Ga naar de hoofdcontent

Voor de Congolese schrijver en regisseur Dieudonné Niangouna is kunst ‘een vlucht uit onderdrukking’. Theater is zijn wapen. Zijn werk, waarin Afrikaanse en Europese tradities samenkomen, is gul, poëtisch en vol emotie en humor. Nkenguégi is het laatste deel van een trilogie, waar ook Shéda (Holland Festival, 2013) onderdeel van was. Niangouna toont hierin het falen van een politiek systeem, de onderdrukking van een volk en de barre reis die vluchtelingen dagelijks ondernemen in gammele bootjes over de Middellandse Zee. Tegelijk stelt hij de vraag óf het verhaal van een vluchteling wel in een theater thuishoort. Tien acteurs en twee muzikanten verbeelden een levendige wereld-op-zijn-kop, een reis langs dromen en nachtmerries. Nkenguégi is Niangouna’s staat van de wereld: onsentimenteel, muzikaal en gedreven door een onstuitbare wil om te leven. Programma

Regisseur Romeo Castellucci maakt dit jaar La democrazia in America, naar het gelijknamige boek (1835) van De Tocqueville. In The Gabriels beschouwt regisseur Richard Nelson het afgelopen Amerikaanse verkiezingsjaar door de ogen van een doodgewone familie. Andere kunstenaars richten zich op de problematiek in democratische naties, zoals de vluchtelingenkwestie in de voorstellingen van regisseurs Dieudonné Niangouna en Thomas Bellinck. Weer anderen tonen de dreiging van geweld (Demolishing Everything with Amazing Speed), tirannie (Octavia) of het vormgeven aan activisme (The Tempest Society). Filmregisseur Julian Rosefeldt kijkt in Manifesto naar de relatie tussen kunst en samenleving.

We presenteren twee nationale theaterhuizen met elk een eigen staat van de natie: My Country van het National Theatre uit Londen en The Nation van Het Nationale Theater uit Den Haag. Beide voorstellingen tonen een verscheurd land waarin niemand, van politici tot burgers, verantwoordelijkheid lijkt te durven nemen. Ten slotte zijn er voorstellingen waarin democratie in de vorm is doorgevoerd: het publiek kan – als het dat wil – actief betrokken worden, als voorbijganger, deelnemer of activist. Deze kunstenaars moedigen het publiek aan om de aloude hiërarchie tussen het publiek en de artiesten ter discussie te stellen.

 

Een aantal festivalkunstenaars kijkt dit jaar naar de problemen waar westerse democratische landen mee te maken hebben. De Franse filosoof Alexis de Tocqueville bewonderde de democratie vanwege de maatschappelijke gelijkheid. Ook zag hij de gevaren ervan.

Lees minder

De Congolese schrijver en regisseur Dieudonné Niangouna (Brazzaville, 1976) keert terug naar het Holland Festival met een nieuwe voorstelling, Nkenguégi. Dit is het laatste deel van zijn drieluik Le Trilogie des Vertiges (‘De trilogie van de hoogtevrees’),

De Congolese schrijver en regisseur Dieudonné Niangouna (Brazzaville, 1976) keert terug naar het Holland Festival met een nieuwe voorstelling, Nkenguégi. Dit is het laatste deel van zijn drieluik Le Trilogie des Vertiges (‘De trilogie van de hoogtevrees’),

waar ook Le Socle des Vertiges (2010) (‘de bron van de hoogtevrees’) en Shéda (Holland Festival, 2013) onderdeel van uitmaakten. Voor Niangouna is kunst ‘een vlucht uit onderdrukking’. Theater is daarbij zijn wapen. In zijn poëtische, gelaagde en bijzonder talige werk komen Afrikaanse en Europese verteltradities samen. Zo ook in Nkenguégi. Niangouna toont het falen van een politiek systeem, de onderdrukking van een volk, en de barre reis die vluchtelingen dagelijks ondernemen in gammele bootjes over de Middellandse Zee richting Fort Europa. Tegelijk stelt hij de vraag óf het verhaal van een vluchteling wel in een theater thuishoort. Dat doet hij op zijn unieke wijze met virtuoze, kaleidoscopische theaterkunst. 

 

In Nkenguégi werkt een groep toneelspelers aan een hedendaagse theaterversie van het iconische schilderij Le Radeau de la Méduse (1818) van de Franse schilder Théodore Géricault (1791-1824). Dit schilderij – een ijkpunt in de Franse romantiek – verwijst naar een historische gebeurtenis waarbij, na het vergaan van het fregat Méduse voor de kust van Mauritanië in 1816, een groep overlevenden bijna twee weken lang op zee heeft rondgedreven. Van de ruim 147 schipbreukelingen bezweek het overgrote deel door uitdroging en verhongering. Slechts vijftien van hen wisten te overleven dankzij kannibalisme. In Nkenguégi staat dit vlot symbool voor de huidige immigratie-problematiek. Terwijl de theatergroep aan de slag gaat met dit thema komen er in associatieve, droomachtige scènes andere zoekende personages voorbij. Een meisje op zoek naar de ware liefde, een jongetje dat de woestijn bewaakt, een groep idealistische studenten die de wereld wil veranderen, een reiziger aan boord van de Vliegende Hollander, twee Congoleze immigranten die proberen te aarden in Frankrijk, een eenzame man met zelfmoordplannen, en twee geiten die moeten paren tot ze sterven. 

 

De titel verwijst naar een doornachtige plant met gevaarlijke vlijmscherpe bladeren, die groeit in de wouden en savannes rond de evenaar. In Congo gebruiken herders de Nkenguégi-struiken als natuurlijke barrière om hun vee te behoeden voor roofdieren. De Nkenguégi dient als bescherming én gevangenis, en belichaamt zo een onmogelijke situatie. Niangouna: ‘Welke veiligheid wordt ons echt gegarandeerd? Is dat bescherming door raamwerken, barrières, wetten, codes, waarschuwingen, orders, bevelen, eisen, conventies of besluiten? Welke vrijheid hebben we? De vrijheid om in het huis van de tiran te leven, zodat we niet door de naburige tiran worden opgegeten? Hebben we de keuze om te worden opgegeten door een leeuw of een luipaard? De roofdieren zijn binnen én buiten. Wat is ons alternatief?’

 

Theatertaal moet volgens Niangouna een drievoudige kwaliteit hebben. Het moet worden geschreven, gesproken en gehoord. Zo combineert hij in zijn werk klassiek Frans, het populaire en poëtische taalgebruik van de grote Congolese schrijver Sony Labou Tansi en de stamtaal en de orale verteltradities van het Lari-volk. Het resultaat is een verrijkte nieuwe vorm van het Frans. De tekst dient voor Niangouna als de beitel van een beeldhouwer, die een beeld schept uit een amorfe steenklomp. In de voorstelling wordt deze tekst als film geprojecteerd en voortgestuwd door de tomtom-ritmes van de muziekgroep Chikadora. De voorstelling toont de politieke confrontatie tussen Noord en Zuid, de politieke verwoesting van de toekomst, en de generaties die daarvoor zijn opgeofferd. Nkenguégi is Niangouna’s kijk op de staat van de wereld: onsentimenteel, muzikaal en gedreven door een onstuitbare wil om te leven.

Lees minder

Credits

tekst, regie Dieudonné Niangouna artistieke samenwerking Laetitia Ajanohun technische regie Nicolas Barrot videoregie Wolfgang Korwin, Jérémie Scheidler stagemanager Papythio Matoudidi kostuums Velica Panduru maskerontwerp Ulrich N’Toyo licht Thomas Costerg geluid Félix Perdreau creatie en uitvoering muziek Pierre Lambla, Armel Malonga coproductie Théâtre Vidy-Lausanne, MC93 — maison de la culture de Seine-Saint-Denis Bobigny, Künstlerhaus Mousonturm, La Villette (Parijs), Le Grand Théâtre de Luxembourg cast Laetitia Ajanohun, Marie-Charlotte Biais, Clara Chabalier, Pierre-Jean Etienne, Papythio Matoudidi, Harvey Massamba, Daddy Kamono Moanda, Ludovic Louppé, Mathieu Montanier, Criss Niangouna, Dieudonné Niangouna met steun van Colline - théâtre national, Centre National du Théâtre hulp bij creatie en distributie SPEDIDAM productie wordt gesteund door Cie Les Bruits de la rue, Ministerie van Cultuur en Communicatie - DRAC Île-de-France, Cie La Contreverse, Jérémie Scheidler, Marie-Charlotte Biais, DGDA