Ljubov Ranevskaja staat onder druk om haar geliefde kersentuin te verkopen om met de opbrengst ervan het onderhoud van haar familie en haar landgoed en haar decadente levensstijl te bekostigen. Haar weigering om haar financiële situatie onder ogen te zien en verkoop te accepteren leidt tot het faillissement van de familie. Een projectontwikkelaar krijgt daardoor de kans zijn ideeën voor de nieuwe tijd te realiseren. Tsjechovs klassieker ging in 1904 in première, een tijd waarin Rusland werd overspoeld door grote veranderingen. Ruim honderd jaar later lijkt het stuk niets aan kracht te hebben ingeboet. In de transparante enscenering van Lev Dodin en zijn jonge sterrencast van het Maly Drama Theatre uit Sint Petersburg, belanden we in een Rusland waar heersende normen, waarden en structuren in snel tempo worden ontmanteld. programma
data
vr 19 juni 2015 19:30
za 20 juni 2015 19:30
zo 21 juni 2015 15:00
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend (met een pauze)
De Russische regisseur Lev Dodin stond eerder in het Holland Festival met groot succes. In 1995 was zijn werk voor het laatst in Nederland te zien. Het Holland Festival bracht toen ook Tsjechovs Kersentuin, evenals de voorstelling Gaudeamus. De versie die op 19, 20 en 21 juni wordt getoond in de Grote Zaal van de Stadsschouwburg Amsterdam is een nieuwe productie.
Lev Abramovitsj Dodin (Siberië, 1944) is een van Europa ’s meest eigenzinnige regisseurs. Al voor de tijd van glasnost en perestrojka maakte hij voorstellingen waarin het communistische systeem werd bekritiseerd. Maar ook nu Rusland is 'gedemocratiseerd', blijft hij de maatschappelijke ontwikkelingen kritisch volgen. Dodin ontving talloze prijzen en speelt met het Maly Drama Theatre in de grote theaterhuizen over de hele wereld.
Anton Tsjechov (1860-1904) schreef De Kersentuin in 1903-1904, een tijd dat Rusland werd overspoeld door grote veranderingen. Veertig jaar eerder was de lijfeigenschap onder Alexander II afgeschaft, een maatregel die rond de eeuwwisseling nog steeds grote gevolgen had voor de economische rendabiliteit van de landgoederen die in bezit waren van de adel. Tegelijkertijd kondigde zich een nieuwe middenklasse aan en begon het proletariaat zich te roeren om zijn rol in de geschiedenis op te eisen.
In De Kersentuin vertelt Tsjechov ons het verhaal van een oud-adellijke familie van grootgrondbezitters die niet in staat is mee te gaan met die grote veranderingen. Na vijf losbandige jaren in Parijs keert de matriarchaat van de familie Ranevskaj, Ljubov Andrejevna Ranjevskaja, terug op het landgoed in Rusland. De familie, bestaande uit haar dochter Anja, haar pleegdochter Varja en haar broer Leonid Gajev, moet iets doen aan de torenhoge schulden, wil zij het landgoed niet verliezen. De zakenman Lopachin, de zoon van een van de lijfeigenen die vroeger op het landgoed werkten en die zich heeft opgewerkt tot een vermogend man, stelt voor om de kersentuin op het landgoed te verkopen en er zomerhuisjes neer te zetten. Met de opbrengst zou de rest van het landgoed behouden kunnen blijven. Maar dat is een stap te ver voor Ranjevskaja. De kersentuin geniet nationale bekendheid en heeft een grote sentimentele waarde voor de familie. Onmachtig om haar verantwoordelijkheid te nemen, weigert zij haar problemen het hoofd te bieden. Terwijl de familie in het huis feest viert wordt het landgoed, inclusief de kersentuin verkocht aan Lopachin. Als de familieleden aan het eind van het stuk een voor een het landgoed verlaten, hoort men op de achtergrond de bijlslagen waarmee de kersenbomen worden gekapt: symbool voor de ondergang van de oude en de opkomst van de nieuwe samenleving.
Tijdens het schrijven van De Kersentuin beklaagde Tsjechov zich in brieven dat hij de controle over het stuk soms kwijt leek, of het stuk zichzelf schreef. Toen het stuk in 1904 in Moskou in regie van Konstantin Stanislavski in première ging, was hij ontzet dat het werd gepresenteerd als een drama, terwijl hij het toch had bedoeld als komedie. Maar Stanislavski zou niet de enige zijn die een onuitputtelijke dramatische diepgang in deze 'komedie' vond. Constant balancerend tussen het komische en het tragische is De Kersentuin een van die zeldzame stukken die de tand des tijds moeiteloos lijken te doorstaan.
Ook in deze nieuwe productie van regisseur Lev Dodin (hij stond met zijn Maly Drama Theatre in 1995 ook met De Kersentuin in het Holland Festival) blijkt het stuk niets aan zeggingskracht te hebben ingeboet. Meer dan honderd jaar na de eerste opvoering, spreken Tsjechovs personages, hier vertolkt door een Russische sterrencast aangevoerd door Ksenija Rapoport in de rol van Ljubov Ranjevskaja en Danila Kozlovskij als Lopachin, nog steeds tot ons, over de grenzen van de geschiedenis heen.
In zijn transparante enscenering heeft Dodin met lakens, koffers en ladders een sfeer gecreëerd van een theater dat net als het landgoed op het punt staat verlaten te worden. Alsof hij wil zeggen dat we terecht zijn gekomen in een Rusland waar heersende normen, waarden en structuren in snel tempo zijn ontmanteld en dat nu afscheid lijkt te nemen van de Europese cultuur. Een Rusland dat we, in Dodins woorden, 'moeten confronteren met de meest elementaire geestelijke waarden.'