Ga naar de hoofdcontent

Al sinds de Renaissance zijn componisten gefascineerd door de mogelijkheden die een ruimtelijke opstelling van koren (cori spezzati) of ensembles biedt. Adriaan Willaert, die vanaf 1527 tot zijn dood in 1562 in Venetië woonde en werkte, was een van de eerste componisten die voor deze opstelling werken schreef. Terwijl Willaert zich nog beperkte tot het gebruik van twee koren, die hij op de galerijen plaatste, componeerde de Venetiaan Giovanni Gabrieli rond 1600 voor maar liefst vier of vijf koren. Ruim driehonderdvijftig jaar later schreef de in Venetië begraven Russische componist Stravinsky zijn Canticum Sacrum. Dit werk beleefde zijn wereldpremière in de San Marco. Ook de vorig jaar overleden componist Luigi Nono, Venetiaan van geboorte, heeft zich laten inspireren door het gegeven van de cori spezzati: in No hay caminos, opgedragen aan de Russische filmregisseur Andrej Tarkovsky, verdeelde Nono het orkest in zeven groepen.