Onder leiding van de Nederlandse dirigent en componist Willem van Otterloo wordt op het Holland Festival 1951 door het Residentie Orkest een groot volksconcert uitgevoerd. Onder enorme belangstelling van het publiek geeft het orkest die avond, in de Houtrusthallen te Den Haag, een Weens programma ten berde. Het hele concert bestaat uit de Symfonie C gr.t. K.V. 338 van Wolfgang Amadeus Mozart (Allegro vivace, Andante di molto, Finale: Allegro vivace); Symfonie in b kl.t. (Onvoltooide) van Franz Schubert (Allegro, Andante); de Ouverture Dichter und Bauer van Franz von Suppé en van Johann Strauss Jr.: Pizzicato Polka, Radetzky-Marsch, Perpetuum mobile en Geschichten aus dem Wiener Wald. De vioolpartij in het coda uit de laatstgenoemde compositie wordt gespeeld door concertmeesters Theo Olof en Herman Krebbers. Het beeldmateriaal is verkregen uit het Polygoon Hollands Nieuws 1951 (Bioscoopjournaal; gevonden in het beeldarchief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid). Als voice-over is de klinkende stem van coryfee Philip Bloemendal te horen.