Marktplaats 76 is Jan Lauwers' donkerste verhaal voor zijn levenslustige gezelschap. Met hemzelf als verteller en leider van de plaatselijke fanfare zingt en danst Needcompany het verhaal van een dorp. Een dorp dat rouwt om de gevolgen van een tragische ontploffing op de marktplaats. Een uit de hemel gevallen reddingsboot geeft het startschot voor een overvloed aan beelden en muziek in het epische verhaal van de dorpelingen. Rouw en verdriet, bloedschande en ontvoering, pedofilie en zelfmoord worden door de performers tot leven gebracht in een vurige gemeenschap waarin overdadige liefde, vriendschap en geluk overleven. De vragen die Lauwers in deze voorstelling stelt gaan terug naar het hart van de politiek in de eenentwintigste eeuw. Dat wat ooit een samenleving bijeenhield – traditie, religie, etniciteit, nationaliteit,… - heeft in de geglobaliseerde wereld zijn vanzelfsprekende en bindende kracht verloren. De (on)mogelijkheid van het samenleven is de cruciale inzet van Jan Lauwers’ voorstellingen van het voorbije decennium. De kamer van Isabella (2004), De Lobstershop (2006) en Het Hertenhuis (2008) – samen de Sad Face | Happy Face trilogie – zijn evenveel vertellingen over de krachten die een groep (ont)binden. In Marktplaats 76 brengt Jan Lauwers het verhaal van de verlossing van een gemeenschap. De markt was en is nog steeds het vertrek- en eindpunt van betogingen en manifestaties, uitingen van de wil van de burger. Het is de plek van het openbare spreken. Wat de gemeenschap aangaat, gebeurt op het marktplein, en omgekeerd: wat op het marktplein gebeurt, gaat de gemeenschap aan. Met deze epische voorstelling geeft Lauwers de kans om het dorp door een soort van psychoanalyse te laten gaan. Programma
data
vr 21 juni 2013 22:30
za 22 juni 2013 22:30
informatie
-
Engels, Frans
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze)
Regisseur Jan Lauwers schreef Marktplaats 76 uit ergernis over het gebrek aan solidariteit in onze moderne samenleving, die volgens hem een machine is geworden die op grote schaal uitsluiting, marginaliteit en onzekerheid produceert: van armen, werklozen, daklozen, illegalen, vluchtelingen en migranten.
In het dorp in Marktplaats 76 wonen een bakker, een slager en een loodgieter. Maar de idylle zoals we die ons misschien bij zo'n dorp voorstellen is ver te zoeken; een hechte gemeenschap die zich geschraagd weet door gedeelde tradities, religie, etniciteit en nationaliteit, is dit dorp niet meer. De inwoners hebben te maken met kwesties als incest, pedofilie, bloedschande en zelfmoord. Rond de fontein op het marktplein verzamelen zich hopen afval, rottend voedsel, stadsdieren, daklozen, bedelaars en gespuis. Hier worden alle taalregisters met elkaar vermengd: intiem, obsceen, racistisch, seksistisch, xenofoob, plat, ongepast, beledigend, scheldend, hard, agressief: de onverbloemde taal zoals we ze die sinds kort in de riolen van het internet horen spreken. En het toneel wordt naast de geijkte dorpelingen ook bevolkt door een aantal straatvegers, gemarginaliseerden die wij normaal misschien niet zien, maar hier op het toneel in hun oranje hesjes juist zeer zichtbaar zijn.
Hoe reageert zo’n moderne samenleving als ze geconfronteerd wordt met een catastrofe? Dat is de centrale vraag die Lauwers en zijn vaste gezelschap Needcompany hier stellen. Het stuk begint met de herdenking van een gasontploffing, waarbij een jaar eerder 24 mensen in het dorp om het leven kwamen, waaronder zeven kinderen. De herdenkingsplechtigheid loopt al snel volledig uit de hand. De rouwenden bieden tegen elkaar op om wie het meeste verdriet heeft. De pijn, zo blijkt, is niet in woorden te vatten. Alleen in de dronkenmanspraat van Anneke, de vrouw van de slager, peilen we de diepte van het verdriet. Beschonken beklaagt zij zich dat haar man Benoit geen seks meer met haar wil sinds de dood van hun dochter en sinds zij zelf door het ongeluk in een rolstoel zit. Zij spreekt hiermee niet alleen voor zichzelf. Het blijkt dat geen van de mannen meer bij hun vrouw slaapt. Alle levenskracht lijkt verdwenen te zijn uit de samenleving. Verlamd door het intense verdriet zit het dorp gevangen in een steriele omgang met elkaar, symbool voor de bredere, maatschappelijke steriliteit waarin het beschaafde, democratische westen dreigt te verzanden.
De gespannen sfeer tijdens de herdenkingsplechtigheid wordt nog intenser als diezelfde ochtend Oscar, de zoon van de bakkerin, zelfmoord pleegt. Tot overmaat van ramp wordt tijdens het feest, dat na de plechtigheid volgt, Pauline, de zus van Oscar, ontvoerd door de pedofiele loodgieter Alfred Signoret, met medeweten van zijn vrouw Kim-Ho, die haar eigen dochter Michèle koste wat kost wil beschermen voor haar man (achter Signoret en Kim-Ho gaan duidelijk de figuren van Marc Dutroux en zijn vriendin Michelle Martin schuil). Niets lijkt het dorp en haar inwoners te worden bespaard. Als klapstuk komt aan het eind van de inmiddels volledig ontspoorde herdenking een schip uit de lucht vallen, als een deus ex machina. Maar dit schip met als enige inzittende de bootvluchteling Squinty blijkt uiteindelijk ook geen redding te kunnen brengen.
Na 76 dagen wordt Pauline teruggevonden. Signoret zal moeten boeten voor zijn daden. Wraakgevoelens mengen zich nu met het intense verdriet. Wanneer de loodgieter in de fontein valt, kijkt men de andere kant uit en laat men hem verdrinken. Vervolgens wordt hij in de nok van het theater opgehangen. Maar de wraak kan het verdriet niet stillen. Ook de straf die men voor Kim-Ho bedenkt – 76 dagen opsluiting in haar eigen huis - kan de dorpelingen geen rust en liefde bezorgen. De gemeenschap moet nog door een lange winter voordat de ‘redding’ zich onverwacht manifesteert in de figuur van Kim-Ho zelf. Terwijl de mannen niet meer bij de vrouwen slapen, kunnen zij wel terecht bij Kim-Ho, die vrijwillig de hoer speelt voor het hele dorp. De oerkracht van haar seksualiteit doorbreekt uiteindelijk de impasse. De reuzenbaby die zij baart kan van alle mannen in het dorp zijn. De baby staat symbool voor een nieuwe samenleving, die haar identiteit niet baseert op afstamming, verwantschap of herkomst, maar op de kracht van de liefde en de seksualiteit, die ons allen bindt en waardoor het dorp in Marktplaats 76 weer door kan gaan met leven.
Jan Lauwers zet het belang van gemeenschap en solidariteit in Marktplaats 76 kracht bij door het gebruik van groepszang en livemuziek gecomponeerd door Maarten Seghers, Hans Petter Dahl en Rombout Willems.
Het is niet de eerste keer dat er live muziek wordt gemaakt en dat de acteurs zingen in zijn stukken, maar dit gebeurde nooit op zo'n uitnodigende manier als hier en nooit was het muzikale en vocale aandeel in zijn stukken zo groot. Volgens Lauwers is de Westerse cultuur vervreemd geraakt van groepszang en van de rituele dimensie hiervan, die een heel andere vorm van uitwisseling van energie genereert dan het gesproken woord. Voor Lauwers heeft gezamenlijk zingen en musiceren in tegenstelling tot het gesproken woord te maken met feest, viering en gemeenschapszin.