Ga naar de hoofdcontent

‘Een ritueel van dromen en zinsbegoocheling’ is de ondertitel van Harry Partch’ Delusion of the Fury – en daar is niets teveel mee gezegd. Met een wonderlijke verzameling zelfgebouwde instrumenten creëerde de excentriekste van alle Amerikaanse componisten een serie soundscapes die een Japans spookverhaal over een moordenaar en de geest van zijn slachtoffer vermengt met een Afrikaanse komedie over een herder en een dove zwerver. 43 jaar na de première heeft regisseur Heiner Goebbels het stuk voor de eerste keer naar Europa gehaald. Daarvoor werden de instrumenten exact nagebouwd en moesten de uitvoerenden maandenlang studeren om ze te leren bespelen. Maar dan heb je ook wat: een muziektheatraal werk dat niet anders omschreven kan worden dan ‘out of this world’.

Een ritueel van dromen en wanen – de ondertitel beschrijft vrij nauwkeurig wat voor voorstelling Delusion of the Fury van Harry Partch is. In dit ritueel is een hoofdrol weggelegd voor Partch’

Een ritueel van dromen en wanen – de ondertitel beschrijft vrij nauwkeurig wat voor voorstelling Delusion of the Fury van Harry Partch is. In dit ritueel is een hoofdrol weggelegd voor Partch’

onaards klinkende muziek. Ensemble musikFabrik bracht deze productie op 23 augustus 2013 in première als openingsvoorstelling van de Ruhrtriennale in de Jahrhunderthalle in Bochum. 

Harry Partch (1901–1974) is een unieke figuur in de muziek van de twintigste eeuw. Als autodidact stond hij buiten de academische muziektraditie in Amerika en ging hij volledig zijn eigen gang. Delusion of the Fury (1965-66) is Partch’ meesterwerk, maar er zijn allerlei praktische hindernissen die regelmatige uitvoering ervan in de weg staan. De belangrijkste is dat het instrumentarium ontbreekt: dat bevindt zich in de Verenigde Staten, en verkeert niet meer in bespeelbare staat. Partch componeerde vrijwel uitsluitend voor fantastische instrumenten van eigen makelij, die doorgaans behalve een specifieke stemming en klankkwaliteit ook een waarde als sculptuur bezaten. Neem bijvoorbeeld zijn Gourd Tree, een merkwaardige kromme woestijnboom wiens ‘vruchten’ gestemde kalebassen zijn. Een muziekvoorstelling was voor Partch óók theater, een visueel spektakel. Bovendien ontwikkelde Partch zijn eigen op reine stemming gebaseerde toonsysteem, waarin een octaaf niet is ingedeeld in twaalf gelijke intervallen – zoals op een moderne piano –, maar in 43 stapjes van verschillend formaat. Partch’ eigenzinnige gebruik van microtonen maakt zijn muziek sowieso lastig om uit te voeren, maar zonder de juiste instrumenten is het simpelweg onmogelijk. De originele instrumenten zijn inmiddels kwetsbaar door ouderdom of bevinden zich in moeilijk toegankelijke collecties. De oplossing die voor dit probleem werd gevonden is even bizar als geniaal. Onder aanvoering van slagwerker en instrumentbouwer Thomas Meixner zijn alle benodigde instrumenten nagebouwd – een onvoorstelbare tour de force. Maar Meixners inspanningen zijn niet voor niets geweest. Na de reconstructie namen de musici van Ensemble musikFabrik een jaar de tijd om de onorthodoxe speeltechnieken onder de knie te krijgen, en hun beheersing van Partch’ instrumentarium is indrukwekkend naturel. Het resultaat is een voorstelling die met klank en beeld betovert. Partch’ ingewikkelde toonsysteem mag dan theoretisch complex in elkaar steken en zijn muziek moeilijk uitvoerbaar maken, zijn muziek spreekt onmiddellijk tot het oor en tot het hart. 

 

Delusion of the Fury bestaat uit twee delen, voorafgegaan door een proloog en gescheiden door een tussenspel. Het eerste deel is losjes gebaseerd op een thema uit het Japanse noh-theater, het tweede op een Ethiopische legende. Maar Partch benadrukt dat de voorstelling zich noch in een precieze tijd, noch op een precieze plaats afspeelt. Beide mythen zijn slechts vertrekpunten voor zijn verbeelding – Partch claimde het privilege om zich van andere culturen elementen toe te eigenen die hij effectief kon inzetten voor zijn eigen doeleinden. Met uitzondering van de koto, eenJapanse citer, is de klankwereld van Delusion of the Fury dan ook niet aan plaats of tijd gebonden.

In het eerste deel vindt een confrontatie plaats tussen een moordenaar en de geest van zijn slachtoffer; in het tweede deel raakt een dove zwerver verwikkeld in een misverstand met een groep dorpelingen. De delen worden zonder onderbreking achter elkaar door gespeeld, waarbij de titels van de scènes telkens op een onguur moteluithangbord in de achtergrond verschijnen. 

 

De regie van deze eerste Europese productie van Delusion of the Fury is in handen van Ruhrtriennale-intendant Heiner Goebbels, en was als openingsvoorstelling van de Ruhrtriennale bij zowel publiek als kritiek een groot succes. Het decor houdt het midden tussen een louche goudzoekersdorp, een verlaten pretpark en een existentialistische film van Ingmar Bergman; de kostuums doen zowel futuristisch als middeleeuws aan. Er zijn opblaassculpturen, een pelgrim met een Opel-wieldop als hoofddeksel en een schijngevecht met steigerstangen. De musici leveren niet simpelweg hun noten af, ze zijn in alle opzichten onderdeel van het ritueel. Veelzeggend is een opmerking van Partch: ‘Wanneer een speler in visueel opzicht en als acteur niet alles uit zijn rol haalt, verknoeit hij zijn partij wat mij betreft evenzeer als wanneer hij elke noot in de partituur zou verprutsen.’

Lees minder

Credits

muziek Harry Partch regie Heiner Goebbels toneelbeeld Klaus Grünberg licht Klaus Grünberg kostuums Florence von Gerkan dramaturgie Matthias Mohr repetitor muziek Arnold Marinissen assistent choreografie Florian Bilbao geluid Paul Jeukendrup dramaturgische project-ontwikkeling Ensemble Musikfabrik supervisie constructie van de instrumenten Thomas Meixner constructie luchtobjecten Frank Fierke uitvoering Ensemble Musikfabrik productie Ruhrtriennale coproductie Ruhrtriennale, Ensemble Musikfabrik, Lincoln Centre Festival, Holland Festival

Deze voorstelling is mede mogelijk gemaakt door