Ga naar de hoofdcontent

Plastische performance over spanningsveld tussen mens en dier, wreedheid en onschuld.

Een beer en een idioot spelen de hoofdrollen in Massimo Furlans fascinerende stuk over de ambiguïteit tussen mens en dier, tussen natuur en beschaving, tussen liefde en geweld. Op de hypnotische ritmes van post-punkband Killing Joke schotelt de Zwitserse theatermaker ons een reeks van theatrale stillevens voor; tableaus die zijn ontleend aan verschillende uiteenlopende kunstvormen – van punkconcert tot stripboek, van sprookjes tot cartoons – en het publiek uitdagen zijn eigen verhaal te bouwen. Furlan en zijn gezelschap zijn geïnteresseerd in de paradoxen en de contradicties die de beer en de idioot beiden in zich dragen. De beer is tegelijk angstaanjagend en troostrijk, wild en kwetsbaar; de idioot primitief en teder, wreed en onschuldig.

You can speak, you are an animal is een zeer beeldende, poëtische voorstelling van de Zwitserse theatermaker Massimo Furlan. Er wordt bijna niet in gesproken en toch speelt taal er een cruciale rol in. Furlan en zijn gezelschap behandelen de manier waarop wij met taal objecten construeren en onszelf daarvan als subject onderscheiden. Taal staat hierin voor cultuur, politiek, religie. Iets wat geen taal heeft, staat aan de kant van de natuur, is ongevomd, rauw en intens. De hoofdrollen in You can speak, you are an animal zijn voor twee figuren die de spanning tussen deze twee elementen in zich dragen: de beer en de idioot. In ons beeld van zowel de beer als de idioot liggen volgens Furlan de contradicties en paradoxen besloten van het primitieve en het geciviliseerde, van natuur en cultuur, van mens en dier.

 

De beer is tegelijk angstaanjagend en troostrijk, wild en kwetsbaar. Hij is een dier dat rechtop kan staan en een dier dat een stem heeft,dat staat voor sexuele drang en verlangen. In de geschiedenis van de beer zien we hoe hij van gevaarlijk roofdier een knuffel is geworden. In prehistorische culturen werd de beer vereerd; bij de indianen was de beer een totem en werd gezien als een van hun voorvaderen. In de middeleeuwen werd de beer opgejaagd en bijna weggevaagd. In de 19e eeuw werd hij een attractie op kermissen en deed hij zijn intrede in het circus. Daarna verwordt hij tot een stuk speelgoed en een karakter in strips en tekenfilms. Het woord ‘idioot’ komt uit het Grieks en duidt op een uniek wezen, enkelvoudig en zonder taal. De idioot is zowel primitief als teder, tegelijk wreed en onschuldig. De taal van de idioot is een woordenbrij en een parafrase van gegrom, geschreeuw, gelach en tekens en wordt door de alienisten van de 19e eeuw geassocieerd met het kind, de wilde en het dier. De idioot wordt gezien als een geïsoleerd wezen, iemand die voelt maar geen rede heeft, die zonder vormconcept leeft. Voor Darwin lijkt de idioot de aap, actief en altijd grijnzend. Voor Dostojevski is de idioot de prins, voor Tristan Tzara de kunstenaar.

 

In de kunst van Massimo Furlan speelt de taal van het dier en de idioot een belangrijke rol. Zijn kunst is bijna zonder woorden en bestaat voornamelijk uit beelden. Furlan gebruikt in zijn werk de taal van geluiden, van ritmes en rijmen, veel meer dan de taal die betekent. In het stuk wordt de ambiguïteit van de beer en de idioot op verschillende, vaak komische manieren uitgewerkt. Furlan plaatst de beer en de idioot in verschillende settings, steeds met een sterk gestyleerde iconografie. De beer krijgt vorm als echte beer, een rechtoplopende mascotte van een beer, en als teddybeer. De idioot wordt voorgesteld als een dikkige, jonge man in korte broek. De settings variëren van punkconcert tot stripboek, van sprookjes tot cartoons. Zij worden behalve door de beer, zijn mascotte en de idioot ook bevolkt door cheerleaders, manga-achtige wezens, punkmeisjes, heldinnen uit de boeken van de gezusters Brontë en een wilde uit Nieuw-Zeeland. Met een minimum aan beweging, zeer geconcentreerd, zetten deze karakters in een soort van theatrale stillevens telkens een nieuw tableau op het toneel, waardoor het publiek wordt uitgedaagd niet alleen te kijken, maar ook te reflecteren, en zo een eigen verhaal te bouwen rond de transformatie van de beer en de idioot. De verschillende tableaus zet Furlan op muziek van Killing Joke, de band van Jaz Coleman. De muziek klinkt zowel live als op band. Met de gefragmenteerde muziek, de afwisseling tussen helverlichte scènes en black outs en het gebruik van rook wordt een soort levend plaatjesboek geconstrueerd.

  • © 2009, Pierre Nydegger / Laure Ceillier

  • © 2009, Pierre Nydegger / Laure Ceillier

  • © 2009, Pierre Nydegger / Laure Ceillier

  • © 2009, Pierre Nydegger / Laure Ceillier

Credits

regie Massimo Furlan dramaturgie Claire de Ribaupierre scenografie Massimo Furlan, Antoine Friderici, Serge Perret licht Antoine Friderici muziek Stéphane Vecchione, Killing Joke geluidstechniek Philippe de Rham decorbouw Atelier Katapult kostuums Karine Dubois assistent kostuums Amandine Rutschmann, Laurence Durieux make up Julie Monot cast Massimo Furlan, Sun-Hye Hur, Claire de Ribaupierre, Nicole Seiler, Irene Vecchio, François Karlen, Anne Delahaye, Sophie Guyot, Young Soon Cho, Elèhn Rion administratie Laura Gamboni publiciteit Tutu Production productie Numéro23Prod. coproductie Dampfzentrale, Arsenic, La Bâtie – Festival de Genève, Les Subsistances (Lyon), Lausanne met steun van Ville de Lausanne, Etat de Vaud, Pro Helvetia – Fondation suisse pour la culture, Ernst Göhner Stiftung, Banque Cantonale Vaudoise, Pour Cent Culturel Migros, CORODIS, Loterie Romande