Beethovenliefhebbers kunnen hun hart ophalen. De volledige reeks van de negen symfonieën wordt, verspreid over vijf dagen, uitgevoerd door oude-muziekspecialist Jos van Immerseel en zijn orkest Anima Eterna. Een bijzonder project, temeer omdat Van Immerseel ernaar streeft met historische instrumenten een authentieke Beethoven ten gehore te brengen en recht te doen aan de revolutie die zijn muziek betekende. De symfonieën worden telkens voorafgegaan door één van Beethovens ouvertures. De Nederlandse componist Martijn Padding componeert speciaal voor de start van deze integrale een nieuwe ouverture met dezelfde bezetting als de oorspronkelijke Prometheus. Het slotakkoord van deze tour de force komt natuurlijk toe aan de Negende Symfonie.
data
wo 9 juni 2010 22:30
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend
In een bijzonder programma van het Holland Festival 2010 speelt het orkest Anima Eterna van oude-muziekspecialist Jos van Immerseel op historische instrumenten het volledige symfonische oeuvre van Ludwig van Beethoven. Symfonieën I tot en met VIII worden steeds paarsgewijs, voorafgegaan door een ouverture, op 4, 5, 7 en 9 juni uitgevoerd in het Muziekgebouw aan 't IJ: op 4 juni Symfonieën I en II, voorafgegaan door een nieuw werk van Martijn Padding op basis van de Prometheus-ouverture; op 5 juni Symfonieën III en IV, voorafgegaan door de Coriolanus-ouverture; op 7 juni Symfonieën V en VI en de Egmont-ouverture; en op 9 juni Symfonieën VII en VIII en de ouverture bij Die Ruinen von Athen. Symfonie IX wordt op 11 juni voorafgegaan door de ouverture Die Weihe des Hauses uitgevoerd in het Concertgebouw. Het laatste concert is gekoppeld aan de Nexus-lezing met als thema What's Next for the West? Beethoven meets Superman, die eveneens in het Concertgebouw wordt gehouden.
De Negen Symfonieën vormen een uniek hoofdstuk in de muziekgeschiedenis. In iets meer dan twee decennia componeerde Beethoven een ongehoorde brug vanuit de 18e eeuw, via de aan Napoleon opgedragen Eroica en de in het collectieve bewustzijn gehamerde Vijfde, naar de moeder van alle 19e-eeuwse symfonieën, de Negende, waarvan hij het exuberante slotkoor wegens zijn vergevorderde doofheid zelf nooit heeft kunnen horen. Sindsdien is Beethoven uitgeroepen tot de eerste ‘moderne’ componist, de belangrijkste musicus van de westerse cultuur, het archetypische romantische genie – een legende waarin de persoon haast is verdwenen. Zijn muziek is op een zelfde manier verknoopt geraakt met de affecties en voorkeuren van latere generaties musici. Anima Eterna probeert die knoop te ontwarren en een ‘authentieke’ Beethoven ten tonele te voeren, om de revolutie die zijn muziek betekende voor de toenmalige instrumenten volledig tot haar recht te laten komen.
Onder leiding van Van Immerseel is Anima Eterna de afgelopen jaren van een klein barokensemble uitgegroeid tot een volwaardig symfonieorkest, waarvan zowel de bezetting als het instrumentarium voor ieder project opnieuw getoetst en gespiegeld worden aan de historische uitvoeringspraktijk. Eerder in 2006 voerde Anima Eterna tijdens het Holland Festival in een week tijd 21 concerti van Mozart voor solo pianoforte en orkest. Sinds 2003 is Anima Eterna tevens het orkest in residence van het Concertgebouw in Brugge. In het seizoen 1998-1999 speelde Anima Eterna al eens de Negen Symfonieën van Beethoven in een omvangrijke reeks succesvolle uitvoeringen in Europa en Japan, en maakte voor Sony Classical opnames van de Vijfde, Zesde en Negende Symfonie. Sindsdien hebben de symfonieën regelmatig op hun programma's geprijkt. Bij hun uitvoeringen gaan de musici van Anima Eterna uit van de relatief nieuwe kritische editie van Jonathan Del Mar, maar voorafgaand aan het project verrichtte Van Immerseel zelf ook gedegen aanvullend onderzoek, bijgestaan door verschillende experts.
De reconstructie van het vroeg 19e-eeuwse Weense instrumentarium en de toenmalige uitvoeringspraktijk, waarmee het orkest in 1996-1997 reeds ervaring opdeed door de acht symfonieën van Schubert uit te voeren, bood een volstrekt nieuwe kijk op deze tot het ‘ijzeren repertoire’ behorende composities. Belangrijke vondsten zijn bijvoorbeeld de aanpassing van de stemtoon of ‘diapason’: waar het tot voor kort nog gebruikelijk was om op 430 of zelfs 415 Hz te stemmen heeft Anima Eterna gekozen voor de hogere stemtoon van 440 Hz. Van Immerseel legt in een toelichting uit dat bewaarde Weense blaasinstrumenten zowel akoestisch als technisch beter en stabieler functioneren bij de hogere stemming: “Het klankbeeld is dramatischer dan voorheen en het orkest klinkt tegelijk donker en toch transparant en briljant.” Andere opvallende keuzes zijn de veel kleinere bezetting van het orkest, met 24 strijkers (33 in de Negende) waar er doorgaans wel 60 worden opgesteld, en van het koor, met zes stemmen per partij, wat bevorderlijk is voor de helderheid en présence.