Meer dan veertig jaar nu al bekleedt Karlheinz Stockhausen een unieke positie in de muziekwereld. Zijn muziek en persoonlijkheid zijn charismatisch en onweerstaanbaar, maar tegelijkertijd onrustbarend en provocerend. Zijn werk fascineert niet alleen vanwege de klank - die van een bijna ongeëvenaarde schoonheid is - of de vernieuwende technische eigenschappen, maar ook omstreden spirituele aspiraties. Het uitgebreide Holland Festival-retrospectief biedt een doorsnede van Stockhausen’s inmiddels ruim tweehonderd composities omspannende scheppingsarbeid.
data
zo 18 juni 1995 02:00
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend
Van de in 1954 geplande reeks van eenentwintig Klavierstücke heeft Stockhausen er inmiddels vijftien voltooid. De eerste twee ‘cycli’ (de nummers I-IV uit de jaren 1952-’53 en V-X, 1954-'55) verbijsterden de muziekwereld. Niet alleen vanwege hun originaliteit en vanwege de hoge uitvoeringseisen, maar ook door het ongekende klankreservoir dat de componist wist te ontsluiten. In latere, op zichzelf staande stukken verleende Stockhausen de uitvoerder veel vrijheid. Nummer XI bijvoorbeeld bestaat uit negentien delen die in een willekeurige volgorde gespeeld kunnen worden. De Klavierstücke XII-XV ontstonden in de jaren 1979-'91 als zelfstandig uitvoerbare onderdelen van de Licht-opera's. Met het tot nu toe laatste Klavierstück, nummer XV, is Stockhausen voor de zoveelste maal een nieuwe richting ingeslagen, en wel met behulp van de elektronische piano, de synthesizer.
Overigens heeft Stockhausen zich vanaf het begin van zijn carrière intensief beziggehouden met elektronische muziek. De IJsbreker brengt als wereldpremière, in het Planetarium van Artis, Weltraum - Outer Space. Elektronische Musik vom Freitag aus Licht uit 1992-'94.
Mantra voor twee piano's, voor sommigen een van de belangrijkste composities in het naoorlogse componeren en in ieder geval een hoogtepunt in Stockhausen’s oeuvre, is typerend voor de richting die de componist rond 1970 was ingeslagen. In die periode werd de spirituele dimensie steeds belangrijker en deed een meditatieve kwaliteit haar intrede in de muziek. Maar ook in Mantra, een ingenieuze reeks van dertien variaties, is Stockhausen’s compositorische vernuft duidelijk hoorbaar, onder meer in de toepassing van elektronica die een ongehoorde klankpracht mogelijk maakt. Op het programma staan ook enkele van de baanbrekende meesterwerken uit de beginperiode van het serialisme, zoals Kreuzspiel en KontraPunkte - zeker niet de dorre reeksencomposities waarvoor ze vaak versleten worden, maar adembenemend spannende vormexperimenten. Verder ook Tierkreis (1975-'76), een zeer puur en melodieus, voor Stockhausen-begrippen ‘eenvoudig’ werk. Musici als Gidon Kremer introduceerden het bij een groot publiek en amateurmusici hebben het vaak op de lessenaar staan.