De pas laat door het Westen ‘ontdekte’ Hongaarse componist György Kurtág (1926) wordt beschouwd als een van de groten van zijn generatie, in één adem te noemen met zijn landgenoot Ligeti, maar ook met Boulez, Berio, Nono en Stockhausen.
data
wo 21 juni 1995 02:00
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend
Al veertig jaar lang volgt Kurtág zijn eigen weg, zonder veel respect voor de 'totems en taboes' van de hedendaagse muziek. Hij heeft zich nooit geconformeerd aan de seriële, minimalistische of neoromantische modes, maar een volstrekt eigen klankwereld gecreëerd. Zijn composities zijn meestal miniaturen, aforismen bijna. Ze combineren een oorspronkelijk hedendaags idioom met muzikale sporen uit het verleden en uit de Hongaarse folklore, maar getuigen ook van Kurtágs diepdoorvoelde engagement.
Het festival brengt de wereldpremière van het koorwerk Liederen van moedeloosheid en verdriet, dat gebaseerd is op teksten van dichters die slachtoffer waren van de Russische censuur: Lermontov, Blok, Jesenin, Mandelsjtam, Achmatova en Tsvetajeva. Verder is er een uitvoering van Samuel Beckett: What is the Word. Deze compositie, die na de première in 1991 een zegetocht heeft gemaakt langs diverse Europese podia, werd geschreven voor de actrice lldikó Monyók en ook aan haar opgedragen. Nadat Monyók haar stem door een ongeluk had verloren, veroverde zij deze stukje bij beetje terug. Met deze expressieve, 'gebroken' stem reciteert zij in een soort Sprechgesang een Hongaarse vertaling van Becketts tekst.
Op het programma van het tweede Kurtág-concert staat, als Nederlandse première, Rückblick, een zeventig minuten durende, aan Stockhausen opgedragen compilatie van oude en nieuwe composities voor trompet, piano, klavecimbel, celesta en contrabas.
