Ga naar de hoofdcontent

Al langer liep Golijov rond met het idee voor een liederencyclus geïnspireerd op de Folk Songs van Luciano Berio. De onder meer met een Grammy Award onderscheiden componist graaft voor zijn elfdelige liedcyclus Ayre (oud-Spaans voor ‘melodie’ en ‘lucht’) zijn Sefardisch-Roemeens- Oekraïense wortels uit. De muziek, geschreven voor het speciaal voor deze gelegenheid samengestelde ensemble The Andalucian Dogs, balt de volledige geschiedenis van de Sefardische joden samen tot één hartenkreet vol smart en poëzie. Dawn Upshaw zingt in het eerste deel van het programma Hongaarse volksliederen van Béla Bartók.

Programma


Béla Bartók (1881 – 1945)

String Quartet no.1 (1909)

uitgevoerd door Dawn Upshaw, Brodsky Quartet, Derrick Hodge

Hongaarse volksliederen

1. Anynyi bánat

2. Régi Keserves

3. ‘Hatforintos’ nóta

4. Eddig való

5. Párositó

uitgevoerd door Dawn Upshaw


pauze

 

Osvaldo Golijov (1960)

Ayre (2004)

uitgevoerd door Dawn Upshaw, The Andalucian Dogs


Vanaf het eerste moment dat Osvaldo Golijov de stem van Dawn Upshaw hoorde, was hij verrukt over haar timbre. Toen zij hem belde met de vraag een stuk voor haar te componeren, zegde hij dan ook onmiddellijk toe. Bij de eerste repetitie van Lúa Descolorida werden Golijovs hooggespannen verwachtingen overtroffen. Hij besloot onmiddellijk nog een werk voor haar te schrijven die recht deed aan alle mogelijkheden en geluiden die Upshaws stem te bieden had. Voor zijn nieuwe project met Dawn Upshaw liet Golijov zich inspireren door Berio’s Folk Songs, gebaseerd op volksliederen die Luciano Berio speciaal had gecomponeerd voor zijn vrouw en muze Cathy Berberian. Het resultaat, Ayre, wat in het oud-Spaans zowel melodie als lucht betekent, maakt gebruik van dezelfde instrumenten als Berio in diens Folk Songs. Golijov voegt voor Ayre nog onder andere een accordeon en een laptop toe aan het ensemble. De muziek is geschreven voor een rijkgeschakeerd ensemble dat Golijov speciaal voor deze gelegenheid samenstelde onder de poëtische naam The Andalucian Dogs. Net als Folk Songs is Ayre een elfdelige liederencyclus, met verschillende ‘volkse’ achtergronden. De tekst is in het Ladino, de taal van de Sefardische joden. De cyclus begint met een ballade uit de Sefardische traditie, genaamd St. John’s Day. De tekst is afkomstig uit een Sefardisch balladenboek, de muziek is geïnspireerd op het geschreeuw van de straatventers in Jeruzalem. De ballade dient gezongen te worden alsof de zanger/verteller in de menigte staat en constant de aandacht voor haar verhaal af moet dwingen. De declamatorische melodie, voor zover er van een melodie te spreken is, wordt begeleid (of tegengewerkt) door de volledige groep percussionisten. Ook het tweede lied A mother roasted her child heeft wortels in de Sefardische muziek. De melodie, een bekend Sefardisch slaapliedje, lijkt de verschrikkelijke tekst nog schrijnender te maken. Het wordt opgevolgd door een protestlied uit Sardinië. Hier transformeert de engelachtige stem van Upshaw plotseling in een ruig, kwaad en bijna primitief geluid. Hoewel Walls are encircling the land zijn oorsprong vindt in een achttiende-eeuws conflict in Sardinië, staat het lied binnen deze cyclus vooral symbool voor de joods-Palestijnse situatie. Nani is opnieuw een Sefardisch wiegenlied met een dubbele laag. Het daaropvolgende lied, My Love, vormt daarmee een scherp contrast. Het ensemble speelt een Mediterraans danslied, terwijl Upshaws melodie oorspronkelijk een gezang voor Goede Vrijdag is. Ook het zevende lied, My eyes weep, heeft een Arabisch-christelijke achtergrond. Het is een paaslied, dat werd gezongen door een solozanger en een koor. Golijov arrangeerde de koorpartij voor ensemble en liet verder het geheel, op een paar kleine variaties na, in stand. Het achtste lied, Be a string, water, to my guitar, verhaalt van een persoonlijke exodus. De tekst wordt geheel opgelezen, en sluit aan op het gezongen tiende lied, O God, where shall I find you. Deze drie liederen vormen het meest duistere deel van Ayre. Ze brengen de luisteraar naar diepten die zelfs de componist, naar eigen zeggen, niet had voorzien. De cyclus wordt afgesloten met het langste lied op de kortste tekst. Adriadne in her labyrinth is een razend moeilijke vocalise, geïnspireerd op de joodse muziek waarin de meest intense momenten komen als de woorden verdwijnen. Als voorproefje voor Ayre brengen Upshaw en de strijkers van het ensemble voor de pauze liederen van Béla Bartók.

Credits

muziek Osvaldo Golijov, Béla Bartók sopraan Dawn Upshaw arrangement hongaarse volksliederen Richard Tognetti uitgevoerd door Brodsky Quartet, The Andalucian Dogs, Daniel Rowland, Ian Belton, Paul Cassidy, Jaqueline Thomas fluit Kersten McCall klarinet Chen Halevi hoorn Jamie Sommerville altviool Paul Cassidy cello Jacqueline Thomas contrabas Derrick Hodge harp Bridget Kibbey hyper-accordeon Michael Ward-Bergeman gitaar Adrien Brogna ronroco Adrien Brogna percussie Marcio Doctor geluidsontwerp & laptop Jeremy Flower