Ga naar de hoofdcontent

Naar Anatomie Titus Fall of Rome, Ein Shakespearekommentar

 

"Regisseur Johan Simons hat das Dauerkriegstuck scheinbar nicht inszeniert. Er vertraut – gemäss dem Satz aus dem Stück: “Diese Worte schneiden wie Messer durch mein Fleisch” – ganz der Sprachkraft und lässt die Darsteller unterspielen." Die Deutsche Bühne

 

Heiner Müllers Anatomie Titus is een verregaande bewerking van Shakespeares vroege wraaktragedie Titus Andronicus. Op uitnodiging van de Münchner Kammerspiele regisseerde Johan Simons (artistiek directeur ZT Hollandia) deze productie in München. Anatomie Titus werd uitverkoren voor Theatertreffen 2004 in Berlijn en door 39 recensenten van het toonaangevende maandblad Theater Heute uitgeroepen tot Inszenierung des Jahres (voorstelling van het jaar). In Nederland ontving Simons de Prijs van de Kritiek 2004, mede voor deze voorstelling.

Simons' sombere Anatomie Titus is een voorstelling die je lang bij blijft.’ Loek Zonneveld, De Groene Amsterdammer

 

Heiner Müllers Anatomie Titus is een verregaande bewerking van Shakespeares vroege wraaktragedie Titus Andronicus. Het is niet moeilijk om in Anatomie Titus een afspiegeling te zien van het gijzelingsdrama in het Moskouse theater, al was de nog dramatischer dag ‘9/11’de directe aanleiding voor de uitnodiging aan Johan Simons (artistiek directeur ZT Hollandia) om dit stuk bij de Münchner Kammerspiele te regisseren. Hoe actueel dit perspectief ook is, toch koos Simons ervoor om een stap verder te zetten, en de blik terug naar binnen te richten, naar de eerste wereld. ‘De wereld zit, praat, kijkt toe, maar doet niets.’

Anatomie Titus werd uitverkoren voor het Berlijnse Theatertreffen 2004 in Berlijn en door 39 recensenten van het toonaangevende maandblad Theater Heute uitgeroepen tot Inszenierung des Jahres (voorstelling van het jaar). In Nederland ontving Simons de Prijs van de Kritiek 2004, mede voor deze voorstelling. Anatomie Titus is in Nederland alleen in het Holland Festival te zien.

 

Müller volgt het verhaal van Shakespeare over de bloedige machtsstrijd tussen de Andronici en de clan van Tamora, koningin van de Goten. De Romeinse veldheer Titus Andronicus heeft Tamora en haar familie als krijgsgevangenen naar Rome gevoerd. Daar aangekomen weigert hij haar zoon te sparen, die gedood wordt als zoenoffer voor de Romeinse slachtoffers. Vanaf dat moment zweert Tamora zich te wreken, en zo geschiedt. In een politiek verzwakt Rome lukt het Tamora de macht te grijpen en met de hulp van haar twee overgebleven zonen en haar minnaar Aaron de familie van Titus zo goed als uit te moorden. Ook Titus antwoordt wraak met wraak. Op het einde ligt, zoals wel vaker bij Shakespeare, het toneel bezaaid met lijken, maar is ook ruimte gemaakt voor een nieuw soort heerser. Lucius Andronicus, zoon van Titus, wordt de nieuwe keizer van Rome.

 

Net als Shakespeare grijpt Müller deze geschiedenis aan om een blik te werpen in het ondoorgrondelijke zwarte van de menselijke geest. Müller geeft in zijn analyse wel een totaal andere politieke dimensie. In het midden van de jaren tachtig van de twintigste eeuw stelt Müller met zijn Titus expliciet de problematiek oost en west, arm en rijk, eerste en derde wereld aan de orde. Tegenover de verstarde burgerlijke wereld van de Romeinen stelt hij de beweeglijkheid van de Goten, die als nomadenvolk aan de rand van het Romeinse Rijk leven, en zich klaarmaken voor de totale vernietiging van Rome. Op het moment dat eind jaren tachtig de communistische utopie in elkaar dondert, roept Heiner Müller met dit stuk op tot een nieuwe revolutie.

 

Simons ensceneert het stuk als een lange boze droom van Titus, waarin Titus zich steeds meer afvraagt of al die oorlogen die hij in naam van Rome gevoerd heeft, wel tot iets gediend hebben. Titus kan het verleden niet terugdraaien, maar in zijn droom kan hij wel de confrontatie aangaan met zijn geschiedenis. ‘Ik ben Titus Andronicus, die teveel dood heeft gezien.’

 

Het is niet moeilijk om in Anatomie Titus een voorafspiegeling te zien van ‘nine eleven’ (2001). Die gebeurtenis was dan ook de directe aanleiding voor de uitnodiging aan Johan Simons om dit stuk bij de Münchner Kammerspiele te regisseren. De titelrol wordt gespeeld door André Jung, onder meer bekend van de voorstellingen van Christoph Marthaler. Hij is tijdens het Holland Festival ook te zien in Elementarteilchen door Schauspielhaus Zürich, eveneens geregisseerd door Johan Simons.

Het toneelbeeld is van Bert Neumann, vaste ontwerper van Frank Castorf aan de Volksbühne in Berlijn. Zijn toneelbeeld gaat uit van een dubbele wereld: die van de Romeinen en de Goten, de eerste en de derde wereld. Tegelijk reflecteert zijn decor ook het theater zelf. Wat betekent het om vandaag een stuk te spelen waar pagina na pagina het geweld zegeviert, terwijl wij op het echte geweld buiten het theater geen enkele greep hebben?

 

‘Er wordt slaapwandelend gesproken over moord, doodslag, afgehakte hoofden, handen, tongen - te zien is er niets, indachtig Heiner Müllers adagium 'sehen heisst: die Bilder töten'. Door de afstandelijke tekstbehandeling is er ook niets dat afleidt, de teksten klinken helder, theater als een plek om hardop te denken. Met overigens voldoende reden en ruimte om in mededogen te huiveren. Met de zwaar gemartelde Lavinia van Nina Kunzendorf, over de vileine duivel Aaron de Moor, hier de ongeschminkte Hans Kremer, parels in een prachtig spelend ensemble.’ Loek Zonneveld, De Groene Amsterdammer

 

‘Regisseur Johan Simons hat das Dauerkriegstuck scheinbar nicht inszeniert. Er vertraut – gemäss dem Satz aus dem Stück: “Diese Worte schneiden wie Messer durch mein Fleisch” – ganz der Sprachkraft und lässt die Darsteller unterspielen.’ Die Deutsche Bühne

  • © Andreas Pohlmann

  • © Andreas Pohlmann

  • © Andreas Pohlmann

  • © Andreas Pohlmann

Credits

regie Johan Simons auteur Heiner Müller scenografie Bert Neumann muziek Bo Koek kostuums Nina von Mechow dramaturgie Koen Tachelet licht Max Keller geluidsontwerp Will-Jan Pielage spel André Jung, Marion Breckwoldt, Matthias Bundschuh, Martin Butzke, René Dumont, Paul Herwig, Hans Kremer, Nina Kunzendorf