Ga naar de hoofdcontent

In het Eindhovense NatLab werkte de Franse componist Edgard Varèse in 1957 en 1958 aan zijn Poème Électronique, een compositie voor geluidstape, samengesteld uit duizenden geluidsopnamen. Hij ondernam dit pionierswerk van elektronische muziek en opnametechniek op verzoek van de architect Le Corbusier. In het Philips-paviljoen op de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel, een door Le Corbusier ontworpen kathedraal van de moderniteit, werd Varèses tape-compositie gecombineerd met een licht- en diashow. De bezoekers ondergingen een totaalervaring waarbij geluid, beeld en ruimte samensmolten. Een jarenlange droom van Varèse werd bewaarheid. Zowel de geluidstape van Varèse als de door Le Corbusier uitgezochte filmbeelden zijn onlangs gerestaureerd. In de aanloop naar de uitvoering van het volledige oeuvre van Varèse in het weekend van 13 en 14 juni organiseert het Holland Festival een speciaal symposium rond dit Poème Électronique.

 

Geluid en beeld worden opnieuw samengebracht, ditmaal in het Artis Planetarium, de enige plek in Amsterdam die geschikt is voor een 360°-projectie en die de originele ervaring zo dicht mogelijk benadert. Kees Tazelaar, hoofd Sonologie aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag, is verantwoordelijk voor de restauratie van het geluidsmateriaal. Hij zal een uitgebreide toelichting geven bij het Poème Électronique. Vooraanstaande internationale Varèse-deskundigen gaan in op de multimediale aspecten van het werk van Varèse en de betekenis van deze componist in de eenentwintigste eeuw, onder andere professor Chou Wen-chung.

Credits

toelichting Kees Tazelaar gebaseerd op het leven van Edgard Varèse