Ga naar de hoofdcontent
De verbinding centraal - vervolg

De verbinding centraal - vervolg

Brazilië als spiegel van de wereld

Door Jatahy’s inbreng kleurde de 77e editie van het Holland Festival in sterke mate Braziliaans. Zoals de associate artist zelf tijdens haar artist-to-artist talk met theatermakers en landgenoten Janaina Leite en Carolina Bianchi zei: 'Ik kan zelf Brazilië verlaten, maar Brazilië verlaat mij nooit, ik draag het altijd en overal bij me.' Met zijn smeltkroesdemografie en unieke ecologie is Brazilië bovendien de wereld in een notendop, inclusief alle mogelijkheden en problemen. In geen enkel ander land komt alles op zo’n urgente manier samen: klimaatverandering, milieumisdaden, migratie, sociale ongelijkheid, racisme en slavernijverleden.

Laatst genoemde thema’s stonden centraal in de voorstelling Macacos, die in Brazilië bijzonder veel impact heeft gehad maar nooit eerder in het buitenland te zien was en door Jatahy meteen als eerste was aangedragen. In deze virtuoze theatermonoloog schetste Clayton Nascimento de historische lijn van diepgeworteld racisme die loopt van de Europese kolonisatie van Brazilië tot de onafhankelijkheid en het heden. Het hartverscheurende verhaal over de 9-jarige Eduardo die door politiekogels om het leven kwam, werd ingebed in een lesje Braziliaanse geschiedenis, die nu eens niet vanuit het perspectief van de overwinnaars werd verteld maar vanuit het gezichtspunt van de onderdrukten die structureel worden weggezet als apen (macacos).

 

Naast de alleen in Brazilië bekende Nascimento presenteerde het Holland Festival ook de internationaal vermaarde Arthur Verocai. Sinds zijn debuutalbum uit 1972 werd opgepikt door Frank Zappa en Miles Davis en later volop werd gesampeld door hiphopartiesten als MF Doom en Ludacris, groeide hij uit tot absolute cultheld. In zijn optreden met het Metropole Orkest bracht de inmiddels 79-jarige zijn aanstekelijke mix van samba, jazz, funk en bossanova ten gehore. Het concert verbond generaties. Niet alleen op het podium, waar onder andere Verocais zoon meespeelde en de Braziliaanse singer-songwriter Rogê als gast van Verocai zijn Nederlandse debuut maakte, maar ook in de zaal, waar tieners met lp’s onder hun arm hoopten op een handtekening van de meester. Zelfs de poster aan de gevel van Het Concertgebouw werd na afloop meegepikt als souvenir.

Een heel andere kant van Brazilië liet Grupo Cena 11 zien. De dansvoorstelling Eu não sou só eu em mim verenigde anarchistische choreografie, punk-esthetiek en techno.

 

De vierde wand doorbroken

De afstand tussen podium en publiek werd in deze festivaleditie opvallend vaak actief afgebroken, waardoor inleving in de ander geen vrijblijvende optie meer was. Zo liet Clayton Nascimento halverwege Macacos het zaallicht boven de tribune aanzetten voor een goed-fout quiz over de koloniale geschiedenis van Brazilië. Tijdens The Faggots and Their Friends Between Revolutions werden in direct contact met het publiek plaagstootjes met serieuze ondertoon uitgedeeld over de overwinning van radicaal rechts bij de recente Tweede Kamerverkiezingen. En ook bij Stabat Mater, Sisyphe, Pearls en HARDKOOR werd de vierde wand doorbroken. Dat gebeurde zelfs letterlijk in Hamlet – In the Folds of Time toen het projectiescherm vooraan het podium viel, en Hamlet zich rechtstreeks tot de zaal wendde met de woorden “être ou pas être”. Op het einde van het stuk veranderde de achterwand een fractie van een seconde in een spiegel, waardoor de versmelting van podium en publiek totaal was.

 

Een andere manier om de betrokkenheid van festivalbezoekers te vergroten is een extreem lange onderdompeling in de parallelwereld van de voorstelling waardoor de concentratie zich toespitst en een diepere laag van beleving wordt aangeboord. Gedurende een vol etmaal maakte Georgina Verbaan keer op keer een einde aan haar relatie in The Second Woman. Als een hedendaagse Sisyphus verplaatste Victor Pilon twaalf dagen lang, zes uur per dag, zand van de ene kant van het Transformatorhuis naar de andere. Evenzoveel dagen leefde een performer open en bloot in de tentoonstellingsruimte van het Stedelijk Museum in de Marina Abramović-performance The House with the Ocean View. En in Mutability dwaalden bezoekers zes uur lang (of een deel daarvan) door een muzikaal bos waar algoritmes de volgorde, muzikale context en uitvoeringswijze van dertien composities bepaalden.

 

Opstijgend ruimteschip

Om zoveel mogelijk bezoekers op verschillende manieren aan te spreken en een verbintenis tot stand te brengen, bracht het Holland Festival een diverse mix aan voorstellingen, tentoonstellingen en contextprogramma’s. In de festivaltraditie van grootschalige projecten als aus LICHT (2019) en Euphoria (2023) werd dit jaar 11.000 Saiten opgevoerd in de Gashouder. De microtonale muziek van Georg Friedrich Haas is geen alledaagse kost, maar de 1080 stoelen waren twee keer volledig gevuld met luisteraars die er van alles in hoorden, van “de A16 met alle ramen open” tot “het opstijgen van een ruimteschip”. Het contrast was groot met de maximaal vier personen die Flavio Orzari ontving in zijn performatieve installatie Spellotics om samen magische oplossingen te zoeken voor sociaal-politieke vraagstukken.

 

Met Fidelio bracht De Nationale Opera in het Holland Festival Beethovens enige opera op de planken, in een regie van Andriy Zholdak en met het Koninklijk Concertgebouworkest in de bak. Wu Tsang bracht haar interpretatie van Bizets Carmen met een theatergezelschap, Schauspielhaus Zürich, en liet het hoofdpersonage vertolken door een vrouw, een non-binair persoon en een mannelijke crossdresser. De complete productie werd in slechts twee dagen opgebouwd, gespeeld en weer afgebroken – een huzarenstukje waar gewoonlijk drie keer zoveel tijd voor staat.

 

Nederlandse producties

In Het Sieraad, een nieuwe locatie voor het Holland Festival, nam Naomi Velissariou het publiek mee door haar burn-out. In HARDKOOR werkte ze samen met het Nederlands Kamerkoor en Theater Utrecht. Ook andere Nederlandse producties stonden in het teken van nieuwe verbintenissen om nieuwe verhalen te vertellen. In The Bird of a Thousand Voices werkten regisseur Boris Acket en filmmaker Ruben van Leer samen met een internationale groep musici die op het podium een moderne versie verklankten van een Armeens volkssprookje. En leden van de Zaans/Amsterdamse band The Ex sloegen de handen ineen met het Braziliaanse Metá Metá voor een geïmproviseerde soundtrack bij de experimentele film Limite van Mario Peixoto uit 1931.

 

De levende installatie Alles moet weg van Dries Verhoeven werd bijzonder goed bezocht. Hij zal later dit jaar nog op andere plekken in Nederland te zien zijn. Ook HARDKOOR zal door het land gaan reizen en The Bird of a Thousand Voices krijgt een vervolg in onder andere Antwerpen en Parijs. Het festival maakt in dit soort gevallen altijd een afweging tussen exclusiviteit en duurzaamheid, waarbij in het belang van de maker(s), samenwerking met andere podia en het maximaliseren van opvoeringsmomenten geregeld van groter belang worden geacht dan de behoefte om uniek en exclusief werk te tonen. Wunderbaum werkte voor het eerst samen met Landestheater Niederösterreich en het Tangente St. Pölten - Festival für Gegenwartskultur. In hun voorstelling ALFA kwamen Alfa Romeo-liefhebbers uit Italië, Duitsland en Nederland samen om hun passie voor het automerk te delen, maar ook hun positie in een veranderende samenleving te bepalen. 

 

Ondergedompeld

De programmering was bewust zodanig opgezet dat bezoek aan meerdere voorstellingen op één dag makkelijk te combineren viel, vooral in de weekends. Wie dat wilde kon beginnen met het bezoek aan een kunstinstallatie om vervolgens een matineevoorstelling mee te pakken, aan te schuiven bij een Meet the Artist-evenement of even bij te praten in de Holland Festival Living Room, nog een avondvoorstelling te zien en te eindigen met een clubnacht. Zo ontstond een echte festivalsfeer, waarin bezoekers elkaar telkens tegenkwamen, een gemeenschap van gelijkgestemden werd gevoeld, informatie en meningen werden uitgewisseld, en wellicht nieuwe vriendschappen zijn ontstaan.

Een belangrijk onderdeel van de weekendprogrammering waren de clubnacht en verschillende feesten op de vrij- en zaterdagen. Het Holland Festival heeft in het verleden vaker dit soort evenementen georganiseerd maar heeft recent structurele aandacht voor nachtcultuur opgenomen in zijn beleidsplan. Dit jaar werd het spits afgebeten door een clubnacht in Lofi, met Braziliaanse muziek en geluidskunst. Aansluitend bij The Faggots and Their Friends Between Revolutions verzorgden onder ander het Queer Choir Amsterdam en House of Lostbois de feestavond An Unapologetic Night Out. En in het derde weekend werd de theaterzaal van Frascati 2 omgetoverd tot dansvloer: FRASC at NIGHT. In de beschutting van de nacht werden conventionele rolverdelingen en hiërarchieën doorbroken en kon iedereen een alternatief thuis vinden.

Artistiek knooppunt voor professionals

Tijdens het festival werd voor het eerst een Professionals Weekend georganiseerd. Een groep van 45 directeuren en programmeurs van theaters, kunstcentra en festivals uit binnen- en buitenland ontmoetten elkaar, legden nieuwe contacten en discussieerden over brandende kwesties in de podiumkunsten. 

Het Holland Festival organiseerde voor het tweede jaar een uniek uitwisselingsprogramma voor jonge festivalmakers van buiten Europa om ervaringen uit te wisselen en te praten over de verschillen in de institutionele, maatschappelijke en culturele context waarbinnen we werken. Dit jaar liepen twee programmeurs uit Egypte en Zuid-Korea mee in de Festival Exchange. Directeur en programmeur van het Holland Festival bezoeken op hun beurt die landen om weer te leren van de praktijk daar. 

In het kader van het jaarlijkse Immerse-programma bezocht een internationaal samengestelde groep van zeven makers aan het begin van een internationale carrière samen voorstellingen. Onder festivalartiesten vond eveneens volop interactie plaats en ontstonden nieuwe netwerken. Omdat de associate artist de hele maand in Amsterdam aanwezig was en dus niet veroordeeld was tot haar gebruikelijk hit-and-run-reisschema, kon Jatahy voorstellingen van anderen zien en met collega’s in gesprek gaan. En zij was zeker niet de enige. Zo raakten componisten Yannis Kyriakides en Georg Friedrich Haas achter de schermen van Mutability met elkaar in gesprek. Ook andere kunstenaars bezochten voorstellingen en/of repetities van collega’s. Door dit soort informele ontmoetingen mogelijk te maken fungeert het Holland Festival als een thuis voor makers.

terug naar de terugblik