Ga naar de hoofdcontent

Zo’n vijf jaar geleden vroeg een wereldberoemd performancekunstenaar een niet minder beroemd theaterregisseur om samen met haar een voorstelling te maken over haar leven. Het resultaat wordt nu al legendarisch genoemd. In een serie meesterlijke tableaus zet Robert Wilson de biografi e van Marina Abramović op het toneel. Subliem uitgelichte scènes die als droombeelden in hypnotiserende slow-motion voorbijtrekken, waarin Abramović haar eigen moeder speelt als de boze heks die haar jeugd vergiftigde, steracteur Willem Dafoe een magnetische verteller neerzet die zijn publiek geen moment loslaat, en zanger Antony met zijn fragiele stemgeluid in enkele nummers tekst, beeld en muziek perfect doet samenvallen. Een werk van een verbluffende schoonheid, dat maar eens in een generatie gemaakt wordt. programmaboek

‘Om een performancekunstenaar te zijn moet je het theater haten’, was het mantra van Marina Abramović, performancekunstenaar van het eerste uur. Toch vroeg zij veteraan-regisseur van de avant-garde Robert Wilson om haar leven en dood op het toneel te zetten. Wilson kreeg aantekeningen, dagboeken, brieven en foto’s en mocht vervolgens naar eigen inzicht zijn gang gaan. Hij heeft daarbij ook dankbaar gebruik gemaakt van de geautoriseerde biografie van Abramović, geschreven door James Westcott.

 

Wilson schotelt ons een serie van levende, traag bewegende tableaus voor met de Amerikaanse A-list acteur Willem Dafoe in de rol van verteller, Abramović zelf in onder andere de rol van haar moeder – die ze neerzet als een karikaturale boze heks die de dromen van haar dochter wil breken – en een stuk of negen klonen van haarzelf daaromheen. De scènes zijn stuk voor stuk subliem uitgelicht – iets wat je Wilson wel kunt toevertrouwen – en trekken als een fantastische werkelijkheid in hypnotiserende slow-motion voorbij. Abramović zelf beschrijft de scènes als een serie gebeurtenissen waarin de ziel telkens geboren wordt en sterft. Zo neemt het stuk ons mee door de fasen, de hoofdstukken van haar leven.

 

Dafoe, getooid met een fel-oranje pruik en geschminkt of hij als de Joker uit een van de Batman films is gestapt, vertelt ons tussen de tableaus door smakelijk en indringend over de verschrikkelijke jeugd van Abramović in communistisch Servië. Hoe zij met harde hand werd opgevoed door een moeder die haar sloeg, asbakken naar haar hoofd smeet en haar tot haar dertigste verplichtte om voor 10 uur thuis te zijn, ook toen ze al met haar performances optrad. Hoe Marina zelf werd verwond in een bizar ongeluk met een wasmachine om vervolgens hardhandig van haar moeder op haar falie te krijgen, of hoe ze probeerde haar eigen ‘ongelukkige’ neus te breken, in de hoop dat een plastisch chirurg ‘m mooi zou maken.

 

De verhalen uit Abramović’ jeugd maken inzichtelijk hoe zij later de performancekunstenares werd die zo ver kon gaan en zoveel fysieke en emotionele pijn aankon in haar voorstellingen. Behalve aan haar jeugd refereren verschillende tableaus in de voorstelling ook aan haar performances. Dobermans die rondlopen tussen oplichtende botten doen denken aan haar performance waarin ze honderden koeienbotten schoonmaakte. En ook de performance waarin ze met een hongerige python over het podium kroop komt terug in deze voorstelling.

 

De tableaus en het verhaal worden in balans bijeengehouden door het fragiele stemgeluid van Antony, frontman van The Johnsons, die elf stukken componeerde voor deze voorstelling. Zijn songs worden in de voorstelling gecombineerd met muziek van de klassieke componist William Basinski en de traditionele klaagzang van de Servische zanggroep van Svetlana Spajic.

 

De dood van Abramović wordt tenslotte verbeeld op basis van de plannen die zij hiervoor bij een notaris heeft gedeponeerd. Ze wil drie doodskisten in de aarde laten zakken in Servië, Amsterdam en New York, de drie plekken waar ze het grootste deel van haar leven doorbracht, met slechts in één kist het echte lijk.

  • © Lucie Jansch

  • © Lucie Jansch

  • © Lucie Jansch

  • © Lucie Jansch

  • © Lucie Jansch

  • © Lucie Jansch

  • © Lucie Jansch

  • © Lucie Jansch

Credits

concept Robert Wilson regie Robert Wilson choreografie Robert Wilson co-creatie Marina Abramović componist Antony, William Basinski muziekcurator Antony, William Basinski kostuums Jacques Reynaud licht A.J. Weissbard co-regie Ann-Christin Rommen dramaturgie Wolfgang Wiens geluid Nick Sagar muziekadvies Dan Bora make up Joey Cheng video Tomasz Jeziorski assistent toneelbeeld Annick Lavallée-Benny assistent kostuums Julia von Leliwa regie-assistent Thomas Hescott piano Gael Rakotondrabe klarinet Doug Wieselman gitaar Oren Bloedow elektronica Matmos (Drew Daniel & Martin Schmidt) uitvoering Amanda Coogan, Ivan Civic, Marina Abramović, Willem Dafoe, Andrew Gilchrist, Antony, Elke Luyten, Christopher Nell, Svetlana Spajic, Carlos Soto, Antony Rizzi, Kira O’Reilly, Zorana Bantic productie Teatro Real Madrid, Manchester International Festival in opdracht van Manchester International Festival, Teatro Real Madrid met Holland Festival, Art Basel, Salford City Council, DE SINGEL

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door