Ga naar de hoofdcontent

Jérôme Bel schreef een ‘auto-bio-choreo-grafie’ over zijn werk als choreograaf en zijn betrokkenheid bij de wereld om hem heen. Omdat hij zelf vanwege het klimaat niet meer reist, wordt zijn verhaal in Amsterdam verteld en bewerkt door lokale kunstenaars Maria Magdalena Kozłowska en Pankaj Tiwari. 


In 2019 besloot choreograaf Jérôme Bel om ecologische redenen dat hij niet meer zou vliegen. Samen met theaterregisseur Katie Mitchell en Théâtre Vidy-Lausanne bedacht hij het project 'Sustainable Theatre'. Dit bestaat uit twee voorstellingen die toeren in de vorm van scripts, tekst en een set regels. De uitvoering en de voorstelling zelf worden in ieder land op een duurzame manier door een lokale cast en crew tot stand gebracht.


In het Holland Festival zullen de in Nederland wonende makers Maria Magdalena Kozłowska en Pankaj Tiwari op een originele en slimme manier dit uitdagende concept tot stand brengen. Aan de hand van videovertoningen vertellen zij het verhaal waarin Bel zijn vroegere choreografieën verbindt met zijn ontmoetingen, keuzes, twijfels en betrokkenheid. Daarbij zullen ze ook hun eigen ervaringen als makers verwerken en in verband brengen met die van Jérôme Bel.


In dit artistieke onderzoek van Bels dertigjarige carrière komen fundamentele vraagstukken aan de orde. Die gaan over: kwetsbaarheid, anders-zijn, machtsrelaties, marginalisering, rechtvaardigheid, gelijkheid. En over bevrijding van consumentisme, kapitalisme en showbizz. Al op 33-jarige leeftijd antwoordde Bel op de vraag van een journalist waarom hij zijn werk maakte: 'Om de wereld te redden.' 


Jérôme Bel is de tweede productie van Sustainable Theatre van het Holland Festival in samenwerking met Frascati Producties. De eerst productie was A Play for the Living in a Time of Extinction van Katie Mitchel in 2022.



Waarschuwing

In de voorstelling wordt gebruikgemaakt van lasers en stroboscopische effecten.


PROGRAMMABOEK

Deze voorstelling maakt deel uit van het project 'Sustainable Theatre?', ontwikkeld door Katie Mitchell, Jérôme Bel, Théâtre Vidy-Lausanne, met medewerking van het Competence Centre for Sustainability van de Universiteit van Lausanne: twee voorstellingen en een workshop die in de vorm van scripts rondreizen en in elk partnertheater met een lokaal team worden nagespeeld.


Wereldpremière van de voorstelling Jérôme Bel, uitgevoerd en geënsceneerd door Jérôme Bel, geproduceerd door R.B. Jérôme Bel (assistent-regisseur: Maxime Kurvers; artistiek advies en uitvoerende leiding: Rebecca Lasselin; administratie: Sandro Grando) in coproductie met Ménagerie de Verre (Parijs), La Commune centre dramatique national d'Aubervilliers, Festival d'Automne à Paris, R.B. Jérôme Bel (Parijs).


Beelden van Herman Sorgeloos, Marie-Hélène Rebois, Aldo Lee, Pierre Dupouey, Olivier Lemaire, Chloé Mossessian en geproduceerd door CND Centre national de la danse, R.B. Jérôme Bel, Paris National Opera/Telmondis in samenwerking met France 2, met medewerking van Mezzo en van Centre national de la cinématographie, Theater Hora, Frans Instituut Alliance Française - FIAF.


R.B Jérôme Bel wordt gesteund door de Direction régionale des affaires culturelles d'Ile-de-France, Frans ministerie van Cultuur.



Lees meer voor Interview met Maria Magdalena Kozłowska en Pankaj Tiwari.

Deze voorstelling maakt deel uit van het project 'Sustainable Theatre?', ontwikkeld door Katie Mitchell, Jérôme Bel, Théâtre Vidy-Lausanne, met medewerking van het Competence Centre for Sustainability van de Universiteit van Lausanne: twee voorstellingen en een workshop die in de vorm van scripts rondreizen en in elk partnertheater met een lokaal team worden nagespeeld.


Wereldpremière van de voorstelling Jérôme Bel, uitgevoerd en geënsceneerd door Jérôme Bel, geproduceerd door R.B. Jérôme Bel (assistent-regisseur: Maxime Kurvers; artistiek advies en uitvoerende leiding: Rebecca Lasselin; administratie: Sandro Grando) in coproductie met Ménagerie de Verre (Parijs), La Commune centre dramatique national d'Aubervilliers, Festival d'Automne à Paris, R.B. Jérôme Bel (Parijs).


Beelden van Herman Sorgeloos, Marie-Hélène Rebois, Aldo Lee, Pierre Dupouey, Olivier Lemaire, Chloé Mossessian en geproduceerd door CND Centre national de la danse, R.B. Jérôme Bel, Paris National Opera/Telmondis in samenwerking met France 2, met medewerking van Mezzo en van Centre national de la cinématographie, Theater Hora, Frans Instituut Alliance Française - FIAF.


R.B Jérôme Bel wordt gesteund door de Direction régionale des affaires culturelles d'Ile-de-France, Frans ministerie van Cultuur.



Lees meer voor Interview met Maria Magdalena Kozłowska en Pankaj Tiwari.

'Wij scheppen een productieve verwarring’


Met de theatervoorstelling Jérôme Bel presenteren Maria Magdalena Kozłowska en Pankaj Tiwari de ‘auto-bio-choreo-grafie’ van pionier-choreograaf Jérôme Bel. Ze putten hierbij ook uit hun eigen ervaringen als jonge makers in de kunstwereld. De tekst en het concept van Bel reizen rond om door lokale artiesten op een duurzame manier opgevoerd te worden. Een gesprek over hun samenwerking en het ontstaansproces van dit stuk.

Door Evelien Lindeboom


Jullie ontmoetten elkaar op DAS Graduate School van de Academie voor Theater en Dans. Allebei kwamen jullie vanuit het buitenland hier. Kun je iets meer vertellen over jullie achtergrond en waarom jullie naar Amsterdam zijn gekomen?

Maria: ‘Ik ben geboren in Zielona Góra, in het westen van Polen, waar ik vanaf mijn twaalfde lid was van een jeugdtheatergroep. Op mijn achttiende verhuisde ik naar Warschau, ging ik werken in de podiumkunsten en maakte videowerk. Ik heb mezelf altijd gezien als een interdisciplinair kunstenaar, op het grensvlak van theater, performancekunst en muziek. In mijn werk staat de menselijke stem altijd centraal. Voor mij heeft die zowel fysieke als symbolische aspecten. Naast het werken met professionele zangers, ging ik ook aan de slag met koren van mensen die zelf niet professioneel zijn. Ik kwam naar DAS in Nederland op zoek naar een plek waar al een context en begeleiding was voor een interdisciplinaire en experimentele manier van denken over theater, muziek en podiumkunsten.’


Pankaj: ‘Waar ik vandaan kom, een stad op de grens tussen India en Nepal, was er voor kunst geen ruimte, vooral niet voor mensen die niet tot de hogere klasse behoren. Ik raakte pas betrokken bij theater toen ik in 2009 een wetenschappelijke studie aan de universiteit ging doen, waar een erg actieve theatergemeenschap bleek te zijn. De enige manier waarop ik mezelf verder in theater kon blijven verdiepen, was door mijn universitaire studie voort te zetten, dus daarom heb ik zes masters gedaan, tot ik in 2019 naar Europa kwam. Ik ging van acteren en regisseren naar performancekunst. Op de DAS merkte ik dat ik het ook in me had om te cureren: Ik werk graag samen en ben goed in het bouwen van structuren.’


De laatste jaren hebben jullie samen andere projecten gemaakt. Wat bracht jullie bij elkaar?

M&P: ‘We zijn voor het eerst samen gaan werken tijdens de pandemie, toen we genoodzaakt waren ons werk naar de openbare ruimte te brengen. Onze eerste grootschalige samenwerking was Opera to the people, waarbij we besloten een geluidswerk uit te voeren vanaf een boot. Wat corona betreft was dit 'veilig', maar minder 'veilig' wat de verwachtingen van het publiek aanging. We vinden het allebei erg interessant om na te denken over de aard van het toeschouwen en welk effect het brengen van voorstellingen in de openbare ruimte heeft. Wanneer houdt het op kunst te zijn en gaat het over in andere praktijken? Die grenzen opzoeken betekent het scheppen van een productieve verwarring. Wij zien verwarring niet als iets slechts, het is vaak het begin van een gesprek.


We komen uit verschillende delen van de wereld en het voelt alsof we de nodige bagage aan ervaring en perspectieven met ons meedragen en dat we dit in elkaar herkenden. We vormden wat we The Academy of New Rituals noemen. Hoe ver kunnen we gaan met het bouwen van realiteiten, en hoe kunnen de structuren die we van onze voorouders met ons meedragen vandaag de dag van pas komen? Ons werk is veelal een reactie op iets dat we waarnemen als een bestaande spanning of tegenstelling in de maatschappij. Wij zoeken artistieke antwoorden op de werkelijkheid of maatschappelijke verschijnselen die bijna als raadsels aanvoelen. Zulke 'antwoorden' kunnen een invalshoek zijn die we eerder niet zagen, of een onverwachte verbinding vormen tussen dingen, of tussen kunst en wetenschap.’


Wanneer hoorde jullie voor het eerst over Jérôme Bel en wat betekende dit voor je?

Maria: ‘Ik ken het werk van Jérôme Bel al heel lang: toen ik in Polen met dansers en choreografen samenwerkte, waren die gefascineerd door Bel, omdat hij ter discussie stelde wat dans is en hoe een lichaam op het podium ervaren wordt. Hij bevraagt de relatie tussen het publiek en de lichamen op het podium, bijvoorbeeld door niet-professionele dansers te casten. Hij liet als eerste zien dat ieder lichaam een dansend lichaam kan zijn. Heel bevrijdend!


Persoonlijk bewonder ik zijn gevoel voor humor.. Hij speelt met de verwachtingen van het publiek door de manier waarop mensen eruitzien af te zetten tegenover hoe ze dansen. Dat ligt heel dicht bij hoe ik humor in de kunst zie: het gaat er niet alleen om mensen aan het lachen te krijgen, maar om hoe we omgaan met wat we begrijpelijk vinden en wat onduidelijk blijft. Humor zit altijd op het grensvlak van wat we wel en niet weten: dingen die vertrouwd lijken in combinatie met een sterk verrassingselement maken ons aan het lachen. Dit is een bijzonder diepe artistieke filosofie en het schept een betekenisvolle kunstpraktijk.’


Pankaj: ‘Het eerste wat ik over Jérôme Bel te weten kwam, was dat hij het idee uitdroeg dat mensen, vanwege het milieu, niet met het vliegtuig moeten reizen. Toen ik naar Europa kwam, was deze discussie over vliegen volop gaande. Aanvankelijk maakte dit onderwerp me boos, omdat als mensen zo naar dingen kijken, ze uit het oog verliezen wat de verschillende omstandigheden in de wereld rondom vliegen zijn. Voor mij persoonlijk was vliegen erg bevrijdend. Ik was de eerste in mijn familie die het vliegtuig nam en nu voelde het alsof ik hiervoor in het verdomhoekje zat. Het vormde voor mij de inspiratie voor het project Paper Plane, dat uit vijftienduizend papieren vliegtuigjes bestaat. Dat gaat over de droom die vliegen voor zoveel mensen vertegenwoordigt.’


‘Inmiddels begrijp ik de discussie beter. Het gaat niet zozeer om dat je naar de andere kant van de wereld vliegt voor een beter leven, maar om de mentaliteit van nodeloos heen en weer vliegen. Maar wat ik vooral interessant vind aan deze discussie zijn de echte onderliggende kwesties, zoals klimaatrechtvaardigheid. Vijfennegentig procent van alle vervuiling wordt veroorzaakt door grote bedrijven, niet door particulieren. Hoe kunnen we dit gegeven meenemen in dit gesprek en voorbij het individuele schuldgevoel gaan?’


‘Als ik nog een stapje verder ga, zie ik dezelfde problemen binnen de kunstwereld spelen; de meeste kunst past binnen de markstructuur, wordt gesponsord en gefinancierd door festivals en bedrijven, en dus weerhouden die ons ervan om de echte problemen aan te kaarten. Ik wil kunst maken die niet binnen de marktstructuur past en die niet gaat over de onderwerpen waarvan grote bedrijven willen dat het discours is. Als kunstenaars kunnen we de wereld niet veranderen, maar we kunnen wel richting geven aan het gesprek. Dit is waarom wij een discours willen creëren in plaats van erin mee te gaan.’


Wat was je eerste indruk bij het lezen van deze 'auto-bio-choreo-grafie’ die het verhaal van Jérôme Bels carrière vertelt?

M&P: ‘We vroegen ons meteen af: hoe zou dit klinken uit onze mond? Het is voor één persoon geschreven, maar toch werden we gevraagd het samen te doen. Daar komt bij: wij zijn geen dansers of acteurs, maar onafhankelijke artiesten. Het heeft iets komisch om te bedenken hoe wij invulling aan zijn werk en woorden zullen geven. Het is nogal beladen: een Oost-Europese vrouw en een Indiase man worden op het podium deze beroemde Franse choreograaf. Onze lichamen als dragers van deze monoloog roepen een zekere spanning op. Het publiek kan duidelijk zien dat we niet passen in deze fysieke en sociale realiteit die we vertegenwoordigen. Het contrast is vrij groot. Theater gaat altijd over representatie en belichaming, maar in dit geval is het saillant omdat het hier gaat om een autobiografie van een artiest die vaak biografieën van andere artiesten doet, en nu staan wij dan hem te vertolken.’


Wat maakt het contrast zo groot?

M&P: ‘We zitten op een ander punt in de tijd en in onze carrières. Bel is een gearriveerd kunstenaar en vat zijn carrière samen, terwijl wij voor ons gevoel nog steeds onze positie als kunstenaars aan het opbouwen te zijn. De manier waarop hij zichzelf ziet, is ook kenmerkend voor een oudere generatie. In zijn bloeitijd leek in de kunst alles mogelijk. In dat opzicht zijn wij meer bescheiden. Hij gebruikte ook andere taal dan wij vandaag zouden doen, zoals 'disabled theatre' – dat klinkt nu wat ongevoelig. Zo zijn we een boel interessante spanningen tegengekomen waar we graag mee spelen. Een spel van identiteit en representatie ontvouwt zich, van waaruit tal van interessante vragen rijzen, zoals: wie representeert wie en onder welke voorwaarden? Wat is de rol van Jérôme Bel, van het festival, van ons, van het publiek: we hebben veel nagedacht over al deze verwikkelingen.’


Is deze identiteitskwestie het hoofdthema van de voorstelling?

M&P: ‘Als onderwerp is duurzaamheid natuurlijk even belangrijk. Wij vinden het belangrijk om deel te nemen aan dit gesprek en onze stem te verheffen, om te wijzen op bepaalde elementen waarvan wij vinden dat ze nog niet sterk genoeg worden uitgedragen. Het gaat hier over duurzaamheid in het algemeen, maar ook heel specifiek binnen de kunstwereld. Het voelt extra urgent om ons nu te mengen in dit gesprek over wat onze sector zou kunnen en moeten worden. Niet alleen met woorden, maar ook door de nieuwe uitdagingen en behoeften werkelijk onder ogen te zien. Wij vinden dit oprecht belangrijk en willen op een praktische manier iets betekenen: over welke middelen zullen de volgende generaties beschikken, en hoe werken de regels in deze sector? Kunnen we er bijvoorbeeld voor zorgen dat jonge artiesten genoeg verdienen zonder te hoeven reizen?’


Het idee achter dit stuk is dat het moet worden uitgevoerd door lokale artiesten en op een duurzame manier. Kun je iets vertellen over hoe jullie deze voorstelling vormgeven en wat hierbij jullie grootste uitdagingen zijn?

M&P: ‘Onze praktijk is al erg duurzaam, dus in dat opzicht passen we prima binnen dit concept. We mogen geen kostuums of andere spullen kopen maar kunnen gebruik maken van wat voorhanden is en dat is genoeg. De grootste uitdaging is dat we samen op het podium staan, terwijl het als een monoloog geschreven is. Zoals gezegd, dit is iets waar we mee spelen. En we nodigen een derde ‘performer’ uit op het podium: het lichtontwerp van Nick Verstand.

We volgen heel strikt de regels en tekst die Jérôme Bel ons heeft gegeven, en tegelijkertijd doen we de voorstelling echt op onze eigen manier. Door er een zekere intonatie en muzikaliteit aan te geven, brengen we de minder expliciete betekenissen meer naar voren. Zo maken we ons dit stuk echt eigen.’

Lees minder
  • Maria Magdalena Kozłowska, regisseur

    © Eva Roefs

  • Pankaj Tiwari, regisseur

    © Pankaj Tiwari

  • Jérôme Bel, choreograaf

    © Herman Sorgeloos

  • © Eva Roefs

  • © Eva Roefs

  • © Eva Roefs

  • © Eva Roefs

  • © Ada Nieuwendijk

  • © Ada Nieuwendijk

  • © Ada Nieuwendijk

  • © Ada Nieuwendijk

Credits

tekst Jérôme Bel video Jérôme Bel regie Maria Magdalena Kozłowska, Pankaj Tiwari dramaturgie Miguel Melgares lichtkunst Nick Verstand performers Maria Magdalena Kozłowska, Pankaj Tiwari, Frederic Seguette, Claire Haenni, Gisèle Pelozuelo, Yseult Roch, Olga de Soto, Peter Vandenbempt, Sonja Augart, Simone Verde, Esther Snelder, Nicole Beutler, Eva Meyer Keller, Germana Civera, Benoît Izard, Ion Munduate, Cuqui Jerez, Juan Dominguez, Carine Charaire, Hester Van Hasselt, Dina Ed Dik, Amaia Urra, Carlos Pez, Henrique Neves, Johannes Sundrup, Véronique Doisneau, Damian Bright, Matthias Brücker, Remo Beuggert, Julia Häusermann, Tiziana Pagliaro, Miranda Hossle, Peter Keller, Gianni Blumer, Matthias Grandjean, Sara Hess, Lorraine Meier, Simone Truong, Akira Lee, Aldo Lee, Houda Daoudi, Cédric Andrieux, Chiara Gallerani, Taous Abbas, Stéphanie Gomes, Marie-Yolette Jura, Nicolas Garsault, Vassia Chavaroche, Magali Saby, Ryo Bel, Sheila Atala, Diola Djiba, Michèle Bargues, La Bourette, Catherine Gallant productie Holland Festival, Frascati Producties coproductie Théâtre Vidy-Lausanne, R.B. Jérôme Bel (Parijs) STAGES - Sustainable Theatre Alliance for a Green Environmental Shift: Dramaten Stockholm, National Theater & Concert Hall, Taipei, NTGent, Piccolo Teatro di Milano – Teatro d’Europa, Teatro Nacional D. Maria II, Théâtre de Liège, Lithuanian National Drama Theatre, National Theatre of Croatia Zagreb, Slovene National Theatre Maribor, Trafo, MC93 — maison de la culture de Seine-Saint-Denis Bobigny met steun van Europese Unie met dank aan Caroline Barneaud, Daphné Biiga Nwanak, Jolente De Keersmaeker, Zoé De Sousa, Florian Gaité, Chiara Gallerani, Danielle Lainé, Xavier Le Roy, Marie-José Malis, Frederic Seguette, Christophe Wavelet

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door