Het Atlas Ensemble verenigt dertig briljante musici uit China, Centraal-Azië, het Midden-Oosten en Europa. Dit unieke kamerorkest is een initiatief van Joël Bons, componist en artistiek directeur van het Nieuw Ensemble. Het Atlas Ensemble presenteert een ongehoord klankpalet van westerse en niet-westerse instrumenten en is samengesteld uit topmusici uit Peking, Bakoe, Istanbul, Jerevan, Teheran, Berlijn en Amsterdam.
Het Holland Festival nodigt het Atlas Ensemble uit, om gedurende drie weken Ensemble in Residence van het festival te zijn. Gedurende die periode werkt het Atlas Ensemble, versterkt met een aantal unieke vocalisten, aan nieuwe composities die speciaal voor het ensemble en deze stemmen worden geschreven. Hiervoor zijn o.a. de componisten Jack Body (Nieuw Zeeland) en Frangiz Ali-Zade (Azerbeidzjan) uitgenodigd. De nieuwe composities en bewerkingen zullen worden gepresenteerd op twee grootse concertavonden in het Concertgebouw en in Paradiso. Daarnaast zullen er workshops en concerten van individuele leden van het Atlas Ensemble in het Koninklijk Instituut voor de Tropen plaatsvinden.
Uniek aan het project is de tijd en ruimte die wordt geboden aan componisten, musici en zangers om intensief met elkaar te kunnen werken. Vaak is juist tijd hetgeen ontbreekt bij internationale samenwerkingsprojecten. De concerten en workshops vormen voor het publiek een unieke kans om in de diverse muziekculturen te duiken.
In tegenstelling tot het heterogene moderne westerse ensemble, waarin van elke familie één instrument is vertegenwoordigd, brengt het Atlas Ensemble instrumenten uit verschillende culturen samen, die oorspronkelijk afstammen van dezelfde ‘voorvader’. Behorende tot een en dezelfde familie, zijn zij door de eeuwen heen in diverse culturen verspreid en verder ontwikkeld en is een enorme verscheidenheid aan instrumenten ontstaan. Door deze afstammelingen te verenigen en hun timbres te combineren in één groot ensemble, kan een letterlijk ongehoorde klankpracht worden bereikt. Componeren voor het Atlas Ensemble is daarmee een uitdaging die vele toekomstperspectieven biedt.
Het Atlas Ensemble is voor Joël Bons en het Nieuw Ensemble een logisch vervolg op eerdere projecten waarin geëxperimenteerd werd met combinaties van westerse en niet-westerse instrumenten. Voortbordurend op deze ervaringen biedt het Atlas Ensemble een verder uitgewerkt, evenwichtig en rijk instrumentaal palet. Tegelijkertijd krijgt de ontmoeting en samenwerking tussen musici afkomstig uit oosterse en westerse tradities een grotere diepgang: een aantal van hen zullen langere tijd samenwerken en elkaars culturen bestuderen. Een centraal en in potentie rijk thema is daarbij het verschil tussen de orale/improvisatietradities enerzijds en de notatie/compositietradities anderzijds.
Het Atlas Ensemble is samengesteld uit topmusici uit Peking, Bakoe, Jerevan, Teheran, Istanbul, Mexico, Berlijn en Amsterdam. De niet-westerse musici zijn briljante internationale solisten; sommigen van hen zijn bovendien eminente pedagogen, verbonden aan conservatoria. Een aantal spelers leven in West-Europa maar komen oorspronklijk uit Centraal- en Oost-Azië; zij behoren tot de professionele musici met een multiculturele achtergrond, hetgeen de communicatie bevordert en een brug slaat tussen verschillende muziekpraktijken en notatiesystemen. De westerse musici zijn grotendeels leden van het Nieuw Ensemble, het Nederlandse ensemble voor hedendaagse muziek dat nationaal en internationaal bekendheid heeft verworven door zowel haar excellente uitvoeringen als haar avontuurlijke en letterlijk baanbrekende programmering.
Het Atlas Ensemble zal een volledig nieuw repertoire opbouwen. Alle composities zijn opdrachten voor het ensemble.
maandag 7 juni: Simon Shaheen (ud en viool) – recital Arabische muziek
De vooraanstaande Palestijnse ud-meester en violist Simon Shaheen verzorgt het openingsrecital met traditionele Arabische muziek, eigen composities en improvisaties. Zijn repertoire is gebaseerd op de Arabische makam, bekend om zijn melodische rijkdom en ritmische schakeringen. Shaheen brengt de Arabische makams in hun originele microtonale gedaante, waarbij voorgecomponeerde en geïmproviseerde secties elkaar afwisselen. Simon Shaheen zal ook masterclasses Arabische muziek geven.
woensdag 9 juni – Mugam uit Azerbeidzjan en Shashmakam uit Oezbekistan
Twee intrigerende muzikale tradities uit Centraal Azië gecombineerd in één concert.
Met: Aygun Bayramova – Chanende zang, Elshan Mansurov – kamancha, Elchin Nagijev – tar, alledrie uit Bakoe, en Abror Zufarow – zang en instrumenten, uit Tasjkent.
Mugam, de traditionele Azerbeidzjaanse kunstmuziek, vereist een hoge mate van professionaliteit van de musici en een diepe concentratie van de luisteraar. Typerend voor de uitvoeringspraktijk van deze muziek is een trio bestaande uit een zanger(es) en twee instrumentalisten. Mugam is aan stricte spelregels gebonden maar flexibel wat betreft de keuze van de poëzie en de lengte van de compositie. Een vergelijkbare traditie is de Shashmakam uit Oezbekistan. Abror Zufarow – kleinzoon van de legendarische Turgun Alimatov – is diepgeworteld in deze aloude muziekvorm. Hij zingt en begeleidt zichzelf op de lokale tanbur, de sato en de kushnai. Een unieke gelegenheid om kennis te maken met dit repertoire.
vrijdag 11 juni – Ottomaanse muziek uit Turkije en klassieke muziek uit Perzië
De wereldvermaarde Turkse ney-speler Kudsi Erguner brengt met zijn musici een concert van klassieke muziek uit het Ottomaanse tijdperk in kamermuzikale bezetting: Kudsi Erguner – ney (fluit), Neva Özgen – kemençe (knievedel), Hakan Güngör – kanun (citer) en Fatih Ahıskalı – ud (luit). Kenmerkend voor deze muziek zijn de makams met hun niet getempereerde toonsystemen, grote vrijheid tot improvisatie en fantasierijke versieringskunst. De Iraanse Santur-virtuoos Siamak Aghaei brengt het verfijnde Persische repertoire tot leven.
maandag 14 juni – Traditionele en nieuwe muziek uit China
Acht Chinese topmusici brengen een uniek programma van traditionele en nieuwe Chinese muziek. Alle werkzaam als hoofdvakdocent aan het Conservatorium van Beijing kennen zij het klassieke Chinese repertoire als geen ander. Maar dat niet alleen, in het creatieve mileu van het vooraanstaande instituut zijn zij ook veelvuldig betrokken bij de jongste ontwikkelingen. Met collega’s van de compositieafdeling, zoals Guo Wenjing, is een vruchtbare samenwerking ontstaan. die Beijing tot een van de belangrijkste centra van muzikale ontwikkelingen in China maakt. Uitvoerenden: Dai Ya – dizi (bamboefluit),
Shi Haibin – suona (schalmei), Yang Shoucheng – sheng (mongorgel), Zhang Qiang – pipa (luit), Wang Di – liuqin/ruan (kleine luit en maangitaar), Yuan Sha – zheng (plankciter),
Yan Jiemin – erhu (tweesnarige viool) en Wang Yidong – Chinees slagwerk.
donderdag 17 juni – Geslagen en getokkeld
Een bijzonder concert van luiten en citers uit alle windstreken. Bien etonné de se trouver ensemble: de luiten ud, tar, pipa, ruan, gitaar en mandoline gaan een dialoog aan met de citers kanun, santur, zheng en harp. En hoe dat klinkt! Een avond van onverwachte ontmoetingen, combinaties en improvisaties.
zondag 20 juni – Groot Atlas Ensemble concert in Paradiso
Naar aanleiding van het Nederlandse debuut in december 2002 schreef de Volkskrant:
De dertig musici kwamen van heinde en verre en speelden de sterren van de hemel.
Het Atlas Ensemble verenigde de mooiste geluiden van de wereld in één orkest. (...)
Joël Bons heeft niet alleen exotische virtuozen bij elkaar gebracht, hij heeft er vooral een indrukwekkend orkest van gesmeed waarin verre instrumentale verwanten opeens hechte families zijn geworden. En nu maar hopen dat dit niet ook het eind van het Atlas Ensemble is, en dat er geld komt om dit geweldige idee verder uit te diepen. Want dat verdient het.
Nu is het dan zover: het Atlas Ensemble is terug. Met nieuw werk van Jack Body (solist: de Indonesische zanger/gamelanspeler Budi Putra), stukken gebaseerd op Azerbeidzjaanse melodieën en Turkse volksliedjes van Javanshir Guliev en Evrim Demirel, plus de reprise van één van de hoogtepunten uit 2002: The Waters flow on their Way van Fabio Nieder.
Vocale solisten: Aygun Bayramova (Azerbeidzjan), Oya Ergün (Turkije), Budi Putra (Indonesië) en Alda Caiello (Italië).
dinsdag 22 juni – Hemelse stemmen: de Armeense duduk en vocale muziek met gamelan uit Indonesië
De Armeniërs zijn schatbewaarders van eeuwenoude muzikale cultuur. De weemoedige duduk is daarbij de vertolker de Armeense ziel. Met zijn instrument weet Gevorg Dabaghian het hart van de luisteraar diep te raken. Dabaghian speelt niet alleen traditioneel maar ook hedendaags Armeens repertoire. Na de pauze brengt de Javaanse zanger/gamelanspeler Budi Putra met zijn authentieke stemgeluid de karakteristieke gamelanintonaties van de pelog en de slendro in hun vele variaties tot leven. In samenwerking met Widosari (onder voorbehoud).
donderdag 24 juni – Onverwachte muzikale ontmoetingen
Een verrassingsconcert met tal van onverwachte muzikale ontmoetingen tussen de dertig leden van het Atlas Ensemble: de oogst van de workshops die plaatsvinden tijdens het ensemble in residence-project plaatsvinden.
zondag 27 juni – Atlas Ensemble Slotconcert Holland Festival & Roots Festival o.l.v. Ed Spanjaard in het Concertgebouw
Als klap op de vuurpijl beleven tijdens het slotconcert van het Atlas Ensemble in residence-project een keur aan in opdracht geschreven werken hun eerste uitvoering in de Grote Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw. Tot de componisten behoren Bun-Ching Lam (China/Macau), Stefano Bellon (Italië), Artjom Kim (Oezbekistan) en Frangiz Ali-Zade (Azerbeidzjan). Van de Nederlander Theo Loevendie klinkt het fascinerende Seyir uit 2002. Vocale solisten: Abror Zufarow (Oezbekistan), Aygun Bayramova (Azerbeidzjan) en Mango (Italië). Ed Spanjaard dirigeert. Slotconcert Amsterdam Roots Festival.
Dirigent: Ed Spanjaard
Uitvoerenden: dertig musici uit China, Centraal Azië, het Midden Oosten en Nederland
Coproductie: Holland Festival, Atlas Ensemble en Nieuw Ensemble.
Wereldpremière: 20 en 27 juni 2004, Amsterdam (Holland Festival)
FABIO NIEDER
I cry, the tender blossom is gone
(volkslied uit Azerbeidzjan)
I wish I could melt,
turn info water; to be one with rivers' huge waves,
go upstream to the source of the rivers.
(volkslied uit Armenië)
Fabio Nieder is een fijnzinnig musicus die volstrekt onafhankelijk een eigen muzikale poëzie heeft ontwikkeld. Nieder is een ongeëvenaard orkestrator, een illusionist die de luisteraar weet te betoveren. Zijn werk wordt bewonderd door Luciano Berio en begint de laatste jaren tot de grotere podia door te dringen. In 1957 geboren in Triëst - kruispunt van culturen - is Nieder bij uitstek een vertegenwoordiger van de hedendaagse multiculturele samenleving. Hij studeerde piano bij Roberto Repini en compositie bij Giulio Viozzi aan het conservatorium van zijn geboortestad. Met een beurs van de Jeunesses Musicales kon hij deelnemen aan de zomercursus van Witold Lutoslawski in Groznjan. Begin jaren 1980 werden werken van hem geselecteerd voor de Internationale Gaudeamus Muziekweek. Nieder componeerde diverse muziektheaterwerken. Voor het Nieuw Ensemble schreef hij vier stukken - Serenate in
Tono folkloristico (1983), Sosia (1984), Inno Nazionale Lappone B (1986) en Love songs on a white surface (1993) - en maakte hij bewerkingen van Scarlatti en Grieg, die in 1996 in de Matinee klonken. Als pianist was Fabio Nieder liedbegeleider van onder anderen Elisabeth Schwarzkopf; momenteel doceert hij aan het conservatorium van Triëst.
THEO LOEVENDIE
Als er één Nederlandse componist is die in aanmerking moest komen om een stuk te schrijven voor een uniek orkest als het Atlas Ensemble is het wel Theo Loevendie. Als nestor van de Nederlandse geïmproviseerde muziek, groot kenner van de Turkse en Midden-Oosterse cultuur en veelzijdig hedendaags componist met een open oor voor muziek uit alle windstreken is hij de aangewezen figuur om het Atlas-avontuur tot een geslaagde onderneming te maken. Loevendie werd van meet af aan nauw betrokken bij onder meer het zoeken naar oplossingen voor problemen die zich door de verschillen in cultuur- en speeltradities tussen de musici van het Atlas Ensemble kunnen voordoen.
Theo Loevendie, geboren in Amsterdam in 1930, is een heel eigen weg gegaan. Zijn achtergrond als jazzmuzikant, zijn late bekering tot het hedendaagse componeren en zijn interesse in de klassieke muziek van het Midden-Oosten, hebben geleid tot een zeer persoonlijke benadering van het componeren en hebben een on-Nederlands klinkend idioom opgeleverd. Pas op zijn vijfentwintigste ging Loevendie naar het conservatorium om klarinet en compositie te studeren. Op dat moment was hij echter al professioneel jazzmuzikant. Een engagement in Turkije was een ervaring die grote consequenties voor zijn latere leven en werk heeft gehad. Ondanks zijn conservatoriumstudie bleef Loevendie lange tijd vrijwel uitsluitend componeren voor jazzmusici; pas op zijn negenendertigste voltooide hij zijn eerste concertstuk. Loevendies 'serieuze' werken ademen een spontaniteit die aan de geïmproviseerde muziek doet denken, hoewel hij zelden openlijk aan jazz refereert. Zijn stukken hebben een directe werking, ook wanneer hij strikte technieken aanwendt. Verwant aan de humanistische benadering van componist/bandleider Duke Ellington schrijft Loevendie muziek die de uitvoerenden in staat stelt hun creatieve persoonlijkheid te ontplooien in de individualiteit van hun partijen. Bij veel Nederlandse componisten die nauwe banden hebben met de geïmproviseerde muziek - zoals Guus Janssen, Paul Termos en Maarten Altena - refereert het componeren meestal sterk aan hun improviseren. Bij Loevendie is die relatie abstracter: zijn improvisatorische benadering is slechts hoorbaar in de flexibiliteit waarmee hij strenge uitgangspunten uitwerkt.
In Loevendies werk zijn ritme, melodie en kleur belangrijker dan samenklank. Zijn affiniteit met de muziek uit het Midden- Oosten is daarom niet vreemd. Harmonie speelt in die rijke muziekcultuur nauwelijks een rol. Daarentegen wordt veelvuldig gebruik gemaakt van heterofonie; een vorm van collectief musiceren waarin de spelers dezelfde melodie op een verschillende, voor hun instrument karteristieke wijze versieren. Heterofone texturen zijn een steeds terugkerend en volledig geïntegreerd element in Loevendies muziek. De concentratie op een expressieve uitwerking van melodische en ritmische patronen komt ook tot uiting in de door Loevendie ontwikkelde' curvetechniek'.
Het is een simpel principe dat de componist grote vrijheid biedt: alle melodische lijnen in een compositie worden afgeleid van een beperkt aantal patronen, waarvan de intervallen vergroot of verkleind worden, zodat hun curve in essentie dezelfde blijft. Theo Loevendie verwierf talloze prijzen en zijn muziek wordt over de gehele wereld gespeeld. Hij componeerde vier opera's, waarvan de meest recente- Johnny & Jones - in 2001 door het Nieuw Ensemble bij De Nederlandse Opera in première werd gebracht. Als docent compositie is Loevendie verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam.
data
ma 7 juni 2004 02:00
wo 9 juni 2004 02:00
vr 11 juni 2004 02:00
ma 14 juni 2004 02:00
do 17 juni 2004 02:00
zo 20 juni 2004 02:00
di 22 juni 2004 02:00
do 24 juni 2004 02:00
zo 27 juni 2004 02:00
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend