Het huis van Fama, de godin van het gerucht, is het theatrale en muzikale uitgangspunt voor het luistertheater FAMA van componist Beat Furrer. De luisteraar bevindt zich in het huis van Fama, een luisterruimte opgesteld in de Gashouder. De muren zijn opgebouwd uit beweegbare klankkasten, waarbuiten de musici en het koor staan opgesteld en die geluid van buiten de ruimte op verschillende manieren absorberen en filteren, zonder toevoeging van elektronische hulpmiddelen. Het verhaal gaat over de vertwijfeling en integriteit van het jonge meisje Else dat een rijke kunsthandelaar om geld moet vragen, en in ruil daarvoor hem een kwartier lang haar naakte lichaam moet tonen. De ademloze en beklemmende monoloog van Else weergalmt in FAMA als een verre schreeuw, als vertwijfeld gefluister, als ademloos gestamel.
data
di 12 juni 2007 22:00
wo 13 juni 2007 22:00
wo 13 juni 2007 23:00
informatie
-
Duits, Frans
-
Duur voorstelling niet bekend (zonder pauze)
‘Het huis van Fama’ uit het twaalfde boek van Ovidius’ Metamorphosen was het theatrale en muzikale uitgangspunt voor een zelf bedachte en gebouwde luisterruimte. Volgens de legende woont Fama, de godin van het gerucht, op een centrale plek tussen de aarde, zee en hemel. Haar huis heeft ontelbaar veel ingangen en uitgangen en is gebouwd van galmend brons dat alle geluiden hoorbaar maakt. Vanuit het huis kan alles wat overal ter wereld gebeurt worden gezien en ontvangt het luisterende oor elke stem. Er is geen stilte maar ook geen lawaai, slechts het zachte mompelen van alle geluiden die uit de verte klinken, wat Ovidius vergelijkt met het ruisen van de golven van de zee.
De luisteraar bevindt zich in het huis van Fama, een luisterruimte in een ruimte, bedacht door componist Beat Furrer en in samenwerking met LIMIT Architects vormgegeven door toneelschrijver Christoph Marthaler. De muren zijn opgebouwd uit beweegbare klankkasten, waarbuiten de musici en het koor staan opgesteld. Door middel van geluidsreflectie en het openen en sluiten van de wandpanelen wordt het geluid van buiten de ruimte op verschillende manieren geabsorbeerd en gefilterd. Alles gebeurt zonder toevoeging van elektronische hulpmiddelen.
Het moment waarop Fräulein Else – het personage uit de gelijknamige novelle van de Oostenrijkse auteur Arthur Schnitzler uit 1924 – tegen haar spiegelbeeld spreekt, vormt de as van de productie. Zij is naar de deftige wereld van een luxe kuuroord in de Italiaanse Dolomieten gestuurd, waar haar een smeekbrief van haar moeder bereikt. Else moet een rijke kunsthandelaar geld vragen om de schulden van haar vader te kunnen afbetalen. De geldverschaffer verlangt hiervoor echter een prijs: hij wil Else in de loop van de avond een kwartier lang naakt mogen bekijken. Else vraagt zich voor de spiegel af: “Wanneer ik eenmaal getrouwd ben, zal ik het waarschijnlijk goedkoper doen: wat is het huwelijk anders dan een vorm van prostitutie?” Beat Furrer legt uit dat de vertwijfeling en de onmogelijkheid haar integriteit te bewaren, Else tot een vlucht in de dood drijven; opnieuw een offer op het altaar van de gematerialiseerde wereld.
De ademloze en beklemmende monoloog van Else weergalmt in FAMA als een verre schreeuw, als vertwijfeld gefluister, als ademloos gestamel. Zoals de actrice in de eerste scène door een zee van klank wordt bedreigd en haast samengedrukt, zo wordt Else verpletterd door de maatschappelijke dwang en dreiging. Deze figuur schommelt tussen de extase in de droom en de beklemming van de werkelijkheid. Haar personage is slechts gedachte, slechts spraak. ‘Hoe merkwaardig klinkt mijn stem’ – de stem en haar wisselende klanken worden in het verloop van het stuk steeds dichterbij geschoven, tot de uiteindelijk close-up volledig opgaat in de instrumentale klank en de stem ten slotte verloren gaat: FAMA mondt uit in de instrumentale nabeving die volgt op de catastrofe.