De absurde, beangstigende werkelijkheid van het leven onder staatsterreur ten tijde van de opera De Neus.
Telegrams from the Nose speelt in de Sovjet-Unie van de jaren twintig, toen Sjostakovitsj zijn opera De Neus, gebaseerd op het beroemde verhaal van Gogol, componeerde. Het is een bijzondere, beeldende voorstelling van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentridge, met muziek van de Franse componist François Sarhan, over deze woelige tijd waarin de avantgarde nog alles verwacht van de revolutie. Totdat de paranoia van Stalin toeslaat en een hele generatie kunstenaars wordt weggezuiverd. De combinatie van een kleine bezetting met onder meer strohviool en -cello, de geprojecteerde videoanimaties van Kentridge en de modernistische muziek van Sarhan roept een krachtig beeld op van een absurde, beangstigende werkelijkheid waarin voor het individu geen plaats meer is.
data
za 19 juni 2010 19:00
za 19 juni 2010 22:00
zo 20 juni 2010 19:00
zo 20 juni 2010 22:00
informatie
-
Engels
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze)
Telegrams from the Nose (oorspronkelijke titel ‘I am not me, the horse is not mine’) is een kleine ‘beeldende voorstelling’ van 40 minuten van de Zuidafrikaanse kunstenaar William Kentridge op muziek van de Franse componist François Sarhan. De muziek wordt uitgevoerd door leden van het Brusselse Ictus onder leiding van dirigent Georges-Elie Octors, te weten François Deppe op ‘Stroh-cello’, Tom Pauwels op gitaar, Jean-Luc Plouvier op keyboard en Igor Semenoff op ‘Stroh-viool; de tekst wordt voorgedragen door Bertran Raynaud en François Sarhan. Het stuk houdt het midden tussen muziektheater en een video met animatiebeelden, en dient tegelijk als voorbereidende studie voor Kentridges enscenering van Sjostakovitsj' De neus bij de Metropolitan Opera in New York in 2010; de titel verwijst vooruit naar die productie, een bewerking van het klassieke verhaal van Gogol. Kentridge maakte zelf de projecties, ontwierp het decor en beschilderde een aantal van de instrumenten, zoals de Stroh-cello en Stroh-viool die speciaal voor het project zijn gebouwd. Deze instrumenten, in het Nederlands ook wel ‘violofoon’ geheten, maken geen gebruik van een houten klankkast maar van een grote metalen klankconus; zij ontlenen hun naam aan de Duitse ontwerper Stroh, die zijn idee in 1899 patenteerde. De verteller declameert zijn teksten bovendien door een ouderwetse (akoestische) megafoon, wat nog bijdraagt aan het vervreemdende klankbeeld.
Het stuk is gesitueerd in de Sovjet-Unie in de jaren 30, wanneer Stalins paranoïde angst voor complotten die tegen hem gesmeed zouden worden leidt tot grootscheepse zuiveringen en groteske showprocessen. Gedurende de jaren 20 gedijden het futurisme en het constructivisme uitstekend in de Sovjet-Unie en verlichte kunstenaars en intellectuelen verwachtten veel van de artistieke en sociale revolutie; de verwarring is dan ook totaal als de genadeloze vervolgingen van start gaan en een hele generatie kunstenaars buitenspel wordt gezet. Er heerst een klimaat van terreur, maar tegelijk ook van bezetenheid en ongebreidelde artistieke verbeeldingskracht. Telegrams from the Nose is geïnspireerd op de getuigenis die Nikolai Bukharin in Moskou in 1932 en 1938 aflegde aan het Centraal Comité van de Communistische Partij, en delen van de tekst in deze muziektheatervoorstelling zijn een letterlijke weergave van de laatste minuten van het proces tegen Bukharin. De oorspronkelijke titel, ‘Ik ben niet ik, het paard is niet van mij,’ komt uit een volksgezegde waarmee Russen betrokkenheid of schuld ontkennen. Behalve uit het verslag van het verhoor van Bukharin hebben de makers ook geput uit het werk van de absurdistische Russische schrijver Daniil Charms, die in 1942 na jarenlange vervolgingen stierf in een krankzinnigengesticht; de wijze waarop die teksten uit zo verschillende bronnen verweven raken toont de absurditeit van de toenmalige werkelijkheid.
De voorstelling werd bedacht voor de vernissage van het tentoonstellingsproject ‘Everyone their own projector’, waarbij ongeveer honderd nieuwe tekeningen van Kentridge werden geëxposeerd (die ook een publicatie in boekvorm krijgen). Als decor voor deze voorstelling ontwierp Kentridge een druk beschilderd canvas van ongeveer 4 bij 3 meter. Op dit doek, dat achter de zes uitvoerders hangt, wordt een collage van schaduwbeelden, animatiefragmenten en uitvergrote tekstflarden geprojecteerd. Deze beelden tonen de rücksichtsloze opmars van de nieuwe mens, begeleid door de modernistische muziek van Sarhan, waarbij muziek en beeld steeds wisselende relatie aangaan. Isolement, bedreiging en onderdrukking worden verhuld door snelheid en dynamiek, door een vlucht in het groteske en de ironie – totdat opeens de censuur ingrijpt en de voorstelling ontspoort. Telegrams from the Nose duurt 40 minuten en wordt tweemaal per avond gebracht.