Het Wiener Burgtheater speelt Babel, een tekst van de Oostenrijkse schrijfster en Nobelprijswinnares Elfriede Jelinek. Voor de militante linkse feministe vormen de gebeurtenissen in de Abu Ghraib-gevangenis en de opstand in Fallujah het uitgangspunt voor een culturele en antropologische reis in de diepe afgrond van de mensheid. Een belangrijk element daarbij is de vervlechting van geweld, seksualiteit en religie. Nicolas Stemann, één van de meest vooraanstaande Duitse regisseurs, maakte van Babel een tragikomisch essay, waarin de voorstelling groeit van één- naar driedimensionaal. Hij zet het publiek voortdurend op het verkeerde been – en daardoor op scherp – met een steeds wisselende setting die springt van poppentheater naar huiskamer naar nachtclub en gevangenis en weer terug.
data
zo 10 juni 2007 22:15
ma 11 juni 2007 22:15
informatie
-
Duits
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze)
Na Das Werk, regisseert Nicolas Stemann bij het Weense Burgtheater de tekst Babel van de Oostenrijkse schrijfster en Nobelprijswinnares Elfriede Jelinek. Het wordt het tweede deel van zijn trilogie Wohlstand in Gefahr.
Elfriede Jelinek schreef Babel als vervolg op haar vorige toneeltekst Bambiland, dat eerder in een regie van Christoph Schlingensief bij het Burgtheater te zien was. Met beide teksten haalt de militante linkse feministe fel uit naar de regering Bush en de Amerikaanse invasie in Irak.Terwijl Bambiland als bewerking van Aeschylos' De Perzen al tijdens de oorlog ontstond, stelt Babel de balans op ná de oorlog. Het is geen oppervlakkig en alledaags verslag. De gebeurtenissen in de Abu Ghraib-gevangenis en de opstand in Fallujah vormen het uitgangspunt voor een culturele en antropologische reis in de diepe afgrond van de mensheid en haar samenleving. Een belangrijk element daarbij is de vervlechting van geweld, seksualiteit en religie.
In drie teksten gaat Jelinek de naweeën van de oorlog na op ons collectief (onder)bewustzijn. Het eerste deel behandelt de ondergang van onze op vaderbeelden georiënteerde cultuur. Een teruggekeerd archaïsch familiekannibalisme wordt hier aangewezen als oorzaak van het grote geweld in de hedendaagse oorlogsvoering. Het tweede deel gaat verder in op de psychoanalytische bijzonderheden van de moeder-zoon relatie. In het derde en langste deel onderzoekt Jelinek ten slotte hoe de oorlog wordt weergegeven en welke uitwerking de afspiegeling ervan op ons allemaal heeft. Ze stelt de vraag of de mediabeelden van oorlogen en catastrofen ons ondertussen niet zodanig verlamd hebben dat doodnormale menselijke reacties zichzelf hebben uitgewist. Bij de vele vaak gruwelijke beelden voelen we nog maar nauwelijks angst of medelijden. De hele oorlog in Irak gaat volgens Jelinek gepaard met een enorme medialust, waarbij de nieuwe ethiek en esthetiek van de mediarepresentaties te vergelijken zijn met die van de liturgie, de kunst en de pornografie. Ze vraagt zich ook af of in deze met media overladen samenleving morele kunstwerken nog wel mogelijk zijn.
Jelinek schreef deze drie teksten als een associatieve linguïstische maalstroom. Ze bekommert zich daarbij niet om regels van betekenis en welluidendheid. Ze denkt en schrijft muzikaal. De ene klank moet de andere oproepen. Als maker van ‘bitter morality, on the rocks, please’ verfraait ze haar taal ook met veel sarcasme, ironie en zelfspot.
Nicolas Stemann, één van de meest vooraanstaande regisseurs van het huidige Duitstalige theater, maakt van het op het eerste gezicht onrepresenteerbare Babel een tragikomisch essay, dat onder de huid van het publiek kruipt en met een pijnlijke gevoeligheid anarchistische associaties verspreidt. Hij bouwt een complexe relatie op met Jelineks tekst en esthetiek van de wreedheid. Af en toe is hij onbeschaamd een ontrouwe dienaar van zijn meesteres, maar bovenal is hij een bijzonder bekwame, erudiete en creatieve lezer, die er alles aan doet om zijn model niet te kort te doen. Hij tornt de draden van het tekstuele tapijt los en weeft ze in een nieuwe textuur.