Ga naar de hoofdcontent

De Frans-Oostenrijkse theatermaker Gisèle Vienne creëerde met The Pyre een spiegelpaleis waarin niets is wat het lijkt. Waarin het abstracte en het concrete elkaar constant reflecteren. Danseres Anja Röttgerkamp beweegt zich in een pulserend lichtontwerp dat doet denken aan het neon van de nachtelijke metropool, een vervreemdende omgeving die wordt versterkt door een complexe soundscape. Ontdaan van alle realiteit wordt de danseres ver­heven tot een icoon voor de 21e-eeuw. Vanuit deze spannende abstractie beweegt het stuk zich naar een concreet verhaal over een jongen en de danseres. Samen proberen zij te ontsnappen aan het verhaal dat voor hen is geschreven. Programma

De Frans-Oostenrijkse beeldend kunstenaar en theatermaker Gisèle Vienne (1976) maakt haar debuut op het Holland Festival met de voorstelling The Pyre (De Brandstapel). De muziek wordt live gespeeld door het duo KTL (Stephen O’Malley en Peter Rehberg) en de voorstelling komt tot stand in samenwerking met performer Anja Röttgerkamp en een jonge medespeler, Lounès Pezet. De compromisloze Amerikaanse schrijver en performancekunstenaar Dennis Cooper is verantwoordelijk voor de tekst.

 

Vienne studeerde filosofie en schoolde zich als poppenspeler op de l’École Supérieure Nationale des Arts de la Marionnette. Tien jaar lang maakte ze performances in theater en expositieruimtes. In haar werk vermengt ze abstracte, figuratieve en verhalende elementen met fascinerend en ontregelend poppen- en objecttheater, vaak gebaseerd op de lugubere teksten van Cooper. Zoals Jerk, solo for a puppeteer (2008), een maniakale serialkiller-monoloog met een kinderlijke handpop, of de radicale productie This is how you will disappear (2010), waarbij ze een bos integraal op het podium liet verschijnen, inclusief echte bomen en levende roofvogels.

 

In The Pyre onderzoekt Vienne, in nauwe samenwerking met Röttgerkamp, Cooper, O’Malley en Rehberg, de dynamische spanning tussen de concrete uitdrukking van het lichaam en de mogelijkheden om het lichaam van zichzelf te bevrijden. The Pyre is een spiegelpaleis waar niets is wat het lijkt. Vienne: “Ons doel is om de intensiteit, die ontstaat door de spanning tussen aanwezigheid en afwezigheid op te bouwen en vervolgens weer af te breken.”

 

Voor The Pyre gebruikten Vienne en consorten twee richtlijnen: de heilige horror en het gebruik van de abstractie. De voorstelling begint als een danssolo van Röttgerkamp tegen de achtergrond van een veelkleurig abstract, computerachtig lichtontwerp van Patrick Riou. De gehele speelruimte is bedekt met lichtgevende panelen. Het doet denken aan de desoriënterende discolampen van een nachtclub, of de architectuur en neonreclames van een nachtelijke metropool. Dit pulserende lichtontwerp dient als verlengstuk van de choreografie, waarbij het lichaam van de danseres ontdaan wordt van alle realistische kleuren en bewegingen. De vervreemding wordt versterkt door duistere soundscape van Rehberg en O’Malley met nagebootste omgevingsgeluiden, elektronica en instrumentatie, en de echte geluiden van de danser. Het lichaam van de danser wordt zo een levend schilderij waarin de specifieke bewegingstaal en gebaren, ontwikkeld door Vienne en Röttgerkamp, tot uitdrukking komen. Door deze abstractie wordt het lichaam verheerlijkt en de sterfelijke danser wordt een soort goddelijke figuur. Een nieuw icoon voor de 21e eeuw, aldus Vienne. Het fysieke lichaam van de danser suggereert zowel de aanwezigheid en afwezigheid van deze fantasie of goddelijke figuur, maar is bij ook vlagen expressieloos, verstild en leeg. Deze ontregelende paradox zorgt voor een gevoel van heilige horror, zoals schrijver Paul Valéry het noemt.

 

Het eerste deel van The Pyre draait om pure abstractie in beweging, beeld en verhaal. De danser, de ruimte en het geluid worden allemaal uit hun context getrokken. Maar tegen het einde van de voorstelling worden deze elementen weer in een nieuwe vorm gereconstrueerd. Dennis Cooper schreef een tekst, die tot op dat punt onverstaanbaar is verwerkt in de soundscape, maar die aan het eind wordt uitgesproken in een dialoog tussen Röttgerkamp en haar tegenspeler. Coopers korte verhaal wordt uitgespeeld en beide personages proberen vervolgens aan het verhaal te ontsnappen, op zoek naar de ware realiteit van hun bestaan. De overkoepelende beweging van pure abstractie naar een concreet verhaal resulteert in een adembenemend, visueel Droste-effect.

 

De voorstelling gaat in mei in première gedurende Festival Manifeste in het Centre Pompidou te Parijs. Het Holland Festival heeft de Nederlandse première.

  • © Gisele Vienne

Credits

concept Gisèle Vienne regie Gisèle Vienne choreografie Gisèle Vienne scenografie Gisèle Vienne muziek KTL, Stephen O’Malley, Peter Rehberg live performance KTL, Stephen O’Malley, Peter Rehberg klankregie KTL, Stephen O’Malley, Peter Rehberg tekst Dennis Cooper licht Patrick Riou kostuums José Enrique Ona Selfa video Robin Kobrynski concept toneelbeeld LED Lightdesign Producer, Designgroup Professional GmbH uitvoering Anja Röttgerkamp, Lounès Pezet gecreëerd in samenwerking met Anja Röttgerkamp, Lounès Pezet coproductie Opéra de Lille, Le Parvis/Scène National de Tarbes, Centre Pompidou, Les Spectacles Vivants, IRCAM, Comédie de Caen, Centre Dramatique National de Normandie, Festival Automne en Normandie, Scène nationale d'Evreux, La Bâtie Genève, Centre de Développement Chorégraphique-Toulouse, Centre Dramatique National Orléans, Loiret Centre, CCN d’Orléans, Malta Festival-Poznan, Holland Festival, International Summer Festival-Hamburg, Künstlerhaus Mousonturm, Next Festival, Eurometropolis Lille-Kortrijk-Tournai en Valenciennes, BIT Teatergarasjen, Festival de Otoño a Primavera, IDEOLOGIC ORGAN, Bonlieu Scène nationale d’Annecy met steun van Festival Actoral, The Swedish Arts Council, Kaaitheater, La Monnaie/DeMunt, P.O.L. in het kader van TRANSFABRIK

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door