Ga naar de hoofdcontent

Alfred Schnittke, Sofia Goebaidoelina en Gija Kantsjeli: drie componisten van de eerste naoorlogse generatie in de Sovjetunie. Een generatie die opgroeide in de donkere tijden aan het einde van het Stalin-tijdperk en die de culturele onderdrukking onder Chroesjtsjov en de hegemonie van de kunstenbonden onder Brezjnev meemaakte. Het waren ook de componisten van deze 'lichting' die zich als eersten aan de van hogerhand opgelegde regels en wetten wisten te ontworstelen. Schnittke, Goebaidoelina en Kantsjeli transformeerden de afgelopen drie decennia meermaals hun stijl en muzikale ideeënwereld, totdat zij ieder voor zich een eigen idioom hadden ontwikkeld. Hoezeer deze idiomen onderling ook verschillen, ze worden stuk voor stuk gekenmerkt door de duidelijke behoefte van de componist zichzelf in de keuze van expressiemiddelen strike beperkingen op te leggen. Zo geven ze inhoud aan een van de wezenlijke eisen van de twintigste eeuw, en eigenlijk van de kunst in het algemeen: de noodzaak om met eenvoudige middelen ingewikkelde zaken uit te drukken, zonder daarbij in oppervlakkigheid of simplisme te vervallen.

Credits

muziek Sofia Goebaidoelina, Gija Kantsjeli, Alfred Schnittke uitvoering Nieuw Sinfonietta Amsterdam muzikale leiding Andrej Boreiko piano Alexej Lubimov coproducent NOS-Radio met steun van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties