"Tijdens het schrijven van The Veil of the Temple ontdekte ik dat geen enkele religie nog exclusief kan zijn." Sir John TavenerSir John Tavener (1944) is een van de componisten dankzij wie de Engelse koortraditie op het moment springlevend is. Zijn oeuvre bestaat grotendeels uit diep-religieuze koormuziek. In de jaren zeventig bekeerde Tavener zich tot het Russisch-orthodoxe geloof, hetgeen een bepalende invloed op zijn muziek zou hebben. Hij vond in de oosterse geloofsbeleving de diepgang en de spontaniteit die hij in de westerse kerken miste. Hij wordt vaak in één adem genoemd met de Estse componist Arvo Pärt, en hun minimalistische, neo-spiritualistische muziek vertoont inderdaad veel overeenkomsten.
In recenter jaren kwam Sir John Tavener onder invloed van de Zwitserse metafysicus en soefi-geleerde Frithjof Schuon (1907-1998). Deze verkondigde dat alle religies van de wereld in feite hetzelfde zeggen. Voor Tavener opende dit deuren naar uiteenlopende muzikale tradities, zoals ook blijkt uit The Veil of the Temple. Hij combineert westerse muziek met de inzichten en intensiteit van de muziek uit het Orthodoxe oosten: ‘East meets West’ en worden samen één.
Tavener heeft meerdere composities geschreven die niet in de traditionele concertpraktijk passen. De nachtwake The Veil of the Temple kreeg zijn première ‘s nachts in een middeleeuwse kerk in Engeland, waarbij het publiek vrij was om te bewegen, te eten en te liggen. Volgens Tavener een werk dat beslist niet in een concertzaal thuishoort. Het speelt zich af in de nacht – het wachten op het einde van de nacht en de komst van het ochtendgloren – om de luisteraars mee te nemen van donker naar licht, van dood naar hergeboorte. Het libretto is gebaseerd op teksten uit het evangelie van Johannes; het hele werk tracht het mysterie te onthullen van de dood en wederopstanding van Christus.
In The Veil of the Temple heeft Tavener gekozen voor de structuur van het Byzantijnse systeem van acht tonen, waarbij elke toon een andere spirituele gemoedstoestand representeert. Tavener componeerde zijn werk in acht cycli, die stuk voor stuk een toon stijgen, zodat de achtste cyclus een octaaf hoger eindigt dan de eerste. Elke cyclus heeft een eigen muzikaal karakter, zoals een Byzantijnse toonzetting of Hindoestaanse ragas. Het hoogtepunt van de muzikale en spirituele intensiteit ligt aan het einde van de zevende cyclus, als de zon langzaam opkomt en we Maria Magdalena zien en horen bij de tombe van Jezus Christus. Zij heeft de tombe leeg aangetroffen, draait zich om en aanschouwt haar meester in het ochtendlicht.
Tavener componeert zijn muziek bewust voor iedereen, gelovigen en ongelovigen. ‘De Koran zegt ‘God is prachtig en hij houdt van schoonheid’, dus heb ik geprobeerd zoveel mogelijk schoonheid in de muziek te leggen, in de vorm, de tekst, het ritme, de muzikale lijn, zoveel als ik maar kon, en gebruikte ik Hindoestaanse ritmes, Soefi-ritmes, aspecten uit de liedtraditie van verschillende culturen. En ik hoop dat het werk Christelijk is maar op een universele wijze. Ik heb het zo universeel mogelijk proberen te maken – of eigenlijk heb ik het niet gemaakt, maar kwam het van diep van binnen.’
The Veil of the Temple werd in opdracht geschreven van de Temple Music Trust voor de Choir of the Temple Church en uitgevoerd in de Temple Church in Londen. Het is voor het eerst dat dit werk buiten de Temple Church wordt uitgevoerd.
Het slotconcert van het Holland Festival wordt afgesloten met een eenvoudig ontbijt.
‘Once in a while even the most heartless hack must cast aside professional scepticism and gush like a groupie….To call this musical extravaganza an epic is a little like calling the Sahara sandy….Yet from first to last the piece was mesmerising.’ Richard Morrison, The Times
‘John Tavener has brought into being a uniquely significant choral work of immense cumulative power: a glorious, transcendent achievement.’ Paul Conway, The Independent
data
zo 26 juni 2005 00:00
informatie
-
Engels, Grieks, Hebreeuws, Sanskriet, Slavisch
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze; het publiek is vrij om te bewegen, te eten en te rusten.)