Uit de smeltkroes van Kaapstad komen twee koren die alle kleuren en smaken van de rainbow nation bij elkaar brengen. Begeleid door banjo, gitaar, basgitaar en drum, vertolken de Cape Traditional Singers een mix van vrolijke ‘moppies’ en ‘nederlandsliedjies’, Maleisische invloeden en traditionele Afrikaanse samenzang, terwijl de jonge zangers van iGugu Le Kapa (Trots van Kaapstad) Europese meerstemmigheid combineren met de typische, gelaagde ritmes van de Afrikaanse zang. Een swingend concert waar de levenslust vanaf spat. programma
data
wo 17 juni 2015 20:00
informatie
-
Duur voorstelling niet bekend (inclusief een pauze)
Uit de smeltkroes van Kaapstad zijn twee koren voortgekomen die alle kleuren en smaken van de rainbow nation bij elkaar brengen. De Cape Traditional Singers vertolken een mix van vrolijke ‘moppies’ en weemoedige ‘nederlandsliedjies’, begeleid door een klein ensemble van gitaren, banjo, basgitaar en percussie. Het jeugdige koor iGugu Le Kapa combineert Europese meerstemmigheid met Afrikaanse vormen van samenzang. Beide koren treden eerst afzonderlijk op, waarna het programma besluit met een spetterende gezamenlijke finale. Daarbij wordt onder meer Pata Pata gezongen, het bekende lied dat in 1957 gepopulariseerd werd door Miriam Makeba.
De Cape Traditional Singers zijn in 1981 opgericht door Anwar Gambeno als The Tulips. Voor buitenlandse optredens, zoals in Nantes in 1997 en het jaar daarop in Lissabon, heeft het mannenkoor zich de naam Cape Traditional Singers aangemeten. Zoals veel van zijn Zuid-Afrikaanse collega’s heeft Gambeno geen formeel muziekonderricht genoten. ‘Ik kan muziek lezen noch schrijven,’ zegt hij zelf, ‘maar ik heb oren.’ En wat voor oren: zijn composities en drie- of vierstemmige arrangementen creëert Gambeno volledig uit het hoofd.
Het repertoire van de Cape Traditional Singers is heel divers. Gambeno heeft zijn koor gesticht om de muziek van twee typisch Zuid-Afrikaanse gezelschappen uit te kunnen voeren. Enerzijds de Malay Choirs, koren van de Kaap-Maleiers, een islamitische bevolkingsgroep van Kaapstad, waar jaarlijks grote competities voor worden georganiseerd; en Klopse, carnavalstroupes die clownesk verkleed vrolijke liederen, zoals de komische ‘moppies’ in het Afrikaans, ten gehore brengen. De Cape Traditional Singers spelen twee sets, waarvan de tweede geheel aan deze aanstekelijke carnavalsmuziek gewijd is.
Kernrepertoire voor de Malay Choirs vormen zogenoemde ‘nederlandsliedjies’, vaak melancholiek gestemde stukken met melodieën en teksten die oorspronkelijk deels uit het Nederlands komen. Een van de bekendste ‘nederlandsliedjies’ is Rosa, over liefdestrouw in een door slavernij en racisme getekende samenleving, dat zeker sinds de jaren dertig van de vorige eeuw gezongen wordt tijdens islamitische bruiloften op de Kaap. De virtuoze zangtechniek van de voorzanger vertoont hier qua intonatie en melodie duidelijk verwantschap met van oorsprong Arabische muziek, zoals die door de Kaap-Maleiers in Zuid-Afrika geïntroduceerd is en van generatie op generatie overgedragen.
Het gemengde jeugdkoor iGugu Le Kapa (‘Trots van Kaapstad’) heette voorheen het Fezeka Youth Choir. Het werd begin deze eeuw opgericht door leraar en dirigent Phume Tsewu in de periode dat hij doceerde aan de Fezeka Highschool, maar houdt een traditie in stand die teruggaat op de Schotse missionarissen die in 1841 op de Kaap een gemengd jeugdinternaat openden. De polyfone muziek die onderdeel uitmaakte van het lesprogramma werd door de leerlingen vermengd met de inheemse zangtradities, zoals gelaagde ritmes en vraag-antwoordstructuren.
De getalenteerde leden van iGugu Le Kapa zingen repertoire dat grotendeels bestaat uit werken van Zuid-Afrikaanse componisten die zelf groot zijn geworden in de koortraditie waar iGugu Le Kapa uit voortkomt. Deze muziek, die op het eerste gehoor vaak klassiek Europees klinkt, weet telkens te verrassen met een geheel eigen karakter; ook de levendige presentatie van het koor draagt daaraan bij. Plea for Africa van John Knox Bokwe is inmiddels een klassieker, gecomponeerd in 1892 tijdens een tournee met een Zuid-Afrikaans koor in Engeland. Naast composities van onder meer Joshua Pulumo Mohapeloa en Michael Moerane staan er ook traditionele liederen op het repertoire. Zoals Shosholoza, dat gaat over de trein die mijnwerkers in vroeger tijden naar de mijnen vervoerde, wat het koor bij optredens treffend uitbeeldt. Tegenwoordig wordt Shosholoza veel gezongen bij wedstrijden van Bafana Bafana, het Zuid-Afrikaanse voetbalteam.
Op het eerste oog is het vreemd dat een koor als iGugu Le Kapa ook Heimwee zingt, een geliefd lied van de Afrikaners, dat het merk van Boerennationalisme draagt; maar Heimwee gaat over de stadsmens die naar het platteland verlangt en de liefde voor het uitgestrekte ‘veld’ is in staat de bevolking van Zuid-Afrika over grenzen heen te verbinden.