lang verloren gewaande jeugdwerk Notations zijn er de werken waarin Boulez de principes van de seriële muziek uitprobeerde: de eerste twee pianosonates en Structures pour deux pianos livre I. Deze stukken gingen lange tijd door voor 'dor' en 'mathematisch' maar blijken, zeker bij het duo Boffard/ Aimard, overrompelend virtuoze en uiterst 'spannende' muziek te bevatten. Later verruimde Boulez zijn spectrum aanzienlijk met de (nog onvoltooide) Derde pianosonate, waarin de uitvoerder een zekere keuzevrijheid à la Cage heeft, en de Structures boek ll, dat zowel in dramatisch als koloristisch opzicht een grote stap voorwaarts betekent.