Van de openingsscène tot de raadselachtige finale: Stanley Kubricks sciencefiction-klassieker 2001: A Space Odyssey blijft onlosmakelijk verbonden met zijn soundtrack. Traditionele verteltechnieken maken plaats voor de emotionele kracht van klassieke werken van Ligeti, Chatsjatoerjan, Richard Strauss en Johann Strauss. Bij de vertoning van de onlangs gerestaureerde film wordt de muziek live uitgevoerd door het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor onder leiding van dirigent André de Ridder, die ook de première in het Londense Southbank Centre voor zijn rekening nam. Het publiek kan zich opmaken voor een adembenemend avontuur, waarin de ruimtelijkheid van film en muziek – ook dankzij de bijzondere locatie – volledig tot zijn recht komt. programma
data
do 21 juni 2012 22:00
informatie
-
Engels
-
Duur voorstelling niet bekend (inclusief een pauze)
Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey uit 1968 geldt in allerlei opzichten als een mijlpaal. Cinematografisch was de film zijn tijd ver vooruit. Bovendien gaf hij een jaar voor de maanlanding een verbijsterend accuraat beeld van menselijke navigatie in het oneindige heelal. Ook de soundtrack was baanbrekend, door de openingsscène van twintig minuten zonder dialoog, en door het eigenzinnige gebruik van muziek van zeer uiteenlopende componisten. In dit spectaculaire project wordt de muziek integraal live uitgevoerd door het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor bij een vertoning van de film: zo ruimtelijk was de ervaring van 2001: A Space Odyssey nooit eerder.
2001: A Space Odyssey wordt vertoond in de Gashouder op het Westergasfabriekterrein. Speciaal voor deze vertoning wordt een perfect gerestaureerd exemplaar van de film naar Amsterdam overgebracht vanuit het British Film Institute. De muzikale leiding is in handen van de jonge, uit Berlijn afkomstige dirigent André de Ridder, net als bij de première in het het Southbank Centre in Londen, op 25 juni 2010. De oorspronkelijke composities worden in de film zelden in hun geheel gebruikt, en er zijn allerlei bijzondere overgangen. De Ridder stelde zelf de speciale partituur samen, en zorgt er eigenhandig voor dat elke muzikale wending op precies hetzelfde moment klinkt als in de originele film.
Eigenlijk had Kubrick de gerenommeerde Hollywoodcomponist Alex North, met wie hij al eerder had samengewerkt, de opdracht gegeven om de filmmuziek voor zijn nieuwe project te schrijven. Ruim twee jaar eerder had hij ook tevergeefs de Nederlander Dick Raaijmakers, pionier op het gebied van de elektronische muziek, gevraagd de film van een eigentijdse elektronische soundtrack te voorzien. In de laatste fase van het productieproces besloot Kubrick echter de composities die hij gebruikt had voor het ritme van zijn montage ook daadwerkelijk op te nemen op de geluidsband. Een goed voorbeeld van Kubricks audiovisuele werkwijze is de sequentie waarin het ruimteschip door het universum wentelt op de tonen van de bekende wals An der schönen blauen Donau uit 1867 van Johann Strauss jr. Pas bij de première kwam North er achter dat zijn partituur op de plank was blijven liggen.
Zo kreeg 2001: A Space Odyssey een soundtrack met veel uiterst effectieve stilte en als muziek slechts bestaande klassieke werken, wat zeer ongebruikelijk was. Hoewel de kritieken bij de première op 2 april 1968 gemengd waren, worden zowel film als soundtrack inmiddels erkend als klassiek. Het gebruik van bepaalde composities heeft zelfs veel navolging gekregen in de filmindustrie, zoals dat van de kenmerkende pauken uit het symfonische gedicht Also sprach Zarathustra uit 1896 van Richard Strauss (geen familie van Johann). Het eerste deel (getiteld ‘Zonsopgang’) van Also sprach Zarathustra, geïnspireerd door Nietzsches gelijknamige filosofisch-visionaire cultuurkritiek, zet Kubrick met groot effect in bij de zonsopgang waarmee de film opent, en opnieuw in de sequentie over de menselijke evolutie.
Een componist die zijn roem bij een breed publiek voor een groot deel aan 2001: A Space Odyssey te danken heeft, is György Ligeti (1923-2006). Maar liefst vier composities van de Hongaar gebruikte Kubrick in zijn film, deels zonder toestemming, wat de componist de regisseur niet in dank afnam. De vier stukken zijn Atmosphères (1961) voor orkest, het etherische Lux Aeterna (1966) voor 16-stemmig koor, het Kyrie uit het Requiem (1963-1965), en een elektronisch bewerkte versie van Aventures (1962-1965) voor drie zangers en zeven instrumentalisten tijdens de enigmatische finale. Vanwege de elektronische bewerking is dit het enige fragment dat niet live kan worden uitgevoerd. Verder klinkt onder meer een fragment uit het ballet Gayane uit 1942 van de Armeense sovjetcomponist Aram Chatsjatoerjan.