Ga naar de hoofdcontent

Double-bill van twee performance-kunstenaars die samen met associate artist ANOHNI aan de wieg stonden van het kunstproject Future Feminism. Ze presenteren dans en muziek, ontstaan in de grensverleggende New Yorkse performancescene.


Kembra Pfahler (onder andere de drijvende kracht achter de band The Voluptuous Horror of Karen Black) en Johanna Constantine zijn van meet af aan betrokken bij Future Feminism, waar ook associate artist ANOHNI en CocoRosie deel van uitmaken. Future Feminism roept op tot de opkomst van een vrouwelijk collectief bewustzijn om te redden wat er nog over is van onze wereld.


Samen maakten ze in 2014 dertien stenen met stellingen, waaronder: ‘De onderwerping van de vrouw en van de aarde is één en dezelfde’ en ‘Verlos mannen van hun rol als beschermers en roofdieren.’ Sinds de start van het project in 2014 hebben de principes van het Future Feminism Manifesto bekendheid gekregen en zijn ze toegeëigend in de populaire cultuur, met name stelling nummer 13: ‘De toekomst is vrouwelijk’ (The Future is Female).


The Voluptuous Horror of Karen Black presenteert The Way We Are. Een onverschrokken en activistisch concert met fantastische rekwisieten en kostuums, ontworpen door leadzangeres Kembra Pfahler zelf. De songteksten zijn geïnspireerd op de dertien stellingen van Future Feminism.

Performance artist en DJ Johanna Constantine presenteert haar langste werk ooit: Tenebris Suspiria Naturae (‘De donkere zucht van de natuur’). Dit werk met meerdere dansers heeft als thema de worsteling om te overleven in een onvoorspelbare omgeving.


'Nu hebben we de term "interdisciplinair" (...) maar tientallen jaren werden onze opvattingen over performance, feminisme, al die dingen die vandaag de dag de tijdgeest lijken te zijn, beantwoord met flessen die naar je werden gegooid en over straat worden gejaagd. Het is een nieuw begin. Misschien zal deze nieuwe populariteit ons leiden naar een zachter, vrouwelijk uur...'

– Kembra Pfahler, uit: A Letter to the People of Utrecht and Europe at Large (2018)

Klik op 'lees meer' en scroll naar beneden om ook een interview met Kembra Pfahler te lezen.


'Ik kies ervoor om in de strijd van de mensheid te geloven'

Interview met Johanna Constantine

 

Johanna Constantine is een van de oudste vriendinnen en samenwerkingspartners van associate artist ANOHNI. Ze is een van de oprichters van Future Feminism en zal haar nieuwe werk Tenebris Suspiria Naturae (‘De duistere zucht van de natuur’) uitvoeren. Een gesprek over haar werk en feminisme.


Door Evelien Lindeboom

Klik op 'lees meer' en scroll naar beneden om ook een interview met Kembra Pfahler te lezen.


'Ik kies ervoor om in de strijd van de mensheid te geloven'

Interview met Johanna Constantine

 

Johanna Constantine is een van de oudste vriendinnen en samenwerkingspartners van associate artist ANOHNI. Ze is een van de oprichters van Future Feminism en zal haar nieuwe werk Tenebris Suspiria Naturae (‘De duistere zucht van de natuur’) uitvoeren. Een gesprek over haar werk en feminisme.


Door Evelien Lindeboom

ANOHNI en jij begonnen jullie carrières in de punk- en deathrockscene van Californië in de jaren 80. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?

‘We hebben elkaar ontmoet in Californië toen we ongeveer zeventien waren. We zaten beiden diep in de queer tegencultuurscene. Ik zag haar in een bus en we zagen er allebei nogal extreem uit. Ik was zó geïntrigeerd door haar voorkomen dat ik haar de bus uit, de heuvel op ben gevolgd. Toen ze me vroeg “Waarom achtervolg je mij?”, antwoordde ik: “Wij worden beste vriendinnen!” We begonnen samen dingen te doen en dat zijn we blijven doen toen we allebei naar New York verhuisden.’


In wat voor opzichten was je zo extreem?

‘Ik was een erg politieke punk en mijn uiterlijk was nogal afstotend: agressief, onaangenaam. Ik droeg leer en metaal en bond dingen die ik vond vast aan mijn lichaam. Haar uiterlijk was net zo extreem, maar op een tegenovergestelde manier. Ze had een erg zachte uitstraling, met pastelkleuren, mohair en lang golvend haar. Toen we elkaar ontmoetten, maakte zij al muziek en ik verzamelde muziek en was dj. We discussieerden over emotionele toestanden: ik wilde liever mijn gevoelens beheersen en onderdrukken. Zij zei dat het oké was om ze toe te laten. Haar zachtheid bracht emoties bij me naar boven en ik denk dat mijn agressie voor haar net zo bevrijdend was. Al moet ik zeggen dat we allebei even stoer en onsentimenteel waren.’


Kun je jullie vroege werk samen omschrijven?

‘Zij begon toneelstukken te schrijven en te organiseren, eerst in Californië, in Santa Cruz, later in New York met een groep die we begonnen op te bouwen genaamd Blacklips. Dit waren enorme toneelstukken en musicals van wel twee uur lang. Als tieners hadden we films van John Waters gezien - we dachten, “wij hebben veel rare vrienden, dat kunnen wij ook!” Dat bleek onze testruimte te zijn waar we de experimentele basis voor later zouden leggen. Ik ben niet naar de theaterschool geweest en ik was weinig populair bij de docenten van de vrije danslessen die ik volgde - vanwege mijn uiterlijk dachten ze dat ik het niet serieus nam. Door op te treden in de Pyramid Club in New York begon ik mijn eigen stijl te ontwikkelen.’


Over wat voor thema's gingen die toneelstukken en performances?

‘De thema's die indertijd voor ons het belangrijkst waren, hielden direct verband met de onderdrukking die we in de jaren 80 ondervonden. Iedereen die afweek van de “traditionele gezinswaarden” was een paria. Queer jongeren werden letterlijk geëlektrocuteerd: ze werden “behandeld” met elektrotherapie omdat ze homoseksueel waren. We waren niet alleen doodsbang voor de overheid, er was ook de nucleaire dreiging, en aids begon om zich heen te grijpen. Tijdens onze studie volgden we een college van de activist Vito Russo, en leerden we over de werkelijke situatie waarin onze gemeenschap zich bevond met betrekking tot hiv en aids. Het voelde als een overlevingsstrijd, puur om wie we toen waren.’

 

Hoe ontstond jouw feminisme?

‘Ik weet nog dat ik in de jaren 80 naar beelden van vrouwen keek en dat er niemand tussen zat die ik wilde zijn. Ik zag geen toekomst waar ik naar kon streven, tot ik Grace Jones vond. Zij was het rolmodel waar ik me aan vastklampte. Zij was een onaantastbaar toonbeeld van kracht. Ik begon meteen met gewichtheffen, wat in het meedogenloze klimaat van mijn oerconservatieve dorp goed van pas kwam. Toen ik twaalf was, kwam ik in de Californische punkscene terecht. Dit was een zeer feministische groep. De punkers die ik kende, zouden nooit met elkaar daten, omdat we elkaar niet wilden seksualiseren. Ik verwachtte niet gezien of gehoord te worden door de gevestigde orde, maar tegelijkertijd voelde ik dat wat we deden belangrijk was. We werden door de maatschappij buitengesloten, terwijl ik vond dat we er juist middenin moesten staan. Dat is waarom ik zo gedreven was. Mijn werk vloeide voort uit mijn feministische woede. Toen ik optrad in de Pyramid Club voelde dit als een enorme prestatie.’
 

Zou je zeggen dat je houding tegenover het feminisme veel veranderd is?

‘Veel feminisme begint vanuit woede, maar ik heb gemerkt dat de manier waarop het zich manifesteert met de jaren verandert. Ik had hierover een gesprek met Inna Shevchenko (van de feministische groep Femen, red.) en zei: “Is het niet gek hoe ik begon met het bekladden van politiebureaus en jij begonnen bent met het doorzagen van orthodoxe kruizen, en dat we nu om precies dezelfde redenen in een kring elkaars handen vasthouden? Ze antwoordde: “Maar het brandt nog steeds hetzelfde, toch?” In wezen is ons werk niks veranderd.

Maar mijn houding is wel degelijk veranderd. Zoveel jaar later ben ik op een punt beland waar ik de wereld kan bekijken voor wat hij is en er meer van kan toelaten. Binnen het feminisme zijn er veel verschillende behoeftes vanuit verschillende mensen, verschillende delen van samenlevingen, verschillende situaties in ieder land... Nu praat ik met iedereen en kijk ik naar waar ze staan; ik geloof dat we allemaal één kracht zijn. We vechten op verschillende fronten in dezelfde oorlog. Met Future Feminism wilden we het breedst mogelijke statement maken. Een plek waar iedereen, op elk deel van het menselijk spectrum, een gesprek kan hebben. We koppelen feminisme nadrukkelijk met de milieubeweging omdat beide kampen met dezelfde giftige systemen van onderdrukking en agressie.’


Deze visie wordt niet door iedereen gedeeld...

‘Feministisch werk gaat gepaard met de nodige pijn. Het raakt zoveel mensen op verschillende niveaus en er is zoveel geschiedenis. Veel mensen voelen zich monddood gemaakt. Toen we Future Feminism begonnen als kleine vriendengroep voelde het zelfs ongemakkelijk om er onderling over te praten. We kregen een hoop ellende over ons heen toen we ons uitspraken tijdens het eerste optreden in New York. Mensen vroegen wat nu juist ons het recht gaf om hierover te praten. Ik zeg: het is geen onderwerp voor historici en wetenschappers alleen, we moeten het er allemaal over hebben. Je hoeft niet te weten wat fout is om te weten wat juist is.

Iedereen moet kunnen praten over feminisme en wat voor invloed het op hen heeft, ook mannen. Vaak zie ik hoe moeilijk het is voor feministische mannen om mee te doen. Ze worden bekritiseerd als ze een mening uiten, zelfs als die ondersteunend is. En ze voelen zich gekwetst omdat veel kritiek zich richt op “mannelijke” systemen. Het woord “mannelijk” wordt zo vaak in een negatieve context gebruikt. Sommige erg feministische mannen hebben elke keer dat je erover probeert te praten het gevoel een bak stront over zich heen te krijgen, puur door de noodzakelijke taal. Ik heb met groepen van uitsluitend mannen gepraat over hoe dit gevoel kan worden beperkt. Met Future Feminism streven we ernaar universeel inclusief te zijn, en natuurlijk horen mannen hier ook bij!’


Wat betekenen de 13 Tenets of Future Feminism voor jou?

‘De stellingen zijn zelf een kunstwerk. Ze scheppen de ruimte voor gesprekken waarbij Future Feminism een soort gespreksleider is. Mensen van alle leeftijden en achtergronden kunnen hun hele gedachtegang uitspreken in plaats van te verdedigen of om ruimte te moeten vechten. Ik ben heel dankbaar om nog een Future Feminsim-project te kunnen doen, nu we op het punt zijn beland dat de sloopkogel weer door al het werk gaat dat in deze recente en bijzonder actieve periode in het feminisme verricht is. Ik doel op de aanvallen op vrouwenrechten. Trans- en homorechten liggen ook onder vuur, door dezelfde agressors. Dat betekent niet dat het eerdere werk van iedereen voor niks was. Het betekent alleen dat het opnieuw tijd is om te vechten. De haat is niet nieuw. Er zullen altijd mensen zijn die vrouwen eronder willen houden. Er zullen altijd mensen zijn die anderen willen uitroeien en uitwissen. Hiervoor is een harde aanpak nodig: we moeten onze rechten en veiligheid terugveroveren. En tegelijkertijd is er een zachte benadering die van ons vraagt dat we met deze mensen praten en zichtbaar zijn als mens.’


Kun je iets vertellen over de ceremonie voor de stenen, met daarin de 13 stellingen gekerfd, die je samen met Sierra Casady (van CocoRosie) gaat doen?

‘Toen we een benefietoptreden deden voor het Future Feminsm-programma in New York deed ik dat met CocoRosie: ik danste terwijl Sierra God has a voice, she speaks through me zong. We wilden weer samen optreden met de stenen. Volgens ons is een ceremonie een fijne manier om mensen welkom te heten in de ruimte waar de stenen tentoongesteld zijn.’


Wat kun je vertellen over de choreografie die je aan het maken bent, Tenebris Suspiria Naturae?

‘Dat gaat over de strijd om te overleven in een onzekere omgeving. In al mijn dansstukken staat een anamorfe of menselijke entiteit centraal die zich verzet tegen ecologische onderdrukking. Ik maak veel gebruik van make-up en lichaamstransformatie. Mijn dans wordt vaak vergeleken met de Butoh-stijl. Toen ik in Japan was zei Yoshito Ohno (een zoon van oprichter Kazuo Ohno en het huidige hoofd van de school, red.) dat hij mijn dans als Butoh ziet. Hoewel deze traditioneel Japans is, zei hij dat hij wilde dat de stijl muteerde en zich over heel de wereld verspreidde. Ik voel me vereerd om in de geschiedenis en litanie van deze dansstijl te treden.

Dit is de eerste keer dat ik een stuk heb gemaakt waar andere dansers bij betrokken zijn. Op het podium word ik vergezeld door twee van mijn favoriete artiesten uit Londen: Parma Ham en Leo Monira, beiden non-binair. Ik kijk er erg naar uit. Het wordt prachtig.’

Wat kun je vertellen over de muziek?

‘Vaak maak ik mijn muziek zelf of choreografeer ik op specifieke liedjes, zoals de ambient elektronische muziek van William Basinski. In mijn werk laat ik ook veel ruimte over voor stilte. Een van de belangrijkste muziekstukken voor Tenebris Suspiria Naturae is ritmische noise door een band genaamd S.K.E.T.. Ik vind dat veel noisemuziek erg orkestraal en emotioneel is. In combinatie met de kwetsbaarheid van live dans komen deze kwaliteiten goed naar voren.’ 


Wat zou je willen dat je publiek ervaart?

‘Mijn werk kan als duister worden ervaren, ik maak veel gebruik van beelden die sommige mensen gewelddadig of verontrustend vinden, maar ik zie het zelf als transformerend en hoopvol. Het is geen naïeve “alles komt goed” soort hoop, maar meer het idee dat ook als het allemaal nergens toe leidt, een deel van ons overleven zal. Veel van mijn vrienden vinden dat de mensheid maar tot stof moet vergaan: dat we geen nut meer hebben. Maar ik zie nog altijd schoonheid en waarde in de mensheid. Ik kies ervoor om in de strijd te geloven in plaats van het op te geven. Ik zou graag willen dat het publiek zijn eigen gedachten vormt. Ik wil genoeg stilte overlaten voor het publiek om hun eigen emoties te hebben. Ik hoop dat iedereen het kan voelen en ervan kan genieten, of ze nu acht of tachtig, man, vrouw of non-binair zijn, allemaal op hun eigen manier.’


‘Ik wil zowel horror als blijdschap verspreiden’

Interview met Kembra Pfahler


Bij Kembra Pfahler draait alles om het plezier van de horror. Haar werk is feministisch en provocerend, maar nooit kwaadwillend. Samen met associate artist ANOHNI, CocoRosie en Johanna Constantine richtte ze het kunstproject Future Feminism op. Met haar band The Voluptuous Horror of Karen Black speelt ze haar muziektheatervoorstelling The way we are. Een gesprek over haar werk en feminisme.


Door Evelien Lindeboom


Hoe ben je begonnen met het maken van kunst?

‘Ik wilde altijd al een ander schoonheidsideaal creëren. Waar ik opgroeide in Los Angeles werd me gezegd dat ik mijn haar blond moest verven, tien kilo af moest vallen en plastische chirurgie moest laten doen - dan zou ik op tv kunnen komen. Het was allemaal nogal haatdragend, misogyn. Ze zeiden niet dat een meisje een surfer of wetenschapper kon worden. Maar gelukkig kon ik goed tekenen, dus ging ik naar de kunstacademie en verliet LA om naar New York te gaan.'


Wat gebeurde er in New York?

'Ik kwam voor het eerst in New York in 1979 toen ik zeventien was. Vaak komen mensen naar New York om de wereld te veranderen door middel van kunst. Voor mij ging het om het creëren van een nieuwe identiteit en het creëren van een nieuw vocabulaire van schoonheid dat elders verkeerd begrepen werd. Toen ik aankwam, leerde ik stille Super8-films kennen via Jack Smith, een extreme filmmaker die een paar straten van mij vandaan woonde. Ik had een rol in zijn film Shadows in the City. Ik besloot zelf filmlessen te volgen bij de Millennium Film Archives, en daar had ik mijn eerste vertoning: Films by Kembra Pfahler. Filmmaker Mike Kuchar, die de cursus gaf, beschreef mijn film als “wellustig gruwelijk”. Ik vond dat fantastisch. De gebroeders Kuchar inspireerden John Waters, die voor mij ook een grote inspiratiebron was. Dus zo heb ik in de jaren 80 veel films gemaakt.'


En deze omschrijving was de inspiratie voor je bandnaam The Voluptuous Horror of Karen Black, een band die vaak wordt omschreven als 'shockrock'.

'Ik zou het zelf geen shockrock noemen. Als ik wat wij doen een naam moest geven, zou ik kiezen voor theatraal muziekproject. Het waren stille films, dus besloten we er soundtracks voor te maken. Rond 1990 begon ik, samen met mijn toenmalige echtgenoot Samoa Moriki, de band The Voluptuous Horror of Karen Black. We boekten ons eerste optreden bij de Pyramid Club - we begonnen met het spelen van rockmuziek in combinatie met kunstperformances op het podium. Meer dan wat ook wilde ik met iets komen dat niet eerder vertoond was. We spelen nog steeds samen, ook nu we niet meer getrouwd zijn, en een aantal bandleden zijn al heel lang bij ons. We komen naar Nederland met Gyda Gash en Michael Wildwood. Allemaal hebben we andere projecten, andere bands en kunstprojecten. We hebben een heel avontuurlijke bandcarrière gehad. Niet alleen treden we op in rockclubs door het hele land maar we doen ook academische dingen, zoals optreden in het Whitney Museum. Wat we allemaal gemeen hebben, is dat we met ieder optreden de wereld willen veranderen.'


Je gebruikt vaak je eigen lichaam als onderdeel van je kunstwerk.

'Toen ik met kunst begon, werd me vaak gevraagd wat voor soort kunst ik maakte. Ik bedacht de term 'availablism': optimaal gebruik maken van wat er voorhanden is: mijn eigen lichaam en ideeën, en wat voor materiaal ik verder ook om me heen vond. Het was een manier om te ontsnappen aan de behoefte aan kunstbenodigdheden. Zo bedacht ik mijn acts, zoals bijvoorbeeld om gekleurde eieren op mijn vagina te breken terwijl ik op mijn hoofd sta. Ik had een ei in de koelkast en ik kan op mijn hoofd staan. Ik ben dol op het citaat van Oscar Wilde: “een ei is altijd een avontuur.”

De naaktheid en de wens om mijn lichaam te tonen is ontstaan vanuit een gevoel van schaamte. Ik voelde me lelijk. In plaats van op een man te wachten die me als zijn model zou willen, besloot ik mijn eigen muze te zijn. Ik heb geleerd van mijn lichaam te houden en het te gebruiken - niet op een pornografisch-seksuele manier - maar om een ander soort schoonheid te tonen. Ik heb nooit iets met mijn lichaam willen doen, tenzij het in het kader van extreme performance was.'


Over extremiteiten gesproken, op een gegeven moment heb je als kunstproject je vagina dichtgenaaid. Waarom deed je dat?

'Ik deed het omdat ik woedend was op het merendeel van de mannen die de wereld besturen. En het was een bijzonder krachtig beeld dat ik wilde maken. Ik heb het maar een keer gedaan en het had niks met fetisjisme te maken. De vrouwen die me hierbij hielpen waren verpleegkundigen, dus het gebeurde heel behoedzaam. De foto verscheen in het tijdschrift Penthouse. Nog steeds vind ik het de beste “fuck you” uit mijn hele leven. Het werd geplaatst omdat het kunst was; het was schokkend en mooi tegelijk. Het was betekenisvol, omdat het mensen die iets anders verwachtten deed walgen. De mannen die me zagen, vertelden me dat ze bijzonder geïntrigeerd waren en niet wisten of ze nu moesten kotsen of het aan de muur moesten hangen. Ik creëerde een gesprek.'


Wil je mensen vaak choqueren of bang maken met je werk?

'Ik denk wel dat horror een kunstvorm is die profetisch kan zijn. Het kan je wegwijs maken in de gesprekken rond onderwerpen waarover gepraat moet worden, zoals vrouwenhaat en repressie. Misschien oog ik soms hard, maar wat ik wil is zowel horror als blijdschap verspreiden door muziek en beelden. Het is een luxe om op te kunnen treden en creativiteit is een geschenk, dus het is geweldig om dat te delen! Ik mag dan zwarte make-up dragen, en op mijn hoofd staan terwijl ik eieren op mijn vagina breek, maar toch denk ik dat mijn voorstelling geschikt is voor alle leeftijden, zolang ouders hun verantwoordelijkheid maar nemen. Die moeten uitleggen: “Deze vrouw is een kunstenaar en ze gebruikt haar lichaam op een manier die haar of iemand anders geen kwaad doet. Maar het is geen goed idee om dit zelf thuis te proberen.” Door de kleuren en kostuums zijn kinderen dol op onze optredens. Ze voelen aan dat we er niet op uit zijn iemand kwaad te doen. Ze voelen het plezier.'


Samen met ANOHNI, Johanna Constantine en CocoRosie maakte je het Future Feminism kunstprogramma dat hier in juni wordt gepresenteerd, waaronder een tentoonstelling van de 13 stellingen die jullie samen maakten. Is dit proces van invloed geweest op hoe je naar feminisme kijkt?

'Ik ben heel blij dat de stenen in Amsterdam worden tentoongesteld; ze zijn schitterend en de dertien stellingen erop heel krachtig. Feminisme zit in onze botten en wat er nodig of mogelijk is, verandert met de tijd. Soms breken onze botten en moeten we ze helen, en soms zijn ze sterk en gezond en kunnen we springen en rennen. In de Verenigde Staten zie je op dit moment een grote verslechtering van vrouwenrechten, en dat is stuitend. Het voelt als het wilde westen, waarin vrouwen weer gereduceerd worden tot moeders of hoeren. De vrouwenhaat tiert welig. Tegelijkertijd is er een sterk tegengeluid van een jonge generatie, die misogynie probeert uit te bannen en die wil dat we allemaal samen leren leven.'


Wat kunnen we verwachten van je voorstelling The way we are?

'De voorstelling heet The Way We Are, wat verwijst naar de titel van een film van Barbara Streisand, The Way We Were. Ik leef liever in het nu. Ik verzon het woord 'yesterbating' om te illustreren hoe we de neiging hebben obsessief vast te klampen aan het verleden. Ik probeer niet romantisch nostalgisch te zijn. Maar ook ik doe nog altijd een aantal van mijn oudere performances. In Amsterdam gaan we een prachtige voorstelling in een prachtige ruimte geven. Ik maak alle kostuums en rekwisieten zelf. Een van mijn eerste kostuums was een groot bloemhoofd dat mijn moeder voor me maakte voor een lentefeest. Ik doe die performance al sinds 1981. Misschien doe ik wel een kleurige eierceremonie, maar dat heb ik nog niet besloten. Laten we het een verrassing houden: “gaan ze hun grootste hits doen?”'


Je geeft ook kunstles aan jongeren en organiseert hier in Amsterdam een workshop.

'Performance 101 is een workshop die jonge kunstenaars handvatten geeft om aan hun eigen projecten te werken. Ik ben hiermee begonnen omdat veel jonge creatieve mensen vastlopen. Deze workshop geeft handvatten om los te komen en gelukkig en productief te zijn. Een van de handvatten die ik aanreik, is stream of consciousness-schrijven. We praten over communicatievaardigheden en beelden onze ideeën uit - ik vind het geweldig om te zien hoe mensen schrijven, en we tekenen. Tekenen kan iedereen. Performances doen we uiteindelijk voor elkaar, of voor een publiek, als de groep dit wenst. Ik ben fel tegen artistieke concurrentie. Boven alles moet iedereen zich vrij voelen om te doen wat ze willen en te gebruiken wat er voorhanden is. 'Availablism' gaat om wat beschikbaar is in je omgeving, maar ook in je hoofd. Dat is wat ik uitdraag. Ken je het woord 'liminaliteit'? Dat is een prachtig woord om te kennen. Het betekent dat we de juiste sfeer kunnen creëren om dit ritueel te laten plaatsvinden.'

Lees minder
  • Johanna Constantine, artiest

    © Johanna Constantine

  • Kembra Pfahler (The Voluptuous Horror of Karen Black)

    © Jean Toir

  • © Johanna Constantine