Reigakusha Gagaku Ensemble

Met de komst van het Reigakusha Gagaku Ensemble worden de Japanse  podiumkunsten in het Holland Festival geïntroduceerd. In de toekomst zullen meerdere vormen van Japans theater en Japanse muziek ten uitvoer gebracht worden als hommage aan de grote Japanse kunsten. Gagaku is oude Japanse hofmuziek en wordt gerekend tot de oudste vorm van orkestmuziek ter wereld. Gagaku komt van oorsprong uit China en Korea. De muziek kreeg meer dan twaalfhonderd jaar geleden al zijn huidige vorm met zijn complexe structuur. Gagaku werd van generatie op generatie overgeleverd aan muzikanten die deel uitmaakten van het keizerlijk hof. In Japan word de muziek voornamelijk aan het hof gespeeld tijdens belangrijke rituelen, bijvoorbeeld bij een keizerlijke kroning.

Het Reigakusha Gagaku Ensemble is speciaal samengesteld om Gagaku ook in het buitenland te vertolken. Oprichter en muzikaal leider van het ensemble Sukeyasu Shiba behoorde zelf tot aan zijn pensioen tot de hofmusici. Hij richtte Reigakusha in 1985 op om zich toe te leggen op de uitvoering en ontwikkeling van Gagaku.

Binnen de Gagaku-muziek bestaan drie stijlen: Kangen (instrumentaal, letterlijk ‘pijpen en snaren’), Bugaku (zang en dans) en Kayo (een verzameling liederen met poëtische teksten). De gebruikte instrumenten zijn authentiek: hobo-achtige blaasinstrumenten, mondorgels en fluiten van bamboepijpen, gongen, een luit en verschillende drums. Gagakumuziek straalt tijdloosheid en vrede uit. Naast de Gagaku-muziek is er ook een bijzonder verfijnde Gagaku-dansstijl.

Het repertoire van Reigaskusha bestaat uit het gehele Gagaku repertoire, van klassieke stukken tot moderne composities. Eerder al, tijdens de openingsavond van het Holland Festival op 1 juni, wordt een hedendaags gagakustuk van Toru Takemitsu uitgevoerd. In het uitgebreide programma worden de traditionele werken gespeeld.

Hyôjyô no Netori zijn korte stukken van minder dan twee minuten die meestal aan het begin van een Kangen uitvoering worden gespeeld. Het meest bekende gagakuwerk is Etenraku. Bij Japanse bruiloften is het een belangrijk element, daarnaast hoor je het vaak op speciale feestdagen. Bairo kent zijn oorsprong in zowel Indiaase en Chinese muziek. Waarschijnlijk zijn het boeddhistische priesters die het werk meegenomen hebben naar Japan. De Bugakudans Ranryo-o kenmerkt zich door elegantie, soliditeit en symmetrisch gebruik van de ruimte. Deze statige dans wordt in origine uitgevoerd in rijkelijk met brokaat versierde kostuums en is uiterst gestileerd; de vorm drukt contemplatieve geest uit in een culturele context.