In een decor, dat is geïnspireerd op de Amsterdamse peeskamertjes, zitten 43 muzikanten in 33 op elkaar gestapelde hokjes. De gordijntjes openen zich en langzaamaan ontvouwt zich een opzwepend spektakel van melodie, gezang en ritme. De muzikanten behoren tot de Manganiyars, een moslimgemeenschap uit het Indiase Rajasthan, die al eeuwenlang rondreizen met hun zigeunerachtige, klassiek-Indiase muziek. De Indiase regisseur Roysten Abel, geschoold in Shakespeare en in 2008 nog in Amsterdam met Othello in black and white, werkt in zijn voorstellingen steeds vaker met straatartiesten en muzikanten. In The Manganiyar Seduction (opening Delhi filmfestival 2006) zet hij de muzikanten centraal in een theatrale setting die de Manganiyarmuziek tot een visueel feest maakt.
data
di 16 juni 2009 22:30
wo 17 juni 2009 22:30
do 18 juni 2009 22:30
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze)
In een decor dat is geïnspireerd op de peeskamertjes van de Amsterdamse Wallen brengt de Indiase regisseur Roysten Abel 43 muzikanten – jonge mannen, vrouwen, kinderen en de ouderen uit de Manganiyar-gemeenschap – samen in 36 op elkaar gestapelde hokjes voorzien van een rood gordijntje en omlijst door goedkope kermislampjes. In het begin zijn alle gordijntjes gesloten. Onder leiding van een bijna dansende dirigent, voorzien van Indiase castagnetten, openen zich langzaam een voor een de gordijntjes en ontvouwt zich een orgiastische choreografie van melodie, ritme en gezang. De muzikanten zien elkaar niet, maar staan via de dirigent met elkaar in contact en komen tot een opzwepend, muzikaal vraag- en antwoordspel. Na het hoogtepunt komt de muziek langzaam weer tot rust, om te eindigen met twee hindoemuzikanten die een prachtig lyrisch hindoelied ten gehore brengen, waar de groep moslimmuzikanten gebroederlijk in mee gaat zingen.
De Manganiyars vormen een eeuwenoude Indiase moslimgemeenschap die oorspronkelijk de hofmuzikanten waren van de koningen van Rajasthan in het noordwesten van India, het gebied van de roze stad, de slangenbezweerders en de fakhirs. Na het wegvallen van de koninkrijken in de loop van de achttiende eeuw leidden de Manganiyars een meer zwervend bestaan en groeiden ze uit tot muzikanten voor het volk die neerstreken waar men hen te eten wilde geven in ruil voor hun zigeunerachtige muziek. Hun repertoire strekt zich uit van ballades over de oude koningen tot soefi-liederen geschreven door moslim-mystici. Ze beschikken verder over muziek voor gelegenheden als geboorte, huwelijk en andere feesten. Hoewel de Manganiyars meestal worden ondergebracht bij de volksmuziek, gaat hun traditionele repertoire terug tot de wortels van de Indiase klassieke muziek.