Ga naar de hoofdcontent

Commotie bij koningshuis en kerkelijke overheid omwille van te veel sensualiteit en decadent gekoketteer met de dood, artistieke nijd tussen een sterachitect (Victor Horta) en een beeldhouwer van kleine komaf (Jef Lambeaux), politieke koehandel tussen de Belgische katholieke garde en de Saoedische sjeiks, … Het zijn slechts enkele ingrediënten uit het leven van het kunstwerk Les passions humaines, een reliëf van beeldhouwer Jef Lambeaux (1852-1908) dat middenin Brussel staat. Guy Cassiers maakt van het kunstwerk het hoofdpersonage van een docudrama met een tweetalige cast, op tekst van Erwin Mortier. Rond het beeldhouwwerk schetsen zij een panorama van menselijke drama’s, maatschappelijke tegenstellingen en ideo­logische gevechten, confrontaties vol hartstocht, net zo heftig als afgebeeld op het kunstwerk van Jef Lambeaux.

Voor het slotbeeld van zijn indrukwekkende enscenering van Wagners Ring des Nibelungen (2013) liet Guy Cassiers een immense reproductie maken van de sculptuur Les passions humaines (‘De menselijke driften’) van de negentiende-eeuwse Belgische beeldhouwer Jef Lambeaux. Cassiers raakte zodanig gefascineerd door dit werk en zijn bewogen geschiedenis dat hij daarna schrijver Erwin Mortier uitnodigde er een nieuw toneelstuk over te schrijven. Hun gezamenlijke onderneming Passions humaines wordt in april 2015 in première gebracht door Cassiers’ Toneelhuis.

 

Lambeaux’ bas-reliëf Les passions humaines is een monumentaal beeldhouwwerk in Carrara-marmer waarin vele mensfiguren figureren in scènes rond goed en kwaad – alles onder toeziend oog van de dood. Aan het werk laat zich de passie van de kunstenaar aflezen voor het menselijk lichaam en zijn sensualiteit en kracht. Aan de onthulling van het werk in 1898 ging een complexe ontstaansgeschiedenis vooraf. Liberalen reageerden enthousiast op het ontwerp, dat negen jaar eerder werd gepresenteerd, maar katholieken waren furieus en vielen over het blasfemische en pornografische karakter ervan. De Belgische koning Leopold II gooide kolen op het vuur toen hij in 1890 het officiële startsein gaf om het beeld in marmer te laten uitvoeren.

 

Ook de samenwerking tussen Lambeaux en de jonge architect Victor Horta, die werd uitgenodigd een paviljoen rond het werk te bouwen in het Jubelpark in Brussel, verliep niet zonder slag of stoot; Lambeaux meende dat zijn werk niet voldoende tot zijn recht kwam in het gebouw (een van Horta’s eerste opdrachten) en bezocht het paviljoen vanaf de oplevering tot aan zijn dood geen enkele keer. Nog lang na Lambeaux’ dood in 1908 bleef het Paviljoen van de Menselijke driften de gemoederen beroeren. In 1967 kreeg koning Faisal van Saoedi-Arabië tijdens een bezoek aan België, waarbij hij wapens kwam kopen, van koning Boudewijn – wellicht ter compensatie – de noordwestelijke hoek van het Jubelpark voor negenennegentig jaar in erfpacht. Daar stond behalve een oriëntaals paviljoen, de latere Grote Moskee van België, ook het Lambeaux-Horta-gebouwtje. Sindsdien werden het gebouw van Horta en de sculptuur van Lambeaux sterk verwaarloosd en was de toegang ertoe zeer beperkt. Pas recent werd begonnen aan restauratiewerkzaamheden en in september 2014 heropende het paviljoen na bijna een halve eeuw zijn deuren voor het grote publiek.

 

Dat dit fascinerende beeldhouwwerk al die tijd maar door zo weinig ogen gezien kon worden, bracht Cassiers ertoe het verhaal van het ontstaan en de perceptie van het werk een eigen toneelstuk te geven. Schrijver Erwin Mortier ging aan de slag met dit Belgische verhaal en maakte de controverse rond het kunstwerk tot een panorama van menselijke drama’s, sociale contrasten en ideologische strijd. Zijn stuk laat de polemiek zien, de uiteenlopende idealen en meningen van liberalen, socialisten en katholieken, de botsing tussen romantiek en modernisme, en de relaties tussen een groep kleurrijke personages rond Lambeaux. Onder hen zijn de Belgische koning Leopold II en zijn maîtresse Blanche Delacroix (met wie hij later zou trouwen); de jonge architect Victor Horta; de kunstcriticus Sander Pierron, die een verborgen relatie had met de schrijver Georges Eekhoud; en hun beider vrouwen Cornélie van Camp en Adèle Deforge. Hun ontmoetingen zijn zo vurig en intens als de relaties die Jef Lambeaux uitdrukte in zijn Passions humaines.

 

Mortier over Les passions humaines: ‘Lambeaux was de speelbal van de verschillende krachten in de samenleving van zijn tijd. Voor de een was hij progressief, voor de ander pervers. (…) Voor mij is Les passions humaines een iconisch beeld waarin een heel tijdsgewricht wordt samengebald, net zoals onze tijd wordt gevat in het beeld van twee vliegtuigen die zich in de Twin Towers boren. Dat beeld kan worden gebruikt om de situatie te beschrijven waarin de wereld vandaag verkeert, met vertakkingen naar het verleden en naar de toekomst. Dat is ook hoe ik Lambeaux’ sculptuur zie. Het gaat over de koning en zijn maîtresse, over katholieken en liberalen, over sensualiteit en spiritualiteit, over vrouwen en mannen, Vlamingen en Walen, et cetera.’ Mortier: ‘De centrale figuur in mijn stuk is meer de sculptuur dan Lambeaux zelf. Het beeldhouwwerk is omgeven door een wervelwind van politieke, sociale, religieuze en artistieke passies en natuurlijk in de Belgische gemeenschapskwestie. Ik heb geprobeerd een fresco te schilderen van een land dat zoekende was – en nog altijd is – naar zijn vorm.’

Om de klassenstrijd en de Vlaamse verdeeldheid tussen Walen en Vlamingen nog eens kracht bij te zetten, wordt het stuk gespeeld met een tweetalige cast.

Credits

regie Guy Cassiers tekst, dramaturgie Erwin Mortier cast Katelijne Damen, Tom Dewispelaere, Kevin Janssens, Marc Van Eeghem, Claire Bodson, Thierry Hellin, Vincent Hennebicq, Serge Larivière, Muriel Legrand, Candy Saulnier, Arieh Worthalter kostuumontwerp Tim van Steenbergen geluidsontwerp Diederik de Cock video-ontwerp Kurt d’Haeseleer productie Toneelhuis coproductie Stad Antwerpen, Théâtre National, Mons, Le Manège gepresenteerd in samenwerking met Stadsschouwburg Amsterdam