In de drie Romeinse tragedies Coriolanus, Julius Caesar en Antonius & Cleopatra beschrijft Shakespeare vanuit verschillende invalshoeken de opkomst en ondergang van een politicus. Coriolanus laat zich leiden door lichamelijke driften en trotseert de wil van de massa, Julius Caesar stelt daar de rede tegenover en probeert de gunst van het volk te winnen. Antonius en Cleopatra worden verscheurd tussen hun publieke verantwoordelijkheid en hun privéwensen. Lichaam, hoofd en hart vormen de stuwende krachten in Romeinse Tragedies, dat een bewerking is van de drie stukken. Ivo van Hove regisseert en vijftien acteurs van Toneelgroep Amsterdam spelen Romeinse Tragedies in zowel een marathonversie als verdeeld over twee avonden.
data
za 16 juni 2007 18:00
zo 17 juni 2007 18:00
di 19 juni 2007 22:15
wo 20 juni 2007 22:15
vr 22 juni 2007 21:00
za 23 juni 2007 21:00
informatie
-
Nederlands
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze)
Romeinse Tragedies
Het stuk Romeinse Tragedies is geconstrueerd rond de moord op Julius Caesar. Coriolanus speelt vóór de opkomst van de Romeinse Republiek: de Romeinse generaal Coriolanus (Fedja van Huêt) weigert zich te onderwerpen aan de wil en de gebruiken van het volk. Hij trotseert de massa en trekt ten strijde tegen zijn moederstad Rome. In het tweede deel verwerft Julius Caesar (Hugo Koolschijn) zijn macht juist door de gunst van het volk te winnen. Een aantal politici vreest dat hij alleenheerser wordt en vermoordt hem, maar dan is het al te laat om het politieke landschap te veranderen. In het slotdeel Antonius & Cleopatra lopen het politieke wereldtoneel van de Romeinse Republiek en de passionele liefde tussen de Romein Antonius (Hans Kesting) en de Egyptische Cleopatra (Chris Nietvelt) parallel aan elkaar, een vervlechting van liefde en strijd die leidt tot een bloedbad.
In de Romeinse tragedies voeren politici een eeuwigdurende strijd om idealen en macht. Drie keer beschrijft Shakespeare de opkomst en ondergang van een politicus. Coriolanus laat zich leiden door lichamelijke driften, Julius Caesar stelt daar de rede tegenover en Antonius en Cleopatra worden verscheurd tussen hun publieke verantwoordelijkheid en de wil van het hart. Lichaam, hoofd en hart vormen de stuwende krachten in alle stukken die worden bewerkt tot een tweeluik. Ivo van Hove regisseert Romeinse Tragedies, vijftien acteurs spelen de drie stukken in zowel een marathonversie als verdeeld over twee avonden.
Hoeveel tragedie kan een mens verdragen?
Wraak, oorlog, eerzucht, slachtoffers, haat, waanzin, macht en verzet, het zoeken naar een zondebok…We kijken naar het nieuws en spreken over deze verschrikkingen, noemen het tragedies. Via de media komen deze tragedies als informatie op ons af. Beelden volgen elkaar in razend tempo op, zodat we niets hoeven te missen van wat er in de wereld gebeurt. We zijn op de hoogte, denken we. Maar hoeveel tragedie kan een mens verdragen en hoe?
De tragedie is vijfentwintig eeuwen geleden ontstaan en nog altijd niet weg te denken uit ons leven. De thema’s zijn dezelfde maar de manier waarop we ermee omgaan verschilt. De wereld is drastisch veranderd en de collectieve verwerking, die de toeschouwer in het oude Griekenland vond in het theater, ondergaan we alleen nog bij de dood van helden en idolen.
In zijn huwelijkscyclus zoomde Ivo van Hove in op de onderlinge strijd binnen de kleinste relatie, die tussen man en vrouw en maakte pijnlijk duidelijk wat twee mensen elkaar in helse conflicten kunnen aandoen. Uit deze cyclus worden Scènes uit een huwelijk en Het temmen van de feeks hernomen. En hoewel deze intieme drama’s geen tragedies zijn, kennen ze allemaal hun eigen tragedie. Een tragedie op microniveau tussen man en vrouw die model staat voor de tragedies op macroniveau die worden uitgevochten in de politieke arena.
Kennelijk geeft onze samenleving aanleiding om via de tragedies de wereld te bevragen en te doorvoelen. Een wereld die we door een stroom aan feiten en fictie als geen ander kennen, maar waarvan we ons kunnen afvragen of we hem werkelijk doorgronden. In tragedies komen morele dilemma’s aan de orde; we zien hoe de ene mens de andere mens iets aandoet; we lijden mee met de tragische held, voelen zijn of haar angst, hebben medelijden en ondergaan de catharsis, de emotionele en mentale loutering. De Griekse filosoof Aristoteles, die in zijn Poetica de werking van de tragedie beschreef, was daarvan overtuigd. En met hem delen wij die hoop.