Ga naar de hoofdcontent

De Zwitsers-Amerikaanse videokunstenaar/componist/muzikant Christian Marclay maakt intrigerend werk waarin hij de relaties tussen beeld en geluid verkent. Net als in zijn meesterwerk The Clock (Gouden Leeuw Biënnale van Venetië) construeerde hij voor Everyday een montage van honderden filmfragmenten die in dit geval ook dient als ‘visuele partituur’ voor een vijfkoppig ensemble met Marclay zelf op draaitafels en elektronica. De beelden zijn integraal onderdeel van de performance. Het publiek kan meekijken hoe de musici de interpretatievrijheid die de film aan hen geeft benutten, en zich laten meevoeren door een hypnotiserend, spannend en virtuoos geheel waarin het alledaagse en het bijzondere in een nieuw verhaal nieuwe betekenis krijgen. Programma (inclusief The Bell and The Glass)

Everyday is een nieuwe muzikale filmperformance van Christian Marclay en zijn ensemble, bestaande uit Steve Beresford op piano, John Butcher op saxofoon, Mark Sanders op percussie, Alan Tomlinson op trombone en Christian Marclay zelf op draaitafels en elektronica. Het werk is in feite een partituur in de vorm van een gemonteerde film, die net als Marclays meesterwerk The Clock (Gouden Leeuw op de Biënnale van Venetië) is samengesteld uit honderden bestaande filmfragmenten. Bij grafische partituren (partituren zonder conventionele notenbalken, maar met een meestal ad-hoc uitgevonden visuele representatie van het beoogde klankresultaat) is het vaak (doelbewust) onduidelijk of het nou om één op één representatie van een muzikaal doel gaat, of dat de partituur eerder een soort leidraad voor improvisatie is. Het grote voordeel van Everyday is dat het publiek in elk geval kan meekijken met de partituur, die op gigantisch formaat op de achterwand wordt geprojecteerd. Er is voor het publiek geen ‘mysterie van de partituur’ zoals bij de meeste andere uitvoeringen van (al dan niet grafisch) genoteerde muziek.

 

Zoals in The Clock vanzelf thematische groeperingen ontstaan (omdat er, pakweg, rond 7 uur ’s ochtends in talloze films wordt opgestaan, of in de avonduren wordt gedineerd), zijn ook in Everyday duidelijke groeperingen aanwezig, al zijn ze in dit geval bewuster geconstrueerd. Denk bijvoorbeeld aan een lange sequentie van shots en scènes waarin een langspeelplaat wordt opgezet: het heeft iets intrigerends, maar tegelijk ook humoristisch om te zien hoe zoiets triviaals in talloze films is vastgelegd. Er zijn ook abstractere ‘combinatiewolken’, bijvoorbeeld scènes waarin wordt aangeklopt, bellen rinkelen en zoemers afgaan. Ook zijn er aaneenschakelingen van mensen en dingen die vallen, reeksen van geweldsuitbarstingen, enzovoorts. De langspeelplaten vormen wel een rode draad in Everyday en sluiten aan bij Marclays eigen aanwezigheid als turntablist. De musici reageren soms heel letterlijk op het beeld, bijvoorbeeld met een lange, verwachtingsvolle stilte als een filmster van weleer met een LP door een huis loopt, gevolgd door een collectieve uitbarsting als hij eindelijk bij de pick-up is aangekomen en de naald het vinyl raakt.

 

Maar er zijn ook abstracte scènes, zoals een close-up van een naald boven draaiend vinyl, die dan weer ruimte geven voor meer vrije improvisatie. Dan is ook goed te horen dat het stuk voor stuk om uitstekende, beheerst spelende improvisatoren gaat. Marclay werkt daarnaast soms ook met kleiner geprojecteerde fragmenten, waarbij de plek op het grote scherm (links, midden, rechts) correspondeert met die van één van de musici op het podium die op dat moment een solo heeft. De geluiden van de originele scènes zijn vaak ook te horen en er zijn ook, niet geheel toevallig, talloze scènes waarin muziek wordt gemaakt en waarop de live-musici weer kunnen reageren, wat soms tot hilarische ‘dialogen’ leidt. De scènes variëren van vioolsolo’s en talloze piano-beelden tot marcherende drumbands. Dat laatste fenomeen komt overigens ook nog op een andere, onverwachte manier terug in de voorstelling. Al deze elementen samen leveren een intrigerende voorstelling op, die een fantastisch, hypnotiserend, grappig en virtuoos in elkaar gezet kunstwerk combineert met de vaak verrassende, improviserende muzikale interpretaties van een aantal topmusici.

Credits

van Christian Marclay video operator Paul Anton Smith piano Steve Beresford saxofoon John Butcher percussie Mark Sanders trombone Alan Tomlinson met medewerking van Marchingband A.T.M. productie Aldeburgh Music in opdracht van Aldeburgh Music's Faster than Sound Met steun van The Henri Moore Foundation, Paul Hamlyn Foundation

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door