Ga naar de hoofdcontent

Karlheinz Stockhausens MANTRA is een compositie voor twee ­piano’s, live elektronica en slagwerk die je live moet hebben meegemaakt. Stockhausen schreef het werk in 1970 voor de vermaarde pianistenbroers Alfons en Aloys Kontarsky. In de Holland Festival Proms spelen nu de broers Lucas en Arthur Jussen hun interpretatie van deze mijlpaal uit de muziekgeschiedenis. Als tieners waren de Jussens al wereldberoemde pianisten, ge­specialiseerd in het klassieke repertoire. Minder bekend is dat ze ook een grote belangstelling hebben voor eigentijdse muziek, reeds op jonge leeftijd aangewakkerd door lessen bij Ton Hartsuiker. Dit is hun eerste uitvoering van dit hypnotiserende meesterwerk. Een verrassend festivaldebuut.

Van de broers Lucas en Arthur Jussen die Karlheinz Stockhausen spelen tot een opera-installatie van de Indonesische kunstenaar Jompet Kuswidananto. De dag wordt gepresenteerd door cabaretier en televisiepresentator Klaas van der Eerden. In de pauzes zijn er optredens van conservatoriumstudenten en korte concert­inleidingen. Voor slechts tien euro per concert, of minder voor wie een dagkaart koopt, hoor je de nieuwste en avontuurlijkste muziek van over de hele wereld. ’s Nachts is er een afterparty voor iedereen die er geen genoeg van kan krijgen.

 

Een dag lang, van ‘s middags tot diep in de nacht, vindt in ­Het Concertgebouw een bruisend minifestival plaats. Tijdens de Holland Festival Proms zijn vijf concerten en een installatie te zien. Van een concert met virtual reality door onder anderen het Radio Filharmonisch Orkest tot het swingende The Nile Project.

Lees minder

Begin 1969 verblijft Karlheinz Stockhausen in Madison (Connecticut), waar hij in opdracht van Leonard Bernstein en het New York Philharmonic Orchestra het derde deel van zijn tape-compositie Hymnen uitbreidt met nieuw geschreven orkestpartijen. Als hij op

Begin 1969 verblijft Karlheinz Stockhausen in Madison (Connecticut), waar hij in opdracht van Leonard Bernstein en het New York Philharmonic Orchestra het derde deel van zijn tape-compositie Hymnen uitbreidt met nieuw geschreven orkestpartijen. Als hij op

een dag naar Boston rijdt, hoort hij naar eigen zeggen plotseling een melodie in zijn hoofd. In alle haast krabbelt hij de tonen op een enveloppe. Dertien stuks, beginnend en eindigend op een 'a'. Daartussenin alle twaalf chromatische toonhoogtes, keurig verdeeld in vier frases. 

 

Jaren later vertelt Stockhausen tijdens een lezing aan het Imperial College in Londen hoe de noten ook een visuele voorstelling opriepen: ‘Ik zag de melodie voor me, uitgestrekt over een enorme tijdspanne. Rond elke afzonderlijke noot cirkelde dezelfde melodie, maar nu op een kleinere schaal. Iedere toon een zon met dertien planeten, waaromheen opnieuw een kleinere versie zweefde, als in een muzikaal zonnestelsel’ Hij werkte zijn visioen uit in MANTRA (1970), een compositie voor twee pianisten die naast hun eigen instrument ieder een set crotales (kleine bekkentjes) en een woodblock bespelen. Ringmodulatoren zorgen voor elektronische manipulaties van de pianoklank. Voortdurend wordt het timbre vervormd en bijgekleurd via de luidsprekers: klokachtige resonanties en gonzende mixturen die soms doen denken aan een gamelanensemble. 

 

Mantra bestaat uit dertien ‘regionen’, één voor elk van de tonen van de melodie. Na een inleidende reeks akkoorden en een repeterende crotalesslag klinkt de mantra in haar basisvorm. Specifieke speeltechnieken geven elk van de volgende secties een eigen karakter: snelle toonherhalingen, trillers, akkoordachtige passages of decoratieve omspelingen van de melodie, die als spiraalvormige nevels uitwaaieren in de muzikale ruimte. Een uitgekiend procedé van ‘vergroting’ van de melodie zorgt voor verdere variatie. Volgens een systeem van twaalf zelf ontworpen toonladders met steeds grotere intervallen rekt Stockhausen de mantra gestaag op: past de melodie in haar oorspronkelijke versie binnen een octaaf (twaalf toetsen), uiteindelijk beslaat ze de volle omvang van het klavier (88 toetsen). 

 

Mantra laatzich het best omschrijven als een gestaag uitdijend klankuniversum, een kosmische dans van een oermelodie met haar verschillende vergrotingen en verkleiningen. Maar, kenmerkend voor Stockhausen, de compositie is tevens een ritueel in klank, een meditatie op de mystieke relatie tussen eenheid en veelheid, uniformiteit en variatie. Met zijn duizelingwekkende structuur waarin alles met alles samenhangt, bleek Mantra bovendien een mijlpaal in Stockhausens oeuvre. Na diverse experimenten met open vormen en improvisatorische elementen, betrad de componist met de melodische formuletechniek van Mantra nieuw muzikaal terrein, dat hij in de jaren zeventig verder zou verkennen met stukken als Inori, Sirius,Tierkreis en later in zijn grote operacyclus LICHT. 

 

De première van MANTRA vond plaats tijdens de Donaueschinger Musiktage van 1970. De uitvoering was toen in handen van de legendarische gebroeders Kontarsky, die als pianoduo een grote reputatie genoten binnen de wereld van de hedendaagse muziek. Met dit concert treden Arthur en Lucas Jussen in hun voetsporen en geven zij hun eerste uitvoering van een substantieel eigentijds werk. In hun studieproces werden de broers bijgestaan door Ellen Corver, die veelvuldig met Stockhausen samenwerkte, en samen met Sepp Grotenhuis tijdens het Holland Festival van 1995 de Nederlandse première van Mantra gaf, met de componist zelf achter het mengpaneel.

Lees minder

Credits

muziek Karlheinz Stockhausen uitvoering Lucas en Arthur Jussen klankregie Jan Panis kostuums Peter George d'Angelino Tap

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door