Ga naar de hoofdcontent

Wat betekent het om macht over de gevoelens van een ander te hebben? Dat is de vraag in Martin Kušejs bekroonde enscenering van Rainer Werner Fassbinders klassieker. In de kille, witte ruimte van een luxe appartement ontspint zich een emotionele bitch fight op het scherpst van de snede. Centraal staat de liefdesverhouding van de succesvolle modeontwerpster Petra von Kant met de jonge Karin Thimm, die slim gebruik maakt van Petra’s passie voor haar. Vanaf de zijlijn proberen Petra’s moeder en dochter invloed uit te oefenen op haar nieuwe relatie, terwijl op de achtergrond haar trouwe, zwijgzame dienstmeid Marlene als enige consequenties trekt uit de ontwikkelingen.

De Duitse schrijver en regisseur Rainer Werner Fassbinder schreef Die bitteren Tränen der Petra von Kant in 1971. Fassbinders werk was in die periode geïnspireerd door de Amerikaanse melodrama’s uit

De Duitse schrijver en regisseur Rainer Werner Fassbinder schreef Die bitteren Tränen der Petra von Kant in 1971. Fassbinders werk was in die periode geïnspireerd door de Amerikaanse melodrama’s uit

de jaren 50 van zijn vlak voor de oorlog geëmigreerde landgenoot en filmregisseur Hans Detlef Sierck, beter bekend onder zijn Amerikaanse naam Douglas Sirk. In 1972 verfilmde Fassbinder het toneelstuk zelf, met in de hoofdrollen Margit Carstensen, Hanna Schygulla en Irm Hermann. Die bitteren Tränen der Petra von Kant handelt over de machtspolitiek die bewust of onbewust door mensen in hun persoonlijke verhoudingen wordt uitgeoefend, een thema dat als een rode draad door het werk van Fassbinder loopt. Macht is bij Fassbinder een bepalende factor in menselijke relaties. Bang om alleen te zijn, smachten zijn karakters naar liefde, maar deze ontaardt vaak in geweld, onderdrukking en terreur. In Die bitteren Tränen der Petra von Kant wordt dit thema uitgewerkt in een lesbisch liefdesdrama dat zich afspeelt in de glamourwereld van de haute couture. 

 

Petra von Kant is de ongekroonde koningin van de Duitse modewereld. Ze is een ontwerpster met veel invloed en aanzien, die met haar mode-imperium steenrijk is geworden. Maar zo goed als het gaat met de zaken, zo slecht is het gesteld met haar privéleven. Onlangs is ze gescheiden van haar tweede man. Ze woont nu alleen in haar luxe appartement, waar ze elke dag van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat de beschikking heeft over haar trouwe dienstmeid Marlene, die ze als vuil behandelt en voortdurend vernedert. Petra is de meesteres in deze machtsverhouding, die steeds absurdere eisen stelt; Marlene is haar gedienstige en zwijgzame slavin, die alles slikt. Niet alleen Marlene, maar ook de andere vrouwen in Petra’s leven, waaronder haar moeder en haar dochter, zitten gevangen in haar web van geld, macht en glamour.

 

Dan leert Petra via haar nicht Sidonie de mooie, jonge Karin Thimm kennen, die net van haar man is weggegaan. Petra valt als een blok voor de sexy Karin en biedt haar aan om model te worden. Karin, die geen echte gevoelens heeft voor Petra, maar haar hulp goed kan gebruiken, weet de situatie handig uit te buiten. De zwijgzame Marlene moet machteloos toezien hoe ‘haar’ Petra van haar wordt afgepakt. Tegelijkertijd is zij als een onheilspellend voorteken altijd aanwezig op de achtergrond. Want al snel wordt duidelijk dat Karin de troeven in handen heeft en dat Petra nu door haar gebruikt wordt zoals Petra zelf Marlene gebruikte. Als Karin uiteindelijk genoeg heeft van het jaloerse, bezitterige gedrag van Petra, gaat ze terug naar haar man. Op zichzelf teruggeworpen is het aan Petra om haar leven een nieuwe wending te geven. 

 

Regisseur Martin Kušejs enscenering voor het Residenztheater in München ging in 2012 in première. Kušej, die in 2009 met Woyzeck in het Holland Festival stond, situeert de actie in een helverlichte, kraakwitte ruimte, aan vier kanten omgeven door een glazen wand. Voor de personages is het als een steriele gevangenis die hen scheidt van het echte leven. Voor de toeschouwers voelt het als een peepshow van de ziel – langzaam zien ze hoe de karakters in het felle licht gedwongen worden zich bloot te geven -, een gevoel dat nog versterkt wordt door de veelvuldige black-outs, waarin het publiek met de reflectie van zichzelf geconfronteerd wordt, als voyeurs die er snel een muntje in moeten gooien om weer verder te mogen kijken. De witte podiumvloer staat vol met rijen precies en symmetrisch geordende, lege glazen flessen, een monocultuur van schone schijn, zo leeg, hol en fragiel als het luxe leven van Petra von Kant zelf. Het is slechts een kwestie van tijd tot deze breekbare droomwereld die ze voor zichzelf heeft geschapen onherroepelijk aan diggelen gaat. 

 

Kušej won voor zijn regie van Die bitteren Tränen der Petra von Kant de prestigieuze Faust-prijs in 2012. Ook hoofdrolspeelsters Bibiana Beglau en Andrea Wenzl sleepten een prijs in de wacht voor hun rol. Beglau zet in een strakke designerjurk en gevaarlijk hoge hakken een magnetische rol als de grillige Petra van Kant neer, schakelend tussen tussen sadisme en tederheid, tussen hooghartige arrogantie en kwetsbare afhankelijkheid. Femme fatale Karin Thimm wordt door Andrea Wenzl gespeeld met een verleidelijke mix van meisjesachtige ondeugd en onweerstaanbaar sexappeal. Sophie von Kessel speelt de zwijgzame Marlene. Met jongensachtig kort haar en zwartomrande ogen die geen moment knipperen beweegt zij zich als een onheilspellende schim over het podium.

Lees minder

Credits

tekst Rainer Werner Fassbinder regie Martin Kušej toneelbeeld Annette Murschetz kostuums Heidi Hackl muziek Jan Faszbender licht Tobias Löffler dramaturgie Andreas Karlaganis cast Bibiana Beglau (Petra von Kant), Elisabeth Schwarz (Valerie von Kant, haar moeder), Elisa Plüss (Gabriele von Kant, haar dochter), Michaela Steiger (Sidonie von Grasenabb, haar vriendin), Andrea Wenzl (Karin Thimm, haar geliefde), Sophie von Kessel (Marlene, haar dienstmeid) productie Residenztheater