Reinbert de Leeuw geeft tijdens het Holland Festival een piano-recital met werk van de Franse componist Erik Satie uit de periode tussen 1891 en 1894. Centraal in de voorstelling staat de instrumentale versie van Saties zelden uitgevoerde werk Uspud, een bizar ‘christelijk ballet in drie aktes’ waarin tal van geestverschijningen hun opwachting maken, zoals de Kerk, heiligen, martelaren, demonen en Christus aan het kruis. Het stuk heeft de kruisiging als centraal thema en verbindt op Saties typisch eigenzinnige wijze mystieke en satirische elementen. De voorstelling wordt ondersteund met lichtontwerp en beelden van videokunstenaar Arjen Klerkx. Uspud wordt voor de pauze voorafgegaan door vier andere werken uit Saties esoterische periode. programma
data
ma 13 juni 2011 22:15
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend (inclusief een pauze)
Reinbert de Leeuw speelt tijdens het Holland Festival het pianorecital De esoterische wereld van Erik Satie. Hierin vestigt hij de aandacht op het werk van de Franse componist Satie uit de periode tussen 1891 en 1894, met als zwaartepunt de instrumentale versie van het zelden uitgevoerde ballet Uspud uit 1892, dat de hele tweede helft van het programma beslaat. In het gedeelte voor de pauze speelt De Leeuw vier andere werken uit de zogenoemde ‘Rozenkruisers-periode’ van Satie: de Prélude de la porte héroique du ciel (1894), muziek bij een ‘Drame ésothérique’ van Jules Bois; Le Fils des étoiles (1892), een ‘Wagnérie Kaldéenne’; deSonnéries de la Rose+Croix (1891); en de Danses Gothiques (1893). De Leeuw maakte zich in de jaren zeventig sterk voor het oeuvre van de in die tijd grotendeels vergeten Satie (1866-1925), en boekte onverwacht grote successen met zijn concertreeksen en plaatopnamen. Met zijn langzame, bedrieglijk eenvoudige vertolkingen zette hij een nieuwe standaard voor de uitvoering van deze vervoerende pianomuziek, die tot op de dag van vandaag respect afdwingt. De Leeuws uitvoering van Uspud wordt voorzien van een licht- en beeldontwerp van videokunstenaar Arjen Klerkx, die zich bij het RO Theater specialiseerde in het verwerken van live videobeelden in een voorstelling.
Uspud is, aldus de ondertitel, een ‘christelijk ballet in drie aktes’ met een libretto van J.P. Contamine de la Tour en muziek van Satie. Het werd voor het eerst opgevoerd in het Théatre National de l’Opera op 20 december 1892; in de twintigste eeuw verdween het werk vrijwel volledig uit zicht en pas in 2006 verscheen het op cd. De hoofdpersoon, Uspud, is het enige personage dat optreedt in het ballet, maar daarnaast maken tal van ‘geestverschijningen’ hun opwachting, zoals de christelijke Kerk, heiligen, martelaren en martelaressen, Christus aan het kruis, hemelse boodschappers van de zeven orden, en demonen. De klankwereld die de componist in dit ballet oproept vertoont verwantschap met zijn contemporaine vroege pianowerken, zoals de eerste paar van de bekende reeks Gymnopédies.
Aan het einde van de jaren tachtig van de negentiende eeuw woonde Satie in Montmartre, waar hij de romantische dichter Contamine de la Tour ontmoette, met wie hij een langdurige vriendschap sloot. Rond 1891 fungeerde hij een tijdlang als officiële componist en kapelmeester van de Orde der Rozenkruisers. In de herfst van het daaropvolgende jaar, nadat hij had gebroken met de leider van de Orde, begon hij samen met Contamine de la Tour te werken aan Uspud, waarvoor zij een promotiebrochure maakten die welhaast de geboorte van een esoterische sekte lijkt te verkondigen. Het uiteindelijke, relatief korte stuk, dat de Kruisiging als centraal thema heeft, verenigt zowel mystieke als satirische kenmerken in zich en zit boordevol bevreemdende beelden – bijvoorbeeld van vissen met de koppen en vleugels van vogels, en van mismaakte mensen met dierenkoppen.
De eerste akte van het ballet speelt zich af op een verlaten strand, waar de heiden Uspud, gehuld in Perzische kledij, terugkeert van de ‘marteling der christenen’. Hij wordt bezocht door de Christelijke Kerk in de gedaante van een beeldschone vrouw in een gouden tuniek; zij steekt een dolk in haar borst, waarop de verbaasde Uspud in woede ontsteekt en haar bekogelt met stenen. In de tweede akte roept Uspud, terug in zijn eigen huis, zijn huisgoden aan, maar wordt bezocht door demonen die hem insluiten en ‘uitknijpen’. De Christelijke Kerk verschijnt opnieuw, ditmaal wit als sneeuw en transparant als kristal, trekt de dolk uit haar borst en steekt het wapen in de borst van Uspud; hij raakt in extase, wordt omwikkeld door een groot licht en is bekeerd. In de slotakte ligt hij, gehuld in een pij, voor een crucifix op de top van een berg. Als hij zijn hoofd opheft, ziet hij hoe Christus zijn rechterarm losmaakt van het kruis, hem zegent en vervolgens verdwijnt. De Heilige Geest daalt neer over Uspud, waarna een lange processie van heiligen aan hem voorbijtrekt. Na een nieuwe bezoeking door demonen verschijnt de christelijke Kerk wederom, neemt de ziel van Uspud in haar armen en voert hem mee omhoog naar Christus, die oplicht in de hemel.