Mike Patton schuwt het experiment niet. De frontman van de rockband Faith No More is nu te gast in een avondvullend programma rond Luciano Berio’s meesterwerk Laborintus II uit 1965, een moderne concertante kameropera gebaseerd op het werk van Dante, T.S. Eliot en Ezra Pound. Ictus, het Nederlands Kamerkoor en het videocollectief Visual Kitchen omkaderen Patton en zijn muzikale invités. Laborintus II verbindt verschillende muziekstijlen, van dramatische opera tot de Europese jazz uit de jaren ‘60. Na de pauze volgt een improvisatiesessie van Patton met een aantal grootheden uit de internationale jazzwereld. De avond wordt afgesloten met een stomende dj-set, geïnspireerd op oude Italiaanse B-films.
data
vr 18 juni 2010 22:30
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend (inclusief twee pauzes)
Het Holland Festival presenteert een avondvullend programma rond Luciano Berio's meesterwerk Laborintus II, uitgevoerd door zanger Mike Patton, Ictus en het Nederlands Kamerkoor. Laborintus II klinkt in het deel voor de eerste pauze; daarna volgt een unieke geïmproviseerde set van Patton, Ictus en een aantal door Patton zelf uitgenodigde Nederlandse jazzgrootheden als Han Bennink; en na een tweede pauze sluit het programma af met een dj-set, geïnspireerd op de muziek bij Italiaanse B-films uit de jaren 60, die tevens in de zaal vertoond zullen worden. Laborintus II werd oorspronkelijk geschreven voor de radio en vertoont bepaalde kenmerken van een hoorspel, maar tegelijkertijd klinkt er heel duidelijk de hand in door van een van de grootste Italiaanse muziektheatercomponisten van de twintigste eeuw – het heeft wel iets van een concertante kameropera. Het wordt beschouwd als een van de hoogtepunten in het oeuvre van Berio. Ictus en het Nederlands Kamerkoor hebben het werk eerder uitgevoerd in het Concertgebouw Brugge, in een vormgeving met videobeelden van Visual Kitchen; die beelden zullen bij deze uitvoering opnieuw worden vertoond.
Berio componeerde Laborintus II in 1963-1965 toen hij doceerde aan Mills College in Oakland, Californië, in opdracht van de Franse radio- en televisiemaatschappij ORTF, in het kader van de viering van de 700e geboortedag van Dante. Het libretto, van de hand van zijn vriend Edoardo Sanguineti, een vooraanstaande Dante-kenner die in 1956 een poëziebundel met de titel Laborintus had gepubliceerd, bestaat uit een reeks passages uit enkele belangrijke boeken van Dante, het jeugdwerk Vita Nuova, het filosofisch traktaat Convivio en de Divina Commedia. Deze samengestelde basistekst werd door Sanguineti aangevuld met fragmenten uit de bijbel en uit het werk van T.S. Eliot, Ezra Pound en hemzelf. Het libretto kan gelezen worden als een aanklacht tegen de praktijk van woekeraars. Halverwege het tweede deel klinkt het Dante-citaat ‘La musica è tutta relativa’, wat door Berio in interviews bevestigd is als een ander belangrijk thema in het werk: muziek stelt de vraag naar de relatie tussen de mens en zijn wereld, door zich uit te strekken in de tijd, in het heden en naar het verleden, en afzonderlijke geheugens met elkaar te verbinden.
De partituur vraagt om drie vrouwelijke vocale solisten (stemtypen niet gespecificeerd), een verteller, een achtkoppig gemengd koor, een ensemble van zeventien instrumentalisten (met een prominente rol voor een jazzdrummer) en een door Berio vervaardigde geluidsband. Het werk bestaat uit twee delen van respectievelijk ongeveer 20 en 15 minuten en ontvouwt zich als een reeks transformerende muzikale schetsen die lijken te worden opgeroepen door de tekst en de spreekstem; in zekere zin fungeert de tekst als de draad van Ariadne in het ‘labyrint’ van geluid. De vorm van het werk is door Berio geconcipieerd als een ‘catalogus’, in de zin van een lijst of een opsomming waarin uiteenlopende zaken onder een gemeenschappelijke noemer zijn gebracht; dat geldt voor de tekst, maar ook voor de muzikale structuur. Daarnaast kan men het beschouwen als een catalogus van vocale mogelijkheden, die door Berio, bard bij uitstek van de menselijke stem, ten volle worden benut. Het werk is opgedragen aan Susan Oyama, een studente die Berio ontmoette aan Mills College en met wie hij in 1966 trouwde.