Ga naar de hoofdcontent

‘Er zijn geen wegen, er is slechts het voortgaan’ Met dit aforisme dat hij op een kloostermuur in Toledo tegenkwam als motto, componeerde Nono in de laatste jaren voor zijn dood een trilogie waarin hij experimenteerde met de wisselwerking tussen ruimte en geluid, het gebruik van elektronica en tape en de ruimtelijke opstelling van grote bezettingen met meerdere koor- en orkestgroepen. Het Holland Festival presenteert twee werken uit deze trilogie, omlijst door korte composities van de Venetiaanse renaissancecomponist Giovanni Gabrieli, die Nono vanwege zijn gebruik van ‘cori spezzati’ – ruimtelijk gescheiden koren – als muzikale voorvader beschouwde. Het wordt een avond waarop de luisteraar wordt meegevoerd op een reis door een subliem klankuniversum dat uiterst subtiele pianissimo-passages afwisselt met dreigende trommen en bassen, gewelddadige uitbarstingen en hemelse polyfonie. Muziek die de fantasie op hol doet slaan.

In 2014 is het 90 jaar geleden dat de Italiaan Luigi Nono (1924-1990) geboren werd, een van de grootste Europese componisten van zijn tijd. Bijna een kwarteeuw na zijn voortijdige dood wordt zijn muziek

In 2014 is het 90 jaar geleden dat de Italiaan Luigi Nono (1924-1990) geboren werd, een van de grootste Europese componisten van zijn tijd. Bijna een kwarteeuw na zijn voortijdige dood wordt zijn muziek

nog maar weinig gespeeld. Na vergelijkbare projecten gewijd aan Varèse (2009), Xenakis (2011) en Cage (2012) eert het Holland Festival dit jaar Luigi Nono met een minifestival dat verschillende hoogtepunten uit zijn veelzijdige oeuvre belicht. Naast drie grootschalige concerten is er het intieme avondconcert La lontananza nostalgica utopica futura, een tweedaags symposium getiteld “… Hay que caminar …” Luigi Nono’s musical paths between politics and art en is rondom alle concerten in de Gashouder de tentoonstelling Luigi Nono 1924–1990. Maestro di suoni e silenzi te zien. Ook de gratis lunchvoorstellingen door conservatoriumstudenten in de fietstunnel van het Rijksmuseum worden dit jaar volledig aan het werk van Nono gewijd. De muzikale leiding tijdens de drie centrale concerten in de Gashouder is in handen van dirigent en Nono-specialist Ingo Metzmacher; heel bijzonder is de medewerking van de Zwitserse componist, dirigent en geluidstechnicus André Richard, die jarenlang nauw met Nono samenwerkte. Nono gaf een van zijn composities zelfs de titel André Richard mee.

 

Nono was een van de voormannen van de naoorlogse avant-garde. Samen met generatiegenoten als Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen zette hij jarenlang de toon voor het nieuwe componeren; Nono trouwde bovendien met Nuria Schönberg, de dochter van Arnold Schönberg, de grondlegger van de twaalftoonstechniek. Maar de historische noodzaak van het serialisme, zoals die door de avant-garde werd uitgedragen, was voor Nono nooit genoeg. Muziek was voor hem geen in zichzelf gesloten systeem. Van meet af aan stond zijn werk open naar de wereld en zocht hij naar manieren om met geluid het politieke bewustzijn te veranderen. Radicale muziek stond voor Nono nooit op zichzelf, maar was de noodzakelijke implicatie van radicale politieke ideeën.

 

De fysieke ruimte waarin muziek zich afspeelt werd voor Nono in zijn laatste decennium steeds belangrijker – dat laat zijn benadering van Prometeo duidelijk zien. Experimenten met het spatialiseren van geluidsbronnen hebben een lange geschiedenis; in Nono's geboortestad Venetië ontwikkelden componisten als Giovanni Gabrieli eind zestiende eeuw al een geavanceerde vorm van meerkorigheid, waarbij zangers en musici op verschillende plekken in de San Marco werden opgesteld. Gabrieli’s techniek van cori spezzati (‘gebroken koren’) is een verre voorloper van Nono’s geraffineerde omgang met de akoestische ruimte, die centraal staat op de slotdag van het Nono-weekend.

 

Na Prometeo, in de tweede helft van de jaren 80 van de vorige eeuw, componeerde Nono een aantal stukken naar aanleiding van een aforisme dat hij was tegengekomen op een kloostermuur in Toledo: ‘Caminantes, no hay caminos, hay que caminar’ (‘Reizigers, er zijn geen wegen, er is slechts het voortgaan’). Uit deze serie staan Caminantes… Ayacucho (1986-87; uitgevoerd in het Holland Festival 2008) en No hay caminos, hay que caminar... Andrej Tarkovskij (1987) op het programma. Deze composities worden gecombineerd met delen uit Gabrieli’s Sacrae Symphoniae voor cori spezzati. In deze werken maakt de ruimte onvervreemdbaar deel uit van de muziek en is de grens tussen luisteraar en uitvoerder vervaagd: hij is een reiziger in tijd en ruimte geworden, een oor te midden van klank.

Lees minder