Na haar eerste opera-enscenering Dido & Aeneas (Holland Festival 2006) neemt Sasha Waltz voor haar tweede choreografischmuzikale productie de opera Medeamaterial (1991) van de Franse componist Pascal Dusapin als uitgangspunt. Het verhaal op tekst van Heiner Müller is uitgebeend tot op de kern: een vrouw wordt uitgebuit en verstoten en ziet geen andere uitweg dan het doden van haar kinderen. De opera is één grote solo voor coloratuursopraan, bijgestaan door een koor van twintig zangers. Daaromheen drapeert Sasha Waltz haar zestien dansers. Met hen nuanceert zij het beeld van Medea als wrekende furie en kindermoordenaar. ‘Men verlaat de zaal als na een visueel-auditieve kuur.’ (Der Tagesspiegel)
data
vr 26 juni 2009 22:30
za 27 juni 2009 22:30
informatie
-
Duits
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze)
Na haar eerste opera-enscenering Dido & Aeneas, in 2006 te zien in het Holland Festival, kiest Sasha Waltz voor haar tweede choreografisch-muzikale productie de mythe van Medea als uitgangspunt. Muzikaal koos ze voor de opera Medeamaterial (1991) van de Franse componist Pascal Dusapin, die zijn libretto weer baseerde op Heiner Müllers bewerking van de Medeamythe. Deze opeenvolgende bewerkingen lieten een steeds verdergaande concentratie zien van het verhaal over een vrouw die wordt uitgebuit en uiteindelijk verlaten, een moeder ook, die geen andere uitweg meer ziet dan haar kinderen te doden. In Dusapins opera is alleen zij nog overgebleven; het werk is één grote solo voor colloratuursopraan (Caroline Stein), gesteund, omvat en becommentarieerd door een koor variërend van vier tot twintig zangers.
Daaromheen groepeert Sasha Waltz haar zestien dansers. Zij zijn bijna voortdurend als collectief aanwezig en nemen als volk van Korinthe aan de handeling deel, of spotten ermee. Hun aanwezigheid krijgt een extra lading in de projecties op de achtergrond. Zij lijken symbool te staan voor de krachten die Medea's echtgenoot Jason, zelf geheel afwezig, personificeert, krachten van opportunisme, machtswellust en vreemdelingenhaat. Geïnspireerd door de roman Medea. Stimmen van Christa Wolf, nuanceert Waltz daarmee het beeld dat ons uit de oudheid is overgeleverd, het beeld van Medea als wrekende furie en kindermoordenaar.
Rust en soberheid is het devies in Waltz' enscenering. “Er is geen toneelbeeld”, schrijft Der Tagesspiegel, “en slechts weinig lichteffecten. Steeds weer laat Waltz de muziek zwijgen om een stille pas de trois te laten zien. Er ligt zoveel schoonheid in deze korte dans- en opera-avond dat men de zaal verlaat als na een visueel-auditieve kuur.”