Ga naar de hoofdcontent

In het jaar 1898 stierf Bismarck, voltooide Schönberg zijn eerste compositie, ontdekte Marie Curie het radium en werd Deutsche Grammophon (DGG) opgericht. Mauricio Kagel zou zichzelf niet zijn geweest als hij in 1973 een bijzonder stuk had verzonnen om het jubileum van de Duitse platenfirma op te luisteren. ‘Een muzikale röntgenfoto van het einde van de negentiende eeuw’ noemt hij 1898 – stukjes Brahms zijn te horen, maar ook Dvorák en Mahler -, maar ook een poging tot reconstructie van de klank van de eerste grammofoonplaten. Het resultaat is weer een typisch Kageliaanse mengeling van het bekende en het nieuwe, van verstrooiing en bezinning, van amusement en melancholie. De parodie – bij Kagel eigenlijk altijd aanwezig 0 wordt volop uitgespeeld in Stravinsky’s Mavra, een operajuweeltje vol prachtige volksmelodieën naar een absurd verhaal van Poesjkin, waarin de stijl van de opera buffa wordt geïmiteerd.

Credits

muziek Igor Stravinsky, Mauricio Kagel uitvoering Radio Kamerorkest, Groot Omroepkoor muzikale leiding Peter Eötvös instudering Huub Kerstens rolverderling Monique Krüs (Parasja), Wilke te Brummelstroete (De buurvrouw), Anna Larsson (De moeder), Valeri Serkin (De huzaar) coproductie Holland Festival, NPS-Radio