Ga naar de hoofdcontent

Een jongen staat op uit de dood en komt terug tijdens zijn eigen begrafenis. Wat is er gebeurd, hoe is hij overleden? Op een koude, winterse nacht komen gruwelijke herinneringen boven. De ontmoeting en dialoog tussen zijn geestverschijning en een andere jongen nemen de toeschouwer mee in een even mooie als bizarre trip. Op het podium brengt de groep KTL (opgericht door Stephen F. O'Malley en Peter Rehberg bij de creatie van dit stuk in 2007) live muziek, die de experimentele interpretatie van black metal door gitarist en componist Stephen F. O'Malley mengt met de elektronische klanken van Peter Rehberg. Op het podium vervagen de grenzen tussen goed en kwaad, mens en dier, leven en dood. Met Kindertotenlieder creëerde Vienne een unheimliche droomwerkelijkheid vol verwijzingen naar griezelig mooie sprookjes en tradities.

Kindertotenlieder is een zintuiglijke ervaring van bruut geweld. Het is opgebouwd uit de expressie van fantasieën, fictie, werkelijkheid, het onbekende en verschillende temporaliteiten, die als verschillende doordringbare lagen van werkelijkheidservaring over elkaar heen zijn gelegd. Het geheel glijdt van weggestopte herinneringen naar bewustzijn. Een traditie herleeft In deze enscenering van de begrafenis van een tiener en zijn terugkeer als geest in Kindertotenlieder komen drie soorten rituelen en de daarmee verbonden codes en esthetiek samen: een begrafenis, een black metal concert en een heidens feest dat verband houdt met de optocht van de Perchten, een Oostenrijkse traditie, waarbij begin januari groteske monsters verschijnen die angst en kwelling belichamen. Deze Perchten verjagen boze demonen en grijpen de zielen van de verdoemden om ze te straffen.

Kindertotenlieder is een zintuiglijke ervaring van bruut geweld. Het is opgebouwd uit de expressie van fantasieën, fictie, werkelijkheid, het onbekende en verschillende temporaliteiten, die als verschillende doordringbare lagen van werkelijkheidservaring over elkaar heen zijn gelegd. Het geheel glijdt van weggestopte herinneringen naar bewustzijn. Een traditie herleeft In deze enscenering van de begrafenis van een tiener en zijn terugkeer als geest in Kindertotenlieder komen drie soorten rituelen en de daarmee verbonden codes en esthetiek samen: een begrafenis, een black metal concert en een heidens feest dat verband houdt met de optocht van de Perchten, een Oostenrijkse traditie, waarbij begin januari groteske monsters verschijnen die angst en kwelling belichamen. Deze Perchten verjagen boze demonen en grijpen de zielen van de verdoemden om ze te straffen.

Met haar deels Oostenrijkse achtergrond heeft Vienne de recente ontwikkeling en de opmerkelijke terugkeer van deze traditie met bijzondere belangstelling gevolgd. Sinds het begin van de jaren negentig hebben groepen van voornamelijk jonge mannen zich ingezet om deze ooit zo populaire traditie te laten herleven. De opvallende verwantschap met horror- en fantasyfilms en de cultuur van heavy en black metal onderstreept het belang van uitwisseling tussen een bij uitstek regionale cultuur en een internationale cultuur. Op die manier kan zo’n traditie, ook al is die heidens en lokaal, op verschillende manieren doorklinken in de hedendaagse populaire cultuur. Kindertotenlieder brengt de esthetiek en de codes van deze traditie samen met die van black metal, die op haar beurt ook weer is beïnvloed door verschillende Scandinavische en Germaanse heidense culturen en gebruik maakt van een iconografie die doet denken aan de Romantiek. Voor de begrafenis van deze tiener geeft een black metal groep een concert. De aanwezige tieners zijn fans van het genre en zetten de bijbehorende codes in. Geheugen De voorstelling ontvouwt zich in een landschap bedolven onder een dik pak sneeuw. In deze setting laten zich verschillende reconstructies van de gebeurtenissen ensceneren, die daarmee meerdere hypotheses aanreiken over de dood van de jongen en aldus verschillende herinneringslagen onthullen. Wanneer spraak zich nog niet gevormd heeft, spreken emoties, beweging en poëzie. Deze taal van lichaam en poëzie gaat vooraf aan het gesproken woord en maakt zichtbaar wat in het geheugen begraven ligt: dat de dode tiener verkracht en vermoord is door de levende tiener, die hij nu terugziet. De ontwikkeling van begrijpelijke spraak – die wij via cultuur leren verstaan – vereist vooral een geestelijke gevoeligheid. Terwijl het stuk zich ontvouwt, komen de herinneringen terug, komen lichamen en woorden aan de oppervlakte. Het toneel is altijd al een plek geweest waar de doden konden worden opgeroepen en gereanimeerd. In Kindertotenlieder vermengen de uitvoerenden zich in hun verschijning en gebaren met andere personages die de vorm aannemen van kunstmatige of geretoucheerde lichamen, zowel bezielde als levenloze. Vijf dansers en acteurs, twee musici en tien levensgrote poppen vertolken deze personages, die afwisselend belichaamd en ‘ontlichaamd’ zijn, levend en dood, echt en ingebeeld. Aan de hand van een scenario waarin choreografisch, theatraal, muzikaal, literair en visueel materiaal is gecombineerd, worden de verschillende temporaliteiten die samen de ervaring van het heden vormen, over elkaar heen gelegd. Op die manier worden binnen de ruimte van het podium de verschillende lagen ingezet die in combinatie bepalen hoe wij ons geheugen beleven en ervaren. Bevrijding en representaties De dood is het ultieme voorbeeld van iets waar we weliswaar bekend mee zijn, maar dat tegelijkertijd thuishoort in een andere, onbekende wereld. Traditionele festiviteiten als de Oostenrijkse Perchtennacht – waarbij de dood zowel gevreesd als gevierd wordt – heffen dergelijke taboes tijdelijk op. Kindertotenlieder nodigt ons uit te experimenteren en onze lezing van realiteit en fantasie in twijfel te trekken via verschillende registers van over elkaar geplaatste representaties. Het gaat om het onderzoeken hoe we onze obsessies en angsten tot uitdrukking laten komen – en in hoeverre we ons daarvan bewust zijn – binnen wat wel en wat niet wordt gerepresenteerd. De representatie van angst kan worden gekoppeld aan de representatie van de dood en de voortdurende nabijheid daarvan tot menselijke kenmerken als onze fysieke verschijning en ons gedrag. De presentatie van een vorm die zowel vertrouwd als vreemd is – en daarom verontrustend – vormt een unieke bron voor de ervaringen die deel uitmaken van de ceremonieën, rituelen en performances.

Lees minder

Credits

concept Gisèle Vienne tekst Dennis Cooper dramaturgie Dennis Cooper muziek Stephen O’Malley, Peter Rehberg, KTL, Sun O))), Boris licht Patrick Riou concept robots Alexandre Vienne concept poppen Gisèle Vienne creatie poppen Raphaël Rubbens, Dorothéa Vienne-Pollak, Gisèle Vienne, Manuel Majastre assistentie Manuel Majastre creatie houten maskers Max Kössler make-up Rebecca Flores vertaling tekst Laurence Viallet stemmen Jonathan Capdevielle, Dennis Cooper uitvoering Sylvain Decloitre, Vincent Dupuy, Theo Livesey, Katia Petrowick, Jonathan Schatz, Jonathan Capdevielle, Margret Sara Gudjonsdottir, Elie Hay, Guillaume Marie, Anja Röttgerkamp assistent Anja Röttgerkamp zakelijke leiding Richard Pierre hoofd licht Samuel Dosière hoofd geluid Adrien Michel speciale dank aan Christophe Le Bris, Christophe Tocanier, Kenan Trevien, Arnaud Lavisse, David Jourdain dank aan Hortense Archambault en het hele team van MC93 productie en verspreiding Alma Office, Anne-Lise Gobin, Alix Sarrade, Camille Queval, Andrea Kerr administratie Giovanna Rua, Etienne Hunsinger productie DACM coproductie Le Quartz - Scène nationale de Brest, Centre Chorégraphique National de Franche-Comté, Centre National de danse contemporaine d’Angers, Les Subsistances/ 2007/ Lyon met steun van Drac Rhône-Alpes, Dicream/ministerie van cultuur en communicatie, Etant donnés/Frans-Amerikaans fonds voor podiumkunsten, Centre Chorégraphique National de Montpellier Languedoc-Roussillon, CN D Centre national de la danse, MC93

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door