Booming business in Japan zijn de opvoeringen van traditioneel theater. De Japanner, die de afgelopen jaren een enorme welvaart heeft verworven, grijpt en masse terug op eigen culturele waarden, waaronder de theatervormen als Nô, Kabuki en Kyôgen. Het Nô-theater – een kruising van poëzie, theater, dans en muziek – ontstond meer dan 500 jaar geleden uit verschillende heilige rituelen. Nô-stukken werden aanvankelijk opgevoerd in de buitenlucht, bij tombes en tempels en in droge rivierbeddingen, en waren bedoeld voor het ‘gewone volk’. Later werd de Nô-stijl opgepakt door heersende samoerai-clans en geperfectioneerd. De Nô-esthetiek staat diametraal tegenover Westerse theaterprincipes als dramatisch conflict en psychologische diepgang. Hier gaat het om andere kwaliteiten. Bij Nô telt vooral de suggestie. Er zijn slechts enkele decorstukken de nadruk ligt op de uiterst geraffineerde gebarentaal van de acteurs. Het verhaal is meestal alleen maar een aanleiding om mooie zang- en dansmotieven uit te voeren; Nô wil in de eerste plaats schoonheid creëren – door middel van elegante gebaren, mooie dansen en schitterende kostuums, fraaie muziek en verzen over geliefde motieven – en de toeschouwer daarvan laten meegenieten. Een van de groten van het Japanse theater is de acteur Rokurou Umewaka, afkomstig uit een beroemd geslacht van de Nô-interpreten. De in zijn vaderland met prijzen overladen Rokurou en zijn gezelschap presenteren in het Festival, verdeeld over vier voorstellingen, twee Nô-stukken in steeds andere combinaties met Kyôgen-stukken, korte komische ‘voorspelen’.
data
za 21 juni 1997 22:30
zo 22 juni 1997 16:00
zo 22 juni 1997 22:30
ma 23 juni 1997 22:30
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend