Ga naar de hoofdcontent

Het stuk van Nobelprijswinnares Jelinek is verkozen tot beste Duitstalig toneelstuk van 2009.

Rechnitz, het stuk van Nobelprijswinnares Elfriede Jelinek, ontleent zijn titel aan het gelijknamige Oostenrijkse plaatsje. Daar werden in maart 1945 tweehonderd Hongaarse Joden doodgeschoten door een groepje nazileiders en notabelen die zich voor een soirée hadden verzameld op het kasteel van graaf en gravin Batthyány. Acteurs van de Münchner Kammerspiele, met sterren André Jung en Hildegard Schmahl, spelen in wisselende rollen boodschappers die ons over deze gruwelijke gebeurtenis berichten. Zij demonstreren het perverse Volksempfinden dat deze massamoord mogelijk maakte en laten zien hoe de waarheid 65 jaar na het einde van de oorlog nog steeds wordt verhuld, verdraaid en verzwegen.

Rechnitz van de Oostenrijkse Nobelprijswinnares Elfriede Jelinek werd in 2009 door Theater Heute uitverkoren als Toneelstuk van het jaar 2009. Regisseur Jossi Wieler nam de tekst ter hand met acteurs van de Münchner Kammerspiele, waaronder de ook hier in Nederland bekende André Jung en Hildegard Schmahl.

Het stuk ontleent zijn titel aan het gelijknamige Oostenrijkse plaatsje aan de Hongaarse grens, waar op 24 maart 1945, vijf dagen voor de Russen kwamen, tweehonderd Hongaarse joden op brute wijze werden vermoord door een groepje nazileiders, SS-officieren en plaatselijke notabelen die zich voor een soiree hadden verzameld op het nabijgelegen kasteel van graaf en gravin Batthyány.

Een paar duizend Hongaarse joden waren naar Rechnitz vervoerd om er te werk gesteld te worden als dwangarbeiders bij de aanleg van een verdedigingslinie tegen de oprukkende Russen. Tweehonderd van hen werden ongeschikt bevonden voor de arbeid, waaronder veel ouderen, vrouwen en kinderen. Zij werden opgesloten in een schuur, waar ze hun lot afwachtten. Als snel kwam daar duidelijkheid over, toen de feestgangers van het kasteel zich bewapenden, de joden dwongen zich uit te kleden, hen afranselden en ter plekke doodschoten. Achttien mensen werden gespaard. Zij moesten het massagraf graven, waarna zij de volgende dag ook zelf geëxecuteerd werden.

Het massagraf werd gevonden door de Russen, maar later verdwenen de bewijzen hiervoor en waren de slachtoffers spoorloos. In 1946 werd een gerechtelijk onderzoek ingezet naar de massamoord. Maar toen twee belangrijke getuigen werden vermoord en hun huizen in brand werden gestoken, trokken de meeste getuigen hun verklaringen in, of zwakten ze af. In Rechnitz heerst sindsdien een klimaat van angst en zwijgen.

Uiteindelijk kregen drie van de betrokkenen een milde straf voor hun aandeel in de moord, maar de hoofdverdachten bleven buiten schot. De graaf en gravin vluchtten met Gestapo-leider Franz Podezin en nazi-partijlidJoachim Oldenburg naar Zwitserland. Toen Podezin ook daar de grond te heet onder de voeten werd, vluchtte hij met hulp van de gravin naar Zuid-Afrika. Joachim Oldenburg vestigde zich later in Argentinië. De gravin, oudste dochter van de Duitse staalmagnaat Heinrich Thyssen, bleef in Zwitserland zonder zich ooit rekenschap te hoeven geven van haar rol in deze gruwelijke geschiedenis.

 

Het stuk Rechnitz heeft vele lagen en wisselende perspectieven, die door Jelinek en regisseur Wieler op geraffineerde wijze in elkaar zijn geschoven. Wieler voert vijf boodschappers op die ons moeten vertellen wat er die nacht gebeurd is, als het koor in een Griekse tragedie. Maar al snel wordt duidelijk dat deze boodschappers niet volledig te vertrouwen zijn. Zij maken vooral omtrekkende bewegingen, spreken hun twijfels uit, wisselen van rol, spreken elkaar tegen, ontkennen en bagatelliseren. En als ze een tipje van de sluier lichten en aan de ware toedracht refereren, doen ze dat fluisterend, etend of lachend, maar nooit direct en waarachtig.

Jelinek is het er niet zozeer om te doen deze gruwelijke misdaad te reconstrueren, maar veeleer om het sinistere zwijgen en ontkennen bloot te leggen, om te laten zien hoe de waarheid zestig jaar na dato nog steeds eindeloos verhuld, verdraaid en verzwegen wordt. Volgens Jelinek is het bloedbad van Rechnitz dan ook symptomatisch voor de houding van Oostenrijk ten opzichte van de oorlog en het fascisme dat volgens haar nog steeds welig tiert.

Credits

productie Münchner Kammerspiele tekst Elfriede Jelinek regie Jossi Wieler toneelbeeld Anja Rabes kostuumontwerp Anja Rabes dramaturgie Julia Lochte muziek Wolfgang Siuda licht Max Keller cast André Jung, Katja Bürkle, StevenScharf, Hans Kremer, Hildegard Schmahl regie-assistent Ramin Anaraki assistent toneelbeeld Jens Dreske assistent kostuumontwerp Pascale Martin inspiciënt Lutz Müller-Klossek souffleuse Roswitha Dierck