Dat (draagbare) computers na draaitafels en allerhande elektronische geluidseffecten als volwaardige instrumenten hun opwachting maken op het concertpodium, is natuurlijk niet nieuw meer. Maar een laptopviertal, jonge musici keurig rond de tafel alsof ze een strijkkwartet zijn, is uniek. Twentytwentyone uit Litouwen brengt zoals de naam doet vermoeden, repertoire uit de twintigste en eenentwintigste eeuw. Het elektronisch kwartet maakte eerder al de podia van Vilnius en Warschau onveilig met zijn eigen interpretaties van beroemde en minder gekende grafische partituren, en grafische kunstwerken die hen interessant lijken als inspiratiebron voor klank. Uiteraard worden deze werken van James Tenney, Viking Eggeling, Cornelius Cardew, Herbert Brün, Arturas Bumšteinas en Robert Smithson ook geprojecteerd.
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze)
Twentytwentyone is een laptop-kwartet dat zich wijdt aan de uitvoering en herinterpretatie van grafische, c.q. aleatorische partituren van klassieke twintigste-eeuwse componisten, maar ook nieuw werk uitvoert dat speciaal voor het ensemble wordt geschreven. Het ensemble brengt tevens materiaal van niet-muzikale herkomst tot klinken, zoals architectonische ontwerpen, illustraties uit science-fictionliteratuur, beeldende kunst…
20, 21 - deze getallen geven niet de gemiddelde leeftijd weer van de leden van het kwartet, maar refereren aan de overgangsperiode van wat we kennen als de twintigste-eeuws modernistische (in de neutrale betekenis van het woord) visie naar wat er op dit moment gebeurt en wat er morgen wellicht staat te gebeuren. De voorstellingen van dit ensemble zouden een ‘concert als tentoonstelling’ kunnen worden genoemd, of een retrospectief van grafische muzieknotatie uitgebreid met grafisch materiaal van niet-muzikale herkomst dat wordt gelezen als grafisch muziekschrift en dat, met gezamenlijke inspanningen, wordt overgezet naar de sfeer van geluid.
In aanvulling op de composities die in het programma zijn opgenomen, noemen we hier ook enkele andere werken die het ensemble op zijn repertoire heeft: Ursonate van Kurt Schwitters, Vexations van Eric Satie, illustraties uit een wiskundeboek, Galaxy van Vytautas Germanavicius, Draw a Straight Line en Follow It van La Monte Young, In C van Terry Riley, A Heap of Language van Robert Smithsons, plattegronden voor evacuaties bij noodsituaties en schilderijen van Jackson Pollock…
Het eerste concert van Twentytwentyone vond plaats in april 2006, in het kader van het Jauna Muzika festival in het Centrum voor Eigentijdse Kunst in Vilnius. Uitgevoerd werden werken van James Tenney, Karlheinz Stockhausen, Cornelius Cardew, Vytautas V. Jurgutis, Tomas Grunskis en Arturas Bumšteinas.
Having Never Written a Note For Percussion
Dit stuk werd geschreven in 1971 als onderdeel van een serie ansichtkaarten waarop de componist bijzonder lapidaire partituren voor solo-instrumenten had afgedrukt. Volgens de componist kan iedere partituur uit deze serie worden geïnterpreteerd als een Zen-Boeddhistische ‘koan’ – een kort verhaal met een paradoxale betekenis, waarvan de overdenking zou moeten resulteren in spirituele verlichting. Having Never Written a Note For Percussion is geschreven voor een solo percussie-instrument dat één lang tremolo produceert. Het begint zacht en neemt geleidelijk toe in volume, om uiteindelijk het luidst mogelijke geluid te produceren en vervolgens te beginnen aan de afdaling naar het zachtst mogelijke geluid. Een elektro-akoestische versie van dit stuk werd in 1999 opgenomen door de welbekende Amerikaanse rock band Sonic Youth en uitgebracht op hun album Goodbye 20th Century. In de context van dit concert geeft Having Never Written a Note For Percussion een soort concentraat van de esthetische uitgangspunten van het ensemble, en tegelijkertijd dienst doet als 'tune-in' van de vier computers voorafgaand aan de andere, veel gecompliceerder werken.
Heap of Language
...in Heap of Language uit 1966 heeft de Amerikaanse conceptueel kunstenaar Robert Smithson op ruitjespapier een architectonische vorm gemaakt van woorden die zowel naar de taal verwijzen als die belichamen. ‘Language phraseology speech tongue lingo vernacular’ (‘Taal, idioom, spraak, tongval, jargon, dialect’), zo begint het stuk. De woorden stapelen zich op tot de letterlijke ‘heap’ uit de titel, en loopt weer af naar zijn brede basis waar de lijst eindigt met het woord ‘cipher’ (‘cijfer, nul of code’).
Met deze prozaïsch leesbare woorden heeft de handgeschreven tekst zeer weinig expressieve kwaliteit - het handschrift is regelmatig en evenwichtig, en past met alle correcte proporties van een minimalistisch werk in het ruitjespapier.
...bij de sonische interpretatie van Heap of Language heeft het laptop quartet Twentytwentyone ieder woord van de oorspronkelijk tekening opgenomen met de computergestuurde spraakgenerator, en deze opnames later bewerkt, uitgebreid en gecomprimeerd tot de juiste duur en eigenschappen. De onderste tekstlijn is voor de lage klanken, de bovenste voor de hogere en het geheel wordt van links naar rechts gelezen (analoog aan een muziekpartituur).
Treatise
Subjectiviteit is een synoniem voor Treatise. Dit werk, geschreven van 1963 tot 1967, is een van de meest beroemde en meest uitgevoerde grafische partituren. Het bestaat uit 193 voor het overige ongerelateerde pagina´s die worden verenigd door een enkel dominant symbool onderaan elke pagina – een dubbele notenbalk (een toespeling op een tot pianopartij teruggebrachte partituur?). De schepper van de partituur heeft later aangegeven dat de horizontale ruimte van de partituur niet letterlijk correspondeert met een tijdsverloop, maar vanwege deze genoemde pianonotenbalken niettemin op de traditionele manier – dat wil zeggen van links naar rechts – zal worden gelezen. Treatise is een verzameling grafische notatiesymbolen zonder enige verdere verklaring of commentaar over hoe ze zouden moeten worden geïnterpreteerd wanneer ze van papier worden overgezet naar de sfeer van geluid. Hoe zou je een lijn, een punt, of een cirkel moeten interpreteren? Alleen door je eigen regels op te stellen, kun je je eigen antwoord scheppen op deze vragen of, met andere woorden, een model opstellen voor collectieve actie, als een soort futuristisch vehikel (p.50) of een ruimteschip (p. 134) dat zijn bemanning draagt door 'de poel van potentiële geluiden waar deze planeet en zijn atmosfeer van doordrongen zijn’.
Floating Hierarchies
Wanneer alle leden van een zelfbenoemde gemeenschap om beurten voor een beperkte periode de top, het centrum of het steunpunt van de structuur van die gemeenschap vormen, kan er sprake zijn van een ‘floating hierarchy’ (‘vloeiende hiërarchie’). In zo’n gemeenschap wordt zichtbaar hoe we de subhumane machtsobsessies in onze beloningsgeöriënteerde mensenmaatschappijen met een al te stabiele hiërarchie beginnen af te leren. Voor Floating Hierarchies, een verzameling van met de computer getekende graphics zijn verscheidene kamerensembles (‘coiners’- COmposing INterpreting performERS) uitgenodigd een voorstelling te componeren (NIET te improviseren!!!) waarvoor vervolgens de andere ensembles om beurten alle voorwaarden en gebeurtenissen componeren. Aangezien het behoorlijk lastig is om de verdiensten van vloeiende hiërarchieën te laten zien terwijl ze worden achtervolgd door de monsterlijke vijandigheid van vastgeroeste kwaden - en aangezien het voor de componist belangrijk is dat de voorbereiding van de voorstelling op zijn minst even intensief is als de voorstelling zelf ‑ wordt het ENSEMBLE, omwille van het principe van ‘experiment and experience’ uitgenodigd zich te houden aan tamelijk uitdagende regels.
Beastology #3
Dit is het derde werk uit de reeks interdisciplinaire werken waarin de kunstenaars tekenen en sporen van dierlijke kenmerken in door mensen bewoonde gebieden en culturele artefacten als bioscopen onderzoeken. Het eerste stuk was The Bat Project, dat bestond uit 27 audio-CD’s met veldopnames afkomstig uit een specifieke stad. De CD’s werden vervolgens geplaatst en afgespeeld in een andere stad, op de plekken die eenzelfde vleermuispatroon vormden als op de kaart van de eerste stad. Het tweede stuk was Portraits of Apes. Voor dit project werden de drie legendarische King Kongfilms - die uit 1933 en de twee remakes uit 1976 en 2005 - gesynchroniseerd met een oude Litouwse film uit het Sovjet-tijdperk, getiteld De Schoonheid. Uit alle drie de King Kongfilms werden de stilstaande beelden gevangen op het tijdstip dat De Schoonheid haar dramatisch hoogtepunt bereikt. In Beastology #3 zijn de leden van het laptop quartet Twentytwentyone op zoek gegaan naar de akoestische anomalieën die bulderen in het binnenste van hun hard‑disks. Wat is daar aan de hand? Leeft het?
Symphonie Diagonale
Geboren in Zweden in een familie van Duitse komaf, emigreerde Viking Eggeling op zeventienjarige leeftijd naar Canada, waar hij boekhouder werd, kunstgeschiedenis studeerde en een opleiding tot beeldend kunstenaar volgde. Van 1911 tot 1915 woonde hij in Parijs, om bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog naar Zwitserland te verhuizen. In Zürich maakte hij kennis met de Dada-beweging en raakte hij bevriend met Hans Richter, Jean Arp, Tristan Tzara, en ... In Eggelings meest prominente werk Symphonie Diagonale (dat hij afrondde in 1924, vlak voor zijn overlijden) ligt de nadruk niet zozeer op de expressiviteit, als wel op een objectief geanalyseerde beweging van het oppervlakkig patroon van lijnen, in duidelijk gedefinieerde bewegingen en gecontroleerd door een mechanisch, bijna metronomisch tempo. Twentytwentyone wil graag de ‘funkiest side’ van deze mijlpaal in de geschiedenis van de experimentele film verkennen - de snelheid van het zwart-wit.
Teksten: Arturas Bumšteinas en Herbert Brün