Ga naar de hoofdcontent

De titel Noach verwijst weliswaar naar het klassieke Bijbelverhaal, maar Guus Janssen en librettist Friso Haverkamp hebben in hun kameropera beslist geen letterlijke ‘weergave’ ervan willen geven. Bij hen is Noach een totale gek die fantaseert over de vernietiging van de schepping. Janssen zegt bij het verhaal van de ark allerlei fantasieën te hebben over de vernietiging van de natuur door het lozen van olie in zee en het kappen van oerbossen. Een zwaar onderwerp dus, dat echter een lichtvoetige behandeling krijgt, zodat het effect van Noach juist extra wrang is. Deze opera is plastisch stripverhaal vol actie, komisch momenten en muziek waarin Janssen zichzelf volkomen trouw is gebleven. Zo vraagt het werk een combinatie van ‘traditionele’ (strijkkwartet, klassiek geschoolde zangers) en improviserende (Janssens eigen septet) musici. En de partituur streeft niet naar de traditionele grote opera vorm. Zij bestaat uit kleine onderdelen en tal van ‘gaten’, waarin volop ruimten bestaat voor improvisatie.

Credits

uitvoering De Nederlandse Opera, Nieuw Artis Orkest, Mondriaan Kwartet dirigent Lucas Vis regie Pierre Audi scenisch concept Karel Appel kostuums Karel Appel, Jorge Jara choreografie Min Tanaka licht Jean Kalman zang Claron McFadden, Lieuwe Visser, Huib Rooymans dans Min Tanaka, Hisako Horikawa de elementen Ay-Kherel Ensemble, Gennadi Tumat, Vladimir Soyan, Orlan Chüdekpen, Leonid Oorzak