In zijn baanbrekende compositie Répons (1981-1984) koppelde Pierre Boulez, de ‘grand maître’ van het muzikale experiment, voor het eerst het traditionele instrumentarium van de uitvoerenden aan real-time digitaal gemanipuleerd geluid. Vanwege het spiraalvormige karakter van de compositie en de ruimtelijke opstelling van ensemble, solisten, luidsprekers én publiek is de Gashouder de ideale zaal om het spannende spel van heden en verleden, vraag en antwoord tot zijn recht te laten komen. Boulez’ ouwe getrouwen van het Ensemble intercontemporain en de klanktovenaars van het door Boulez opgerichte IRCAM spelen onder leiding van Matthias Pintscher het stuk twee keer, zodat het publiek in de pauze van plaats kan wisselen om het vervolgens vanuit een heel ander perspectief nogmaals te beluisteren. Een unieke kans om dit iconische werk in al zijn finesses te leren kennen. programma
data
zo 14 juni 2015 20:00
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend (inclusief een pauze)
Na muzikale portretten van Varèse, Xenakis, Cage en Nono eert het Holland Festival tijdens de 68e editie de Franse componist en dirigent Pierre Boulez (1925). Het belang van Boulez in het naoorlogse muzieklandschap kan nauwelijks worden overschat; de meester is van grote invloed geweest op zowel zijn generatiegenoten als de componisten na hem. Tot de sleutelcomposities van Boulez die het Holland Festival presenteert, behoort Répons (1981-1984).
Répons, waarin traditioneel instrumentarium gekoppeld wordt aan door de computer gegenereerd en getransformeerd geluid, wordt in het Holland Festival tijdens één concert tweemaal uitgevoerd door de ideale vertolkers: het in 1976 door Boulez opgerichte Ensemble intercontemporain onder leiding van Matthias Pintscher. De zes solisten komen uit de eigen gelederen – twee pianisten, een harpist, twee slagwerkers en een cimbalomspeler. Het ensemble speelde ook de première van de eerste versie van het stuk op 18 oktober 1981, tijdens de Donaueschinger Musiktage. Techniek en live elektronica worden in Amsterdam verzorgd door het IRCAM (Institut de Recherche et Coordination Acoustique/Musique) uit Parijs, een instituut waarvan Boulez sinds de oprichting in 1970 tot 2002 directeur was. Ook het IRCAM was er vanaf de eerste opvoering van Répons bij.
Boulez componeerde Répons in 1981 en boetseerde nog enkele jaren daarna aan het werk. Versie 1 duurde 17 minuten, versie 2 duurde 35 minuten (eerste uitvoering Londen, 6 september 1982) en versie 3, tot nu toe de laatste, heeft een lengte van ongeveer drie kwartier (eerste uitvoering Turijn, 22 september 1984). Boulez omschrijft zijn werken altijd als ‘work in progress’ – bij zijn hang naar het experiment hoort een stromend en veranderlijk geheel, niet iets dat af is.
Répons, dat bestaat uit een introductie, acht secties en een coda, is de eerste grote compositie waarin Boulez de mogelijkheden van digitale geluidsbewerking – met name de live-geluidstransformatie – demonstreert die hij had onderzocht aan het IRCAM. De componist heeft altijd verder willen kijken dan het geluid dat een doorsnee klassiek instrumentarium kan produceren. Hij stak zijn licht op bij Pierre Schaeffers Studio de Musique Concrète en de Siemens Studio in München, en stond uiteindelijk aan het hoofd van het door hem opgerichte IRCAM. Boulez ziet Répons als een spiraalvormig traject, dat uitgevoerd wordt in verschillende fasen. Hij vergelijkt het met het Guggenheim Museum in New York, waarvan het interieur een langzaam oplopende spiraal is. Boulez: ‘Als je dit museum bezoekt, kun je ieder moment een blik werpen zowel op wat je het eerstvolgende moment gaat zien, als op wat je zojuist hebt gezien, dat al ver weg is. Deze interferentie van heden en verleden, het feit dat dezelfde gegevens terugkeren op een lager of hoger niveau, maar vergroot en vervormd, raakte me werkelijk. Als je liever muzikale termen gebruikt, is Répons een variatieserie waarin de volgorde van het materiaal zich vanzelf aandient...’
In de titel Répons zit een verwijzing naar het gregoriaans waarin solozanger en koor elkaar afwisselen en beantwoorden. Boulez gebruikt deze techniek ook en noemt ‘répons’ een containerbegrip, hij brengt diverse lagen aan: we horen dialogen tussen de solisten en het ensemble, tussen de ensemblespelers onderling, tussen het akoestische en het elektronische geluid en tussen wel en niet digitaal vervormde klankpassages. Het geluid reist door de ruimte, wordt door de ruimte gestrooid. Boulez speelt een spel met klanken, nu eens ver weg, dan weer dichtbij: geagiteerde ritmes, de piano die uitgebreid de aandacht vraagt; de secties lopen in elkaar over, maar veranderen onmiddellijk van sfeer. Het openingsdeel, gespeeld door het ensemble, leidt de solisten in wier geluid vanaf het begin getransformeerd wordt. Dit effect geeft het geheel een surrealistische tint. Naar aanleiding van Répons meldde Boulez van virtuositeit te houden, ‘niet om de virtuositeit, maar omdat die gevaarlijk is.’ Volgens hem krijgt muziek waarde als ze niet op veilige grond blijft, maar een risicovol karakter heeft. De kamermusici, de solisten en de technicus achter de knoppen moeten voortdurend op hun hoede zijn en op elkaar reageren. Het stuk bevat een hommage aan mecenas Paul Sacher; de letters van zijn naam vormen het uitgangspunt voor het harmonische materiaal.
De uitvoeringsvoorschriften van het energieke stuk maken de Gashouder de perfecte zaal voor dit werk, het ruimtelijke karakter van de compositie komt hier optimaal tot zijn recht. Het publiek zit rondom de ensemblemusici, wier spel niet versterkt of vervormd wordt. Om het publiek heen worden zes podia geplaatst voor de solisten. Tussen deze podia bevinden zich zes luidsprekers. Het aandeel van de solisten wordt op verschillende manieren getransformeerd, onder meer door toevoeging van artificiële klanken en voortdurende beïnvloeding van de plaats van het geluid middels het netwerk van luidsprekers. In de pauze, voordat de compositie voor de tweede maal klinkt, kunnen de luisteraars van plaats veranderen.
Dit concert maakt onderdeel uit van de festivalfocus op Pierre Boulez.