Ga naar de hoofdcontent

Guo Wenjing woont en werkt in Peking. Zijn kameropera Wolvendorp is gebaseerd op Het dagboek van een gek (1918) van Lu Xun. Dit verhaal, het eerste in de Chinese literatuur met - naar westers model - een stijl die dicht bij de gesproken taal stond, had indertijd grote invloed omdat Lu Xun het probleem van de Chinese wreedheid aan de orde stelde. Hij deed dat door middel van een metafoor: een man, de schrijver van het dagboek, ziet iedereen als menseneter. Men verklaart hem voor gek maar in werkelijkheid heeft hij een heldere kijk op de wereld. 'Alles in dit verhaal is zeer hedendaags en symbolisch. Alleen de kostuums zijn veranderd', zegt componist Guo Wenjing. Lu Xuns verhaal is voor het eerst uitgangspunt voor een operalibretto. De getormenteerde gevoelswereld en waanvoorstellingen van de 'gek' zijn de kern van Guo's evocatieve partituur. Het isolement van de protagonist wordt verklankt in geruis, Sprechgesang, spookeffecten. Typerend zijn de Chinese stembuigingen en het slagwerk uit de Peking-opera.


Qu Xiasong (1952) baseerde het libretto van The Death of Oedipus op Sophocles’ Oedipus in kolonos. Redden om deze stof te nemen is, zegt hij, dat zowel de Griekse tragedie als het boeddhisme zich met het lot bezighoudt. Wat de componist in het verhaal interesseert is niet de gangbare Freudiaanse interpretatie maar wat in zijn ogen de essentie van de mythe is: de boeddhistische opvatting dat iemand ‘vrij’ is op het moment dat hij zijn lot accepteert. In de muziek van Qu Xiaosong vindt een vruchtbare clash plaats tussen hedendaagse westerse invloeden en eeuwenoude Aziatische tradities. Qu is een meester van de spannende stilte. Zijn muziek beweegt zich tussen intense rust en heftige dramatiek en heeft daardoor een zeer theatrale werking. ‘Als in een Chinees schilderij slaagt Qu erin om met een enkele lijn een groots muzikaal landschap te suggereren’. (Roeland Hazendonk over Qu’s compositie Yi).

Credits

  • uitvoering Nieuw Ensemble muziek Qu Xiaosong regie Mark Timmer decor/kostuums Jeroen Henneman lichtontwerp Edwin Verstegen zang Romain Bischoff (Oedipus), Annette Daniels (Antigone), Elena Vink (Ismene), Nigel Robson (Theseus), John Tranter (Creon) koor Shi Kelong, Palle Fuhr Jørgensen, Emile Godding, John Tranter
  • dirigent Ed Spanjaard muziek Guo Wenjing regie Gijs de Lange decor/kostuums Paul Gallis lichtontwerp Reinier Tweebeeke zang Shi Kelong (Oudere broer), Ananda Goud (Vrouw), Kon Fang-fang (Meisje), Palle Fuhr Jørgensen (Pachters), Emile Godding (Pachters)