Ga naar de hoofdcontent

Een krekel met een depressie, een olifant met een obsessie en zestien andere o zo menselijke dierenfiguren komen op in Pierre Audi’s nieuwe enscenering van Richard Ayres’ moderne opera The Cricket Recovers. Het libretto is van Rozalie Hirs en is gebaseerd op de bekroonde roman De genezing van de krekel van Toon Tellegen. In achttien korte scènes wordt het verhaal verteld van de krekel die opeens somber in zijn hoofd is en daar niets aan kan doen en van de olifant die de onbedwingbare drang heeft om in bomen te klimmen, maar daar telkens heel hard uit valt. In Ayres’ bruisende cocktail van barokke gebaren, laatromantische retoriek en dadaïstisch variété klinkt de fantastische werkelijkheid van deze dieren versterkt door als een ontroerende, intelligente expressie van de menselijke conditie.

The Cricket Recovers is een moderne opera van de in Nederland woonachtige Britse componist Richard Ayres gebaseerd op het bekende verhaal De genezing van de krekel van de Nederlandse schrijver Toon Tellegen. Het libretto werd geschreven door de Nederlandse zangeres, dichteres en componiste Rozalie Hirs en naar het Engels vertaald door John Irons. De opera wordt uitgevoerd door Asko|Schönberg en VocaalLAB Nederland. In de productie van The London Contemporary Opera verdiende het een nominatie voor Beste Opera in de South Bank Show Awards.

 

De genezing van de krekel is misschien wel het beroemdste dierenverhaal van Toon Tellegen. Op een lichte, humoristische maar treffende toon snijdt hij hierin onderwerpen als depressie, somberheid, eenzaamheid, machteloosheid en acceptatie aan. In het dierenbos waar Tellegen al talloze verhalen over geschreven heeft, is iets raars aan de hand. Op een dag heeft een vreemd gevoel zich meester gemaakt van de krekel. Hij heeft een raar, bonkend gevoel in zijn hoofd. De mier stelt de diagnose: krekel is somber. Niets lijkt zijn neerslachtige, bedrukte gevoelens weg te kunnen nemen. De andere dieren in het bos ondernemen verscheidene pogingen de krekel op te vrolijken. Maar wat de aardige eekhoorn, de hoogmoedswaanzinnige slak, de arrogante uil of de vrolijke maar niet zo empathische beer ook doen, niets mag baten. De dieren organiseren zelfs een uitbundig feest voor hem, maar ook dat helpt niet. De treurnis wordt uiteindelijk toch overwonnen: hij verdwijnt even plotseling en mysterieus als hij kwam.

 

In het boek is tevens een grote rol weggelegd voor de olifant, die ook met een probleem zit. Hij kampt met een ontembare dwang om in bomen te klimmen, maar valt daar telkens weer uit. Uiteindelijk komt de olifant tot het besluit dat telkens als hij de aandrang voelt het beter is zich voor te stellen dat hij in bomen klimt. De genezing van de krekel werd overal lovend besproken en in het tijdschrift Psy voor geestelijke gezondheidszorg zelfs aangehaald als een boek dat alle zelfhulpboeken en egodocumenten over depressie overbodig maakt. Tellegen werd voor het boek in 2000 bekroond met de Gouden Uil.

 

Richard Ayres’ muzikale versie van Tellegens verhaal, The Cricket Recovers, ging in 2005 in première op het Aldeburgh Festival. Het was Ayres’ eerste opera en werd lovend ontvangen. De opera bestaat uit achttien korte scènes waarin we de problemen van de krekel en de olifant zich parallel aan elkaar zien ontwikkelen. Ayres’ partituur dendert uitgelaten door de muziekgeschiedenis, geïnspireerd door Purcell, Mozart en op dierenverhalen gebaseerd werk van Janáček en Ravel. Ayres heeft een expressieve, bruisende cocktail van barokke gebaren, romantische retoriek en dadaïstische kermismuziek gecomponeerd, waarin het koper schaterlacht, vocalen prikkelen, de klanken van een ingeblikte Alpine Symfonie de vergeefse klimpogingen van de olifant begeleiden en de opgewonden dieren in Straussiaanse telegramstijl hun dialogen zingen.

 

Maar onder de vaak grappige oppervlakte herken je dat het hier om serieuze zaken gaat. In de illusoire, artificiële wereld van het dierenbos klinkt altijd het diep doorvoelde pathos van de dieren door, een boeiende en intelligente expressie van de menselijke conditie. De combinatie van een sterk gestyleerde, kunstmatige wereld en zeer nauwkeurig geobserveerde menselijke karaktereigenschappen, zoals we die in het boek terugvinden, heeft Ayres ook in de muziek tot uitdrukking willen brengen. Zelf zegt hij hierover: ‘Ik hoop dat de toeschouwers switchen tussen het ene moment volledige empathie met de zingende figuur, en het volgende moment de realisatie dat het een illusie is die ze hier zien en horen.’

 

Pierre Audi heeft speciaal voor het Holland Festival een nieuwe enscenering van het werk gemaakt. Audi kiest hierin voor een benadering waarin de dieren meer mens worden, primaire impulsen een rol spelen en fysiek spel de vaak vreemde en absurde onderlinge verhoudingen weergeeft. Hij gaat hierbij uit van de jonge zangers van het VocaalLab die binnen dit stuk de mogelijkheden van hun grenzen kunnen opzoeken. De verhalen van de krekel en de olifant zijn elkaars tegenhanger in deze voorstelling: de depressie van de krekel wordt gespiegeld in de manie van de olifant.

  • © Hans van den Bogaard

  • © Hans van den Bogaard

  • © Hans van den Bogaard

Credits

muziek Richard Ayres gebaseerd op Toon Tellegen libretto Rozalie Hirs engelse vertaling John Irons muzikale leiding Etienne Siebens regie Pierre Audi licht Jean Kalman scenografie Jean Kalman in participatie met Elsa Ejchenrand regie-assistent Miranda Lakerveld repetitor Irina Sisoyeva, Henry Kelder uitvoering VocaalLAB Nederland, Asko|Schönberg sopraan Bauwien van der Meer, Donatienne Michel-Dansac mezzosopraan Francine Vis, Els Mondelaers tenor Steven van Gils bariton Arnout Lems bas Hugo Oliveira bas-bariton Hugo Oliveira productie Holland Festival