Ga naar de hoofdcontent

De Franse choreograaf Boris Charmatz staat bekend om zijn inventieve, filosofische en maatschappelijk relevante voorstellingen waarin hij telkens tot nieuwe vormen van dans komt. Na het grote succes van enfant in het Holland Festival 2012 komt hij nu met manger. Eten is een simpel gegeven dat des­ondanks rijk is aan verschijningsvormen, van een doodgewone handeling tot een daad met expliciet seksuele connotaties en mensen die zich dood eten. Achter al deze vormen vindt Charmatz zijn eigen grondvorm die zich richt op de relatie tussen de vingers, de mond en de stem. De essentie van het bewegingsarsenaal dat hij hiervoor ontwikkelde ligt voor Charmatz in de handeling van het laten verdwijnen, het consumeren. Het resultaat biedt een sensuele ervaring: een werk dat te karakteriseren valt als bewegende installatie.

Voor de derde keer staat de Franse choreograaf en danser Boris Charmatz (Chambéry, 1973) op het Holland Festival. Ditmaal met manger (2014), een choreografie voor veertien dansers over één van de meest fundamentele menselijke bewegingen: eten. Een banale, zeer alledaagse handeling, die nog zelden choreografisch is benaderd.

Kijken naar etende mensen is een hele vreemde vorm van esthetische observatie, zegt Charmatz. ‘Het heeft iets monsterlijks. Dans is daarentegen vaak gefixeerd op het ideaal van het breekbare, zwevende lichaam. Het onderwerp van manger is zowel simpel én rijk aan conceptuele mogelijkheden. Die tegenstelling spreekt me erg aan. Eten is een volkomen onspectaculair, bijna onzichtbaar proces. Tegelijkertijd kan eten heel demonstratief en symbolisch beladen overkomen. Denk maar aan gulzig schrokken, morsen en jezelf onder knoeien, jezelf doodvreten – net als in de film La grande bouffe, of wanneer je een banaan eet met allerlei seksuele ondertonen. In essentie draait manger om de handeling van het verdwijnen, het opeten. De voorstelling stelt de vraag hoe wij de realiteit verteren.’

 

Charmatz studeerde aan de École de Danse in Parijs en het Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse in Lyon. Sinds 2009 is hij artistiek directeur van het Centre Chorégraphique National de Rennes et de Bretagne, dat hij een jaar later omdoopte tot Musée de la Danse – een ‘museum in beweging’ en onderzoekplaats naar nieuwe ontwikkelingen in de dans. Daarnaast ontwikkelt hij experimentele tentoonstellingsvormen, zoals expo zéro of 20 dansers voor de XXth century. Als danser improviseert hij regelmatig met dichter Saul Williams, saxofonist Archie Shepp, trompetist Médéric Collignon en choreograaf Steve Paxton, en onlangs was hij te zien in werken van Anne Teresa De Keersmaeker en Tino Sehgal. 

 

In zijn eigen werk onderzoekt Charmatz, als radicale dansvernieuwer, de relatie tussen dans, beeldende kunst en filosofie. Hij verwart en ondermijnt verwachtingen van het publiek, breekt met de formele theaterregels en routines, en verbreedt de mogelijkheden van de choreografische ruimte. In zijn werk staat geregeld één eenvoudig idee centraal dat als raamwerk dient voor alle bewegingen, die vervolgens tot in de uiterste consequentie worden doorgevoerd. Zoals in 50 years of dance, een voorstelling die in 2010 te zien was op het Holland Festival, een razendsnelle doorkruising van het oeuvre van dansgrootmeester Merce Cunningham. Of Levée des conflits (2010) met 25 eenvoudige bewegingen, als canon uitgevoerd door 24 dansers, die ontaard in een duizelingwekkende kluwen van lichamen. En in 2012 riep hij tijdens het Holland Festival met de voorstelling enfant – gespeeld door 26 kinderen, 9 volwassenen, 1 muzikant en 3 machines – ongemakkelijke vragen op over kinderlijke kwetsbaarheid en de complexe relatie tussen mens en machine.

 

Vergelijkbaar met enfant, waarin volwassen dansers met kinderen in hun armen dansen, zorgt het voedsel (wit papier) in manger voor een ander soort ‘obstakel’, dat nieuwe vormen van beweging mogelijk maakt. Het podium is als een tafel, en het voedsel trekt je dichter naar de grond, zegt Charmatz. ‘Daarnaast zorgt het witte papier voor een gekke, technische uitdaging. Het plakt, je kunt erin stikken en je lippen eraan opensnijden.’

Ook het element van herhaling zoals in Levée des conflits keert terug in manger. De mond is zelden het uitgangspunt van dansbewegingen, zegt Charmatz. ‘Maar ik hou van de relatie tussen de vingers en de mond. Die daagt me uit om bewegingen te creëren. De hele choreografie draait om het spel tussen de hand, het voedsel, de afstand tot de mond en de stem. Misschien is dit een voedingsbodem voor nieuwe vormen van eten, dansen en zingen.’

Credits

choreografie Boris Charmatz interpretatie Matthieu Barbin, Or Avishay, Nuno Bizarro, Ashley Chen, Olga Dukhovnaya, Alix Eynaudi, Julien Gallée-Ferré, Maud Le Pladec, Christophe Ives, Marlène Saldana, Mani A. Mungai, Mark Lorimer, Filipe Lourenço, Peggy Grelat-Dupont licht Yves Godin geluid Olivier Renouf assistent choreografie Thierry Micouin arrangement,vocale training Dalila Khatir stage manager Mathieu Morel dresser Marion Regnier licht technicus Fabrice Le Fur geluidstechnicus Pierre Routin producent Martina Hochmuth, Sandra Neuveut, Amélie-Anne Chapelain muziek Ticket Man, Daniel Johnston, Arcangelo Corelli, Ludwig van Beethoven, Josquin des Prez, Morton Feldman, György Ligeti tekst Le bonhomme de merde in L’Enregistré, P.OL., Christophe Tarkos, 2014 productie Musée de la danse, Centre chorégraphique national de Rennes et de Bretagne, the City of Rennes coproductie Ruhrtriennale, Théâtre National de Bretagne-Rennes, Théâtre de la Ville and Festival d’Automne - Parijs, steirischer herbst - Graz, Kunstenfestivaldesarts - Brussels, Künstlerhaus Mousonturm - Frankfurt am Main met dank aan Imane Alguimaret, Alexandra Vincens, Hypolite Tanguy, Lune Guidoni, Noé Couderc, Marguerite Chassé

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door